donderdag 5 december 2013

Het pad van de Skepticus

Waarom skeptici de meest verwonderlijke wezentjes zijn? Wel, de echte skepticus – niet te verwarren met simpelweg wantrouwige mensen – is een wandelende paradox. 
Er is niets dat een skepticus liever wil dan de waarheid, zekerheid. En net door zijn zoekende drive, komt hij tot de conclusie dat er niets zeker is. Zijn twijfel is te sterk. De waarachtige skepticus kan niet eens zeker zijn over het bestaan van de buitenwereld (de wereld los van onze perceptie). 

Hij hoeft daarom niet verloren te zijn, in een praktische zin. Hij kan er gerust van uit gaan dat de kennis die hij tot zijn beschikking heeft 'de best mogelijke hypothesen' bevat en zal dankzij zijn skeptische, zoekende geest steeds open blijven staan voor wijziging van die hypothesen. 
Deze houding is, zoals je begrijpt, gelijkaardig aan de wetenschappelijke houding, maar reikt nog iets verder. 

Nog één van de paradoxen is dat skeptici erg ruimdenkend en onbevooroordeeld zijn: ze staan open voor alle mogelijkheden, zonder die daarom klakkeloos te aanvaarden. 
Dit is echter geen eigenschap van diepgaand moreel karakter en respect voor de standpunten van anderen – hoewel het natuurlijk wel mogelijk is dat de skepticus over een dergelijk karakter beschikt – maar net het gevolg van zijn zoektocht naar zekerheid, absolute en dus dogmatische zekerheid. Net doordat de skepticus merkt dat hij die zekerheid niet vindt, maar toch wel graag zou vinden, moet hij wel een open houding aannemen. 

Ikzelf heb toch voor enkele jaren het pad van de skepticus bewandeld, maar heb mijn onbetwijfelbare waarheid, mijn fundament toch gevonden en me neergelegd bij de betwijfelbaarheid van al het andere. Dat is genoeg voor me. 

En inderdaad, sinds ik tot een stilstand gekomen ben in mijn zoektocht naar fundamenten, ervaar ik wat meer rigiditeit in mijn houding, wat minder openheid voor standpunten van anderen.
Niet dat ik daarom geen respect heb voor hun standpunten, of mijn waarheid probeer op te dringen – integendeel! Ik versta dat ieder zijn weg moet volgen en dat men soms dezelfde weg bewandelt maar soms net niet.

Nee, hetgeen ik vooral ervaar is dat ik het standpunt van anderen minder overweeg als iets dat een waarheid voor mij zou kunnen zijn – op zijn best kijk ik naar wat dat standpunt me nog kan bijleren vanuit mijn eigen standpunt. 
Maar aan de andere kant: wie weet word ik oud, heeft het daar mee te maken. :) Dat is een besef dat me de laatste dagen wel wat kwelt: ouder worden.

dinsdag 19 november 2013

Durf te doen, durf te proberen…

Durf het initiatief nemen! Dat wil niet zeggen dat je steeds alles op je eentje moet doen, noch dat je je niet kan laten inspireren door wat anderen doen. Dat wil zelfs niet zeggen dat je suggesties van vrienden moet afwijzen – integendeel! Het komt er op neer dat je handelt uit eigen overtuiging, uit eigen wil. 

Wanneer je handelt omdat je dat zelf wil zal je een grotere vrijheid ervaren, minder afhankelijkheid en een grotere tevredenheid, ook met jezelf.
Want in mijn ervaring is het enorm beperkend steeds voorwaarden op te leggen aan je eigen handelen, steeds te wachten tot het gepaste moment, tot iemand anders te kennen gegeven heeft dat het goed is, tot de kans op falen zo klein mogelijk is. 

Want ja, het is de vrees te falen die volgens mij erg verlammend kan zijn, die ons initiatief gegijzeld kan houden. Dat, of de vrees teleur te stellen. 
Durf doen, wacht niet af. Het is niet erg. Je zal wel zien waar je keuzes je brengen. Wat je ook doet, je kan van daar steeds verder, je kan altijd wel nieuwe keuzes maken die je een nieuw pad op sturen.

Wie weinig initiatief neemt, laat zich eigenlijk sturen door de omgeving en legt zo de eigen levensloop grotendeels buiten zijn eigen macht. Dit heeft mijns inziens (minstens) twee grote nadelen.

Ten eerste zal wie zich door de omgeving laat sturen zich helemaal niet vrij voelen, een gevoel dat nochtans bijdraagt tot welbevinden en rust. 
Ten tweede zal wie zich laat sturen zich vaak erg machteloos voelen. Dat is begrijpelijk aangezien hij niet het gevoel heeft controle te hebben over de eigen levensloop en geneigd gaat zijn successen in zijn leven te wijten aan toeval eerder dan eigen kunnen. Het gevoel hebben toch een beetje macht over de eigen situatie te hebben verhoogt je zelfwaarde.

Aan de andere kant: ik kan wel begrijpen waarom iemand die een grote vrees heeft te falen, of teleur te stellen, liever kiest een afwachtende houding aan te nemen. Dat voelt veiliger, en bovendien ontsnap je zo (schijnbaar) aan de verantwoordelijkheid. Telkens er iets mis gaat kan je het op de omstandigheden afschuiven.
Maar we hebben al zo weinig controle over hoe ons leven loopt, dus waarom dat kleine beetje opgeven?

Het meesterschap in het jezelf-zijn, waar ik al een tijdje over schrijf, kan slechts ontstaan wanneer je initiatief neemt. Het is de zoektocht naar de mate waarin je je eigen levensloop kan veranderen, én de zoektocht hoe je met die mogelijkheden er het beste van kan maken.

zondag 3 november 2013

Je eigen verhaal transformeren

Jezelf transformeren lijkt heel sterk op een verhaal schrijven. Hoewel je als schrijver veel vrijheid hebt in wat je je personages laat doen en ondergaan, is die vrijheid toch steeds ook beperkt.
Doorgaans moet je daarbij rekening houden met wie zij zijn, wat zij al hebben meegemaakt, wat zij kunnen, wat fysisch mogelijk is, …

De personages zelf zijn bouwstenen die je met andere personages en een omgeving in een bepaalde configuratie kan brengen om zo tot een kathedraal van een verhaal te komen.
En het is net mede dankzij die configuratie dat personages ontwikkelingen kunnen ondergaan – ten goede of ten kwade.

Nu, ik zie jezelf transformeren als iets gelijkaardig. Door de manier waarop je delen van jezelf met elkaar configureert, maar evenzeer met je omgeving en met je medemensen, heb je een aandeel in het schrijven van je eigen verhaal.
Je kan met de bouwstenen die je hebt op zoek gaan naar hoe je jouw verhaal een goed verhaal kan maken.

En om jullie (en mezelf) een hart onder de riem te steken: ik ben sterk van mening dat er geen slechte bouwstenen zijn.
Net zoals het schrijven van verhalen vooral een kwestie van oefenen en proberen is, net zo heb je wat oefening nodig wil je vaardig worden in het transformeren van jouw verhaal.

Wie werkelijk een meester is in het zichzelf-zijn, heeft elk aspect van zijn leven, elk deel van zichzelf een zinnige plaats gegeven in een groter geheel.

vrijdag 1 november 2013

Jezelf transformeren

Vaak zijn mensen niet tevreden met zichzelf. Dit kan over iets specifiek gaan, zoals zich redden in sociale situaties, prestaties op werk of school, of het kan meer algemeen zijn doorheen een gevoel van lage zelfwaarde.

Een vrij natuurlijke reflex wanneer men zulke gevoelens ervaart is te willen veranderen. Men wil zichzelf veranderen, anders zijn, ja, iemand anders zijn. 
Die reflex kan nog worden aangemoedigd door American Dream-achtige opvattingen als dat wanneer je maar hard werkt, je alles kan worden wat je wil, je iedereen kan worden die je maar verlangt te zijn. En de ideologie van de 'maakbaarheid van de mens' kan hier ook een duit in het zakje doen.

Echter, wanneer je er over nadenkt realiseer je je algauw dat je onmogelijk totaal iemand anders kan worden dan je bent. We hebben niet de vrijheid om onszelf volledig te veranderen. 

We kunnen niet veranderen, maar we kunnen wel transformeren. 
Wat is het verschil? Bij verandering wijzigen we iets aan onszelf: we gooien een deel weg dat we vervangen voor een ander deel. Bij transformatie nemen we een deel van onszelf en bewerken dit zodat het er anders uit ziet.

Indien we willen veranderen hebben we geen andere keuze dan te transformeren, want de bouwstenen waaruit we bestaan liggen al min of meer vast door onze levensgeschiedenis en onze biologische constitutie.
Ik ben er heel sterk van overtuigd dat wanneer je een bepaalde karaktertrek bij jezelf tot ontluiken wil brengen, je die moet opbouwen uit een reeds aanwezig iets in jezelf. Het moet ergens voeten in de grond hebben. Niets komt 'uit het niets' voort.

Laat me een persoonlijk voorbeeld nemen. Ik heb enorm veel waardering voor de karaktereigenschap 'vriendelijkheid', maar kan mezelf niet forceren vriendelijk te zijn wanneer ik eigenlijk een rotslechte dag heb. 
Om die vriendelijkheid tot uiting te laten komen moet ik zoeken naar iets in mij, een kortstondig gevoel van medeleven of sympathie, een gevoel van verbondenheid.
Het hoeft natuurlijk niet volledig uit mij te komen. Soms kan zo'n gevoel in leven geroepen worden door een vriendelijk gebaar van iemand anders. Maar wil ik vriendelijk zijn, moet er een vriendelijke tendens op dat ogenblik in mij aanwezig zijn, die ik vervolgens kan transformeren tot iets groters en mooiers.

Wanneer ik zonder die tendens en dus 'tegen mijn zin' vriendelijk ben, ben ik eigenlijk niet echt vriendelijk. 
Een voorbeeld zou kunnen zijn dat ik bang ben voor de gevolgen wanneer ik me onvriendelijk zou gedragen. Of misschien probeer ik de ander te misleiden om iets van hem gedaan te krijgen. 
Ik denk dat de meeste mensen intuïtief wel aanvoelen dat er in beide gevallen niet echt sprake is van oprechte vriendelijkheid, van vriendelijkheid als karaktertrek.

Je kan jezelf niet veranderen, maar wel transformeren. Dit versta ik onder het meester zijn in het jezelf-zijn: het beste van jezelf maken, letterlijk.

zondag 20 oktober 2013

Jouw belang is ook mijn belang

Er is helemaal niks mis mee om uit eigenbelang te handelen, om je hachje te redden en te zorgen dat alles in je omgeving min of meer op de rails loopt. En het lijkt mij dat je maar dom zou zijn om een situatie die je in je voordeel kan omzetten te laten vallen. 

Maar er heerst een sfeer die een dergelijke houding als 'vies' bestempelt, en die er van uit gaat dat voor jezelf zorgen de diametrale tegenpool van altruïstisch handelen zou zijn. Alsof alles wat je voor jezelf doet, per definitie niet goed is voor anderen!

Die twee kunnen perfect samengaan!

In eerste instantie is het zo dat we voor onze op 'eigenbelang' gerichte plannen bij anderen kunnen aankloppen. Die anderen hebben ook hun plannen, maar we kunnen besluiten in wederzijds voordeel elkaar te helpen. 'Zelfzuchtig' gedrag waar nochtans niemand slechter van wordt!
En soms hebben we zelfs het geluk dat onze plannen samenvallen, en dan werken we aan een gezamenlijk project!

Iets wat samenwerking me geleerd heeft, is dat het heel menselijk is dat we beginnen geven om onze medemensen. We wensen hen goed en hun doelen worden ook een beetje onze doelen.
Toch zou ik nooit zeggen dat dit onzelfzuchtig is. Hun welzijn is effectief één van mijn doelen. Ik wil dat het goed met hen gaat.
Die wens komt volledig uit mezelf: als ze gefnuikt wordt zal ik me slecht voelen, terwijl ik me goed zal voelen wanneer er aan voldaan is. Mijn wens en dus mijn belang.

Aangezien ik de belangen van anderen deels als de mijne ervaar, beschouw ik voor hen zorgen als handelen uit eigenbelang.
Dit kan ook niet anders. Hoe zou je nu kunnen handelen naar iets waar je op geen enkele manier achter staat, of waar je op geen enkele manier toe bewogen wordt?

Een laatste, doorslaggevende, opmerking is dat je wel in zekere mate voor jezelf moet zorgen en aan jezelf moet denken, wil je iets voor anderen kunnen betekenen. Je moet zorgen dat je zelf voldoende stevig staat, voor je steun kan geven aan iemand anders.
Ik zou zeggen: als je steun wil geven, geef dan die die je zelf kan dragen, anders maak je de situatie alleen erger.

Het lijkt mij dat dat 'vieze' ettiket eigenlijk bedoeld is voor twee speciale gevallen van handelen uit eigenbelang.

De eerste is daar waar anderen geschaad worden omdat hun belangen niet in rekening worden genomen, daar waar anderen als wegwerpartikelen worden gezien, als instrumenten voor de verwezenlijking van de eigen plannen. (Een beetje zoals veel bedrijven hun werknemers zien!)
Een tweede is waar anderen opzettelijk geschaad worden, waar iemand plezier haalt uit het anderen misérie, tegenslag of zelfs pijn bezorgen.

dinsdag 17 september 2013

Waardevolle imperfectie

Er zijn vele wegen naar zingeving, maar een belangrijke route voor mij is imperfectie. Het is omdat ik imperfect ben dat mijn leven de moeite is, dat er altijd iets zinnigs te doen is. Imperfectie is mijn motor.

Maar laat me eerst het één en ander uitleggen over perfectie. Al dan niet perfect zijn staat niet op zich. Het is altijd in verhouding tot een standaard, een ideaal waar je mee overeen komt of niet.

De perfecte man zijn hangt dus af van wat het soort eigenschappen is dat je van zo'n man verwacht. Welke die eigenschappen zijn heeft veel te maken met het perspectief dat je inneemt.

Wanneer je de vrouw van die man bent, zal je een ander ideaalbeeld over de perfecte man hebben, dan wanneer het gaat over twee stedelingen die elkaar groeten op straat.
Die eerste heeft het over haar perfecte echtgenoot. De tweede heeft het over de ideale burgerman – dus iemand die bepaalde maatschappelijke normen in acht neemt.

Nog een derde voorbeeld is mijn beeld van de perfecte man. Aangezien ik zelf een man ben, omvat dit beeld hoe ik zelf idealiter zou willen zijn.
En hier steekt de imperfectie haar kop boven water. Ik heb mezelf een ideaal zelfbeeld en dus streefdoel voor ogen gesteld dat zo goed als onmogelijk is om te bereiken.

Dat doel is wijsheid. Een wijze man zijn. Voor mij wil dat zeggen de best mogelijke manier van leven leiden, gegeven wie ik ben en mijn omstandigheden; het beste maken van mezelf en mijn leven. Dit komt neer op de meest geschikte beslissing nemen in elke mogelijke situatie.

Er zijn vele waarden die daarvoor van tel zijn. Ik geef een belangrijke: trouw zijn aan jezelf. Wanneer je jezelf wil verbeteren of zelfs perfect wil zijn, vraag je dan eens af naar wiens standaard je streeft. Is het wat men van je verwacht? Het ideaal van anderen of je ouders? Of is het je eigen standaard?

Wijsheid als ideaalbeeld hebben is dubbel voordelig. Aan de ene kant is elke stap dichter bij dit ideaalbeeld iets dat mij ten goede komt, iets dat mijn leven verrijkt. Aan de andere kant garandeert het feit dat het onmogelijk volledig te bereiken is, dat ik altijd iets zinnigs te doen zal hebben.
Het is net doordat ik imperfect ben, dat ik altijd motivatie heb om mezelf en mijn leven voortdurend te verfijnen en verbeteren.

Imperfect zijn doet geen afbreuk aan mijn waarde. De mate waarin ik al overeen kom met mijn ideaalbeeld geeft mijn verleden zin. De mate waarin ik nog verder naar dat ideaalbeeld toe kan groeien geeft mijn toekomst zin.

Het ultieme doel blijft, voor mij, het meester worden in jezelf zijn. Je aanvaardt wat en wie je bent, en probeert daar het allerbeste van te maken.

zaterdag 14 september 2013

Het koude water der onafhankelijkheid

Het warme water om een bad te nemen was op vandaag. 

Aan de hand van dit kleine en onschuldige voorval wil ik graag illustreren dat afhankelijk zijn niet noodzakelijk van anderen af hangt. Op die manier is onafhankelijk – of vrij – zijn ook niet per se iets dat te maken heeft met vrij zijn van anderen. Je kan ook afhankelijk of vrij zijn van jezelf.

Dit klinkt nogal abstract. Laat het me uitleggen met het voorbeeld van het warme water. Toen ik daarnet een bad wilde pakken, verlangde ik naar een warm bad, hoewel mijn eigenlijke doel was me te wassen.
Plots merkte ik dat er geen warm water meer uit de kraan kwam. Dit irriteerde me enorm. Maar na enkele minuten ergernis begon ik er over na te denken. Het is ook helemaal niet erg me te wassen in koud water.
En ik ben momenteel dan ook net zo goed gewassen als ik anders was geweest.

Maar wanneer ik had vastgehouden aan de gedachte dat mijn water per se warm moet zijn, dan had dit mijn echte doel – me wassen – enorm gehinderd. 
Ofwel had ik koppig kunnen weigeren me te wassen tot er weer warm water was, of me helemaal niet kunnen wassen. Ofwel had ik enkele ketels water te koken kunnen zetten, maar op die manier zou ik een omweg nemen: het zou veel langer duren voor ik gewassen was. 
Op die manier was ik afhankelijk van mezelf en de situatie: de wens warm water te hebben bemoeilijkte mijn echte verlangen. Die wens maakte me een beetje meer onvrij.

Laat me een ander voorbeeld geven van hoe je verlangens wijzigen je onafhankelijker kan maken. Stel dat het laat op de avond is, en je hebt honger. Je weet dat je nog een portie diepvries-frieten en een stukje biefstuk liggen hebt.
Alleen, wanneer je naar deze lekkere maaltijd zoekt, blijkt ze weg te zijn: een huisgenoot heeft ze opgegeten. Wel zie je nog een portie rijst staan. 

Wanneer je nu zou vasthouden aan de gedachte dat je per se steak met frieten wilt, zal je honger er zeker niet eenvoudiger door gestild worden. Ofwel is het resultaat dat je niet eet, ofwel dat het een hele tijd duurt.
Nu, je honger uitstellen tot de volgende dag is een optie. Maar het lijkt me nogal dwaas om dat te doen terwijl je rijst hebt. 
Het is bedrieglijk eenvoudig, en behoorlijk common sense, maar een deel van het onafhankelijk zijn bestaat uit het aanpassen van je wensen aan de situatie. Dat geldt ook voor grotere doelen in je leven.

donderdag 12 september 2013

De overgevoelige, geprikkelde, onverdraagzame manier van met elkaar omgaan in onze samenleving doet me denken aan een koppel dat te lang samen opgesloten zit in dezelfde kleine hotelkamer gedurende een mislukte vakantie.
Ook zij zullen geïrriteerd raken over de onnozelste details, zoals de spreekwoordelijke dop op de tandpasta vergeten, of de toiletbril niet omlaag doen.

We zitten volgens mij te dicht op elkaar, en dat bedoel ik nauwelijks fysiek. We verlaten elkaars gezelschap minder en minder. Dankzij het bijna permanente online zijn is de ander altijd 'aanwezig'.

Op zich is dat niet slecht. We zijn sociale beestjes dus de aanwezigheid van anderen is geruststellend. Maar daar zijn twee kritieken op. Aan de ene kant is virtueel contact geen surrogaat voor echt contact. Aan de andere kant is het zo dat de meesten van ons ook even tijd voor zichzelf nodig hebben, eventjes niet op anderen hoeven letten en jezelf zijn.

En in combinatie met een groeiende achterdocht en resulterende controledwang wordt dit effect mogelijk nog sterker. 
Meer en meer van wat we doen wordt op een Big Brother-achtige wijze in het oog gehouden. Voorbeelden zat, van ingeplante chips, het traceren van personen via hun Iphone tot de recente PRISM-kwestie. En vul zelf maar verder in.

Aangezien we dus meer en meer in het oog gehouden worden, en er dankzij de groeiende achterdocht steeds meer regels, procedures en boetes komen om 'alles in goede banen te leiden', zou je kunnen zeggen dat er voortdurend op onze vingers gekeken wordt. Wie niet volgens het boekje handelt kan op elk moment berispt en beboet worden.

Nu, het is zeker deels iets persoonlijks, maar toch meen ik dat er nog mensen zullen zijn die vinden dat te veel regels en formaliteiten enorm beperkend kunnen zijn. Het belemmert de vrijheid, spontaniteit en creativiteit.
Dus als deze belemmering zich uitbreidt naar quasi alle sferen van ons leven, is het dan niet maar normaal dat we weinig momenten hebben om even onszelf te zijn? Is het dan niet maar normaal dat we snel geprikkeld raken?

woensdag 4 september 2013

Zingeving heeft zin voor iedereen

Iets wat me enigszins stoort is dat veel mensen zingeving gelijkstellen aan religie, om vervolgens te zeggen dat dit niets voor hun is. Maar dat hoeft toch niet zo te zijn?

Zingeving is wat het zelf zegt te zijn: het geven van zin. Wat motiveert ons in het leven? Wat maakt dat het voor ons de moeite waard is? 
Religie kan daar een antwoord op zijn. Maar het is slechts één van de mogelijkheden.
Om maar iets te zeggen: het pentapharmacon is mijn zingeving en mijn levensbeschouwing. En zij heeft niets met religie te maken. :)

Maar je verstaat mijn frustratie. Ik denk dat het iedereen aangaat stil te staan bij wat hetgeen je doet de moeite maakt. En ook bij waar je naartoe wil – want vaak zijn de dromen en idealen die we op de toekomst projecteren onze grootste zingevers.

donderdag 15 augustus 2013

Over smaken en kleuren valt wél te twisten

Als er één culturele tendens is die ik jammer vind, dan is het wel doorgedreven relativisme. Dit kan algauw dienen als een excuus om totaal geen standpunt meer in te nemen – alles is toch relatief, so who cares?

Deze neiging kom ik het allervaakst tegen wanneer het gaat over waarden en appreciaties.

Men schijnt te denken: wat iemand leuk of goed vindt, is enkel zijn zaak; zo lang hij mij niet schaadt doet hij maar wat hij wil en heb ik daar niets op te zeggen.

Daar is natuurlijk ook veel voor te zeggen. Deze houding is een reactie op het paternalisme, waar men van uit een autoritaire houding bepaalt wat wij goed en niet goed moeten vinden. Maar doorgedreven relativisme neigt net iets te veel naar de andere pool, naar laissez faire. Onverschilligheid.

Er zijn ten minste twee argumenten te geven waarom dit relativisme twijfelachtig is.
Aan de ene kant impliceert de gedachte dat wij absoluut niets te zeggen hebben op de waarden en voorkeuren van onze medemensen, dat wij fundamenteel van hen verschillen. Alsof mijn buurman een andere diersoort is! 
(Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik er soms toch wel aan twijfel of mijn buurman een mens is.) 

Maar als je daar nu eens serieus over nadenkt: andere mensen maken soortgelijke dingen mee in hun leven. En misschien zijn hun ervaringen niet exact hetzelfde als de mijne, maar ze zullen voldoende gelijkaardig zijn. Daarom kunnen anderen soms waardevol advies geven. 

Laat me een voorbeeld geven. Stel dat ik enorm hou van comazuipen. Dan lijkt mij het advies van anderen om het niet te doen waardevol, zeker als ze er ervaring mee hebben.

De laissez faire houding zou zeggen dat dit mijn eigen keuze is, en ik daar volledig zelf de verantwoordelijkheid in heb. En dat is ook zo. Maar het is niet omdat het mijn verantwoordelijkheid is, dat anderen me niet op de vingers kunnen tikken en me duidelijk maken dat ze denken dat ik fout bezig ben. Wat ik met hun advies doe is nog altijd mijn zaak.

Het andere argument leunt daarbij aan: we zijn eigenlijk het beste in staat onze waarden en voorkeuren vorm te geven in confrontatie en dialoog met anderen. Het is net door de opmerkingen, bedenkingen en suggesties van anderen, dat we er over beginnen nadenken en we in staat zijn onze waarden te verfijnen. 

Zo zou ik na de opmerkingen over comazuipen tot de conclusie kunnen komen dat het fijn is te drinken en soms eens dronken te zijn, maar dat dit wel met mate moet gebeuren, en niet tot ik bewusteloos ben.

Het is belangrijk zich te realiseren dat wij wel degelijk veel te zeggen kunnen hebben over elkaars waarden, al hebben we er natuurlijk niets over te bepalen.

zondag 11 augustus 2013

Why should I be moral, 5 jaar later

Vijf jaar geleden kreeg ik een opdracht: ik moest een antwoord schrijven op de vraag 'why should I be moral?'
Vandaag dringt het tot me door hoe paradoxaal die vraag eigenlijk is. Waarom? Omdat de enige redenen die men kan geven om moreel te zijn ofwel cirkelredeneringen zijn, ofwel geen morele redenen.

Cirkelredeneringen: men vooronderstelt reeds de aanwezigheid van moraliteit, en doet daar een beroep op om te argumenteren waarom men moreel moet zijn.
Zo kan men beroep doen op situaties en voorbeelden die een moreel gevoel opwekken. 'Als we oude man niet helpen, zal hij een heel pijnlijk aftakelingsproces moeten ondergaan,' 'als we dat arme weeskind een goed pleeggezin geven, zal het een gelukkig leven tegemoet gaan'.
Ook wordt er wel eens beroep gedaan op het maatschappelijk belang: een betrekkelijke vredige samenleving heeft nood aan moraliteit.
Maar al deze argumenten vóóronderstellen de aanwezigheid van een zekere moraliteit. Als de persoon in kwestie niets geeft om pijn en plezier van anderen, noch om het welvaren van de samenleving, dan zal geen enkel moreel argument kunnen overtuigen.

De andere optie zou wel kunnen overtuigen, maar betreft geen morele redenen. Men zou iemand kunnen aanzetten moreel te handelen door hem te verleiden met beloftes en beloningen.
Zo zou de oude man waarvan sprake je uit dankbaarheid een deel van zijn erfenis kunnen nalaten. Goede motivatie! Alleen niet echt moreel te noemen.

De beloning hoeft niet eens materieel te zijn. Waardering en prestige zijn sinds oudsher krachtige drijfveren van menselijk gedrag.
Wanneer je een arm weeskind helpt een goed pleeggezin te vinden, kan dit de waardering van je omgeving oproepen. Het kan je sociale status verhogen. Ook een goede reden! Alleen niet echt moreel te noemen.

Een andere optie is mensen aanzetten tot het juiste gedrag – of fout gedrag voorkomen – door te dreigen met straf of negatieve gevolgen.
Zo zou je kunnen zeggen dat handelen in het belang van de samenleving ook in je eigen belang is: de samenleving kan je beschermen tegen geweld en diefstal.
Maar men hoeft het zo groot niet te zien. De befaamde GAS-boetes zijn een goed voorbeeld van wat ik bedoel: wie ongewenst gedrag vertoont, krijgt een boete, dus men doet er maar goed aan zich te gedragen. Nu, of GAS-boetes in hun opzet slagen is een heel andere kwestie. 

Het zal je echter wel duidelijk zijn dat persoonlijke schade proberen vermijden net zo min een morele reden is als persoonlijk voordeel opdoen. Je kan mensen niet moreel maken. Ze moeten het al zijn.

zaterdag 3 augustus 2013

Zelfkennis, je lichaam en behoeften

Wanneer we bepaalde behoeften hebben, heeft dit een merkbare weerslag op ons lichaam. Afhankelijk van het soort behoefte is dit merkbaar op een andere manier en in andere lichaamsdelen.

Zo voelen we honger vooral in de buik, slapper wordende spieren of een gevoel van jachtigheid. 
Dorst zal zich eerder manifesteren in het droog aanvoelen van de mond, en duizelingen wanneer het te lang aanhoudt. 
En dat seksueel verlangen zich afspeelt in de geslachtsdelen, maar ook de onderbuik, zal niemand verbazen.

Nu, ik schrijf dit niet om een volledige lijst te maken van hoe verschillende behoeften ervaren worden. Wel schrijf ik dit omdat ik werkelijk nieuwsgierig ben naar in hoeverre onze behoeften fysiek voelbaar zijn. Vooral de minder voor de hand liggende.

Het kan natuurlijk strikt persoonlijk zijn, maar ik ervaar bijvoorbeeld de behoefte aan sociaal contact en erkenning als een spanning in mijn middenrif. 
En wanneer ik nood heb aan veiligheid, ervaar ik dat mijn lichaam heel vlug reageert op prikkels, zoals geluiden, een aanraking, iets dat voorbij flitst. Mijn schouders zullen dan geneigd zijn omhoog te klimmen, terwijl mijn hoofd wegzakt in mijn nek en mijn lichaam zich liefst op een bolletje zou rollen – zich klein maken.
Voorts vermoed ik dat wanneer ik de nood voel intiem te zijn met iemand, er zich een merkbare spanningsknoop vormt twee centimeter onder mijn navel. 

Ik weet helemaal niet zeker of behoeften door iedereen op zo'n manier ervaren worden. Waarschijnlijk reageren verschillende lichamen anders. Ik weet zelfs niet eens zeker welke lichamelijke reacties er allemaal aan welke behoeften gekoppeld zijn, al twijfel ik er niet aan dat behoeften waarneembaar zijn in ons lichaam. 
Het leren lezen van die reacties kan erg nuttig zijn om onszelf beter te begrijpen.

donderdag 1 augustus 2013

Een meester in het jezelf-zijn

Ik wil even één van de meest wijze dingen die ik recent gelezen heb met julie delen. Het komt uit Aikido Journal en gaat over een miraculeuze techniek die mensen kan uitschakelen zonder hen aan te raken. In feite, een vorm van pseudo-wetenschap, maar dan in Budō.

Het citaat gaat als volgt:

Instead of wasting your life and years chasing after a non-existent and impossible magical ability …, a wise person will seek to improve their authentic and functional skill.

Ik leer hier uit dat het verstandiger is te proberen verfijnen van wat je reeds kan, dan op zoek te gaan naar wat er niet is. 
Want alles wat je reeds bereikt hebt, en wat je zal bereiken, is voortgebouwt op wat je daarvóór al kon. Het moet ergens vandaan komen, en niet uit het niets op magische wijze verschijnen.

Ik denk dat deze boodschap veralgemeenbaar is. Ze geldt voor alles wat je wil bereiken in je leven: bouw op wat je reeds kan en hebt, en verfijn dat. Word een meester in het jezelf-zijn.

Laten we roeien met de riemen die we hebben, in plaats van te mijmeren over een motorboot. En laten we exact die riemen die we gekregen hebben beter leren gebruiken!

dinsdag 16 juli 2013

Taal van je emoties

Leer de taal van je emoties kennen. Emoties zijn uitdrukkingen van een bepaalde wens. Eveneens zijn het strategieën om die wens te realiseren.
Ga na wat de wens is die je emotie kracht geeft, en ga na hoe de emotie te werk gaat in het realiseren daarvan.

Zo zal je zien dat je emotionele reactie soms gepast is, maar soms contraproductief. Sommige emoties zijn self-fulfilling prophecies.
Bijvoorbeeld extreem wantrouwen naar iemand toe. Dat kan er voor zorgen dat die persoon net onvriendelijk reageert, waarop jouw reactie direct is: 'zie je wel, die is niet te vertrouwen, die zal toch niet aardig tegen mij zijn!'

Wanneer ik mijn wantrouwen even onder de loep genomen had, had ik al kunnen zien dat die emotionele reactie geen goede strategie was. Mijn onderliggende wens was simpelweg dat die persoon niet onvriendelijk tegen mij was, of zelfs aardig.

vrijdag 28 juni 2013

Natuurschoon en rust

Ik heb me altijd enigszins verbaasd over het effect dat natuur op mijn gemoed heeft.
Men hoeft zich daar niet veel bij voor te stellen, bij natuur. Ik bedoel eigenlijk niet meer dan het geritsel van bladeren in de wind en vogeltjes om me heen, ik bedoel niet meer dan glinsterend groen en een frons op het wateroppervlak. 


Wat zo'n omgeving doet dankzij zijn natuurlijkheid, is de externe druk verzachten die de wereld op me uitoefent. 
En in een moderne stad, met reclame, telefoons en claxonerende auto's, is die druk groot. De omgeving vraagt voortdurend aandacht door haar robuuste hoekigheid. Maar de vanzelfsprekende vloeiendheid van planten en dieren staat mijn geest toe tot zichzelf te komen.

En dat is ook het effect waar ik het met jullie over wil hebben! Dankzij zo'n rustige omgeving is het makkelijker uit te filteren welke delen van mijn geest te maken hebben met de omgeving.
Want wie aandachtig is, kan merken dat de kronkels van het verstand en de huppelpasjes van het gemoed deels gestuurd worden door het soort input we krijgen.

Maar wanneer die input minimale aandacht vraagt, is het ook makkelijker te kijken welke krokels en huppelpasjes nu eigenlijk bij mij horen, die deel uit maken van mijn persoon en karakter.
Met andere woorden: de natuur is een uitstekende plek om eens naar mijzelf te kijken en te verstaan wat me bezig houdt. Het staat me toe mezelf een beetje beter te leren kennen. :)

zondag 23 juni 2013

Stress is niet erg :)

Als je er over nadenkt zal je merken dat er niets is dat eigenlijk erg is, ook al zal deze verzachtende gedachte nooit volledig in staat zijn onze onrust te sussen. Jezelf regelmatig vertellen dat het niet erg is, dat het wel goed komt kan het leven verlichten.
Pas echter op van ontkennende uitspraken zoals dat het er niet toe doet, dat het toch niet uitmaakt of niet belangrijk is. Zulke gedachten zijn een valkuil. Want hoewel ze eventjes rust geven en de last van onze schouders leggen, ontnemen ze ook onze motivatie en zin in het leven. 

Wie stress voelt of nerveus is, ervaart dit met een reden. Dergelijke emoties steken net de kop op omdat er iets op til is waarvan we zelf vinden dat het belangrijk is. Denk maar aan examenresultaten. Wie angstvallig op resultaten zit te wachten, doet dit omdat hij er min of meer van uit gaat dat het belangrijk is, dat er veel staat of valt met de uitslag. 
Andere voorbeelden zijn een doktersonderzoek, een publiek toespreken of een sportcompetitie spelen. Gezondheid, zich niet belachelijk maken en winnen zijn stuk voor stuk zaken waar we belang aan (kunnen) hechten en die ons dus nerveus maken. En zo zijn er nog tal van voorbeelden te vinden.

Nu, wanneer we die stress te lijf gaan door onszelf te proberen wijsmaken dat het niet belangrijk is, dat het er eigenlijk niet toe doet, ja, dan liegen we eigenlijk onszelf voor. We ontkennen voor onszelf de waarde van datgene wat we net waardevol vinden, en ontnemen zo het leven haar motivatie en schoonheid. Weliswaar beetje bij beetje.
Zo iets gebeurt niet van de ene dag op de ander. Maar je kan er vast wel in komen hoe grijs je wereldbeeld wordt wanneer je bij elke vorm van spanning de waarde ervan ontkent. 

Daarom pleit ik ervoor dergelijk taalgebruik te vervangen door sussende woorden. In plaats van te ontkennen dat wat ons nerveus maakt belangrijk is, zouden we onszelf er op kunnen wijzen dat het niet erg is te falen, dat het niet erg is als iets op een bepaalde manier loopt. Wat er ook gebeurt, we kunnen altijd opnieuw beginnen, iets anders proberen en leren uit de fouten of genieten van het succes dat we gehaald hebben.

Voorts kan de stress zelfs je iets leren over wie je bent. Want het feit dat je stress ervaart, wijst er sowieso op dat je bezig bent met iets dat je helemaal niet onverschillig laat. Het zegt iets over het soort dingen jij belangrijk vindt.

zaterdag 8 juni 2013

Heb genoeg aan jezelf en laat jezelf dat weten!

Het toepassen van een levensfilosofie, zoals het Pentapharmacon, kan tot persoonlijke inzichten leiden. Het kan bevrijden en je de weg wijzen. Maar een goede gids blijft heel de tocht bij je.
Daarom is het een interessante strategie om jezelf regelmatig toe te spreken met die inzichten als gids. Zo heb je altijd het beste van jezelf voorhanden en kan je de meest gepaste beslissingen nemen, je rust bewaren en beter omgaan met tegenslag. Ook bij moeilijke keuzes een goed plan!

Ik zou mezelf als volgt toespreken bij twijfel, onzekerheid en een negatief zelfbeeld:

Veel bevestiging vragen is hetzelfde als de verkoper herhaaldelijk vragen of je aankoop nu ook echt van jou is. 
Je bent het waard, je hebt genoeg, je bent genoeg. Je bent het universum of de anderen niets verschuldigd. Maar het universum is jou ook niets verschuldigd. Het is goed. Je hebt alles wat je nodig hebt. 
Je verdient het te doen wat je wil doen, zo lang je het maar realistisch houdt. Eveneens verdien je het te willen wat je maar wilt. 
Maar de enige persoon die tot taak heeft jouw wil te bevredigen, ben jij zelf. Niets of niemand anders draagt die verantwoordelijkheid. Dat verwachten is dan ook een recept voor problemen. 
Jij bent het die de taak heeft je eigen dromen na te steven. En als dat niet lukt, is het niet erg. Je kan het altijd nog eens proberen. Of gewoon iets anders proberen. Niets moet, alles mag. Jij mag het!

Dat geldt trouwens ook voor jou, beste lezer. ;)

donderdag 16 mei 2013

Mindfulness en bewustzijn

Voor vanavond kondigt Canvas een reportage aan over mindfulness, en vooral over de te hoog gegrepen verwachtingen en het misbruik ervan door charlatans. Daarom dacht ik even mijn gedachten en ervaringen over het onderwerp te laten gaan.

Zelf ben ik niet zo een grote fan van mindfulness, maar ik ontken ik de waardevolheid van deze populaire praktijk zeker niet. :)
Echter, dat het waardevol kan zijn is geen reden om er een oplossing van te verwachten voor al je zorgen. Ruw gesteld heeft mindfulness, zoals ik het zie, twee functies. In de eerste plaats bevat het technieken om je bewuster te worden van jezelf en de wereld om je heen. In de tweede plaats resulteert het in een innerlijke rust.

Verhoogd bewustzijn is op zich geen wondermiddel, nee, het is eerder een hulpmiddel. Bewust zijn van wat er in je omgeving en bovenal in en met jezelf gebeurt is een eerste stap in het zien van wat je mogelijkheden zijn.
Dankzij dit bewustzijn kan je begrijpen welke gedachten en emoties er door je heen gaan, gedachten en emoties die door de razende vaart van het dagelijkse leven niet altijd opgemerkt en zeker niet onderzocht worden. Dankzij de rust van de meditatie en de technieken om bewust te worden ben je in staat eens op je gemak de kijken naar je zielenroerselen. 

En dat is exact de reden waarom mindfulness en bewustwording geen wondermiddeltjes zijn: hoewel de fysieke kalmte van de meditatie en het bewust zijn van wat er in en om je heen gebeurt rust brengt, brengt dit op zich nog geen blijvende verandering of verbetering in je gevoelsleven. Daar is nog iets extra voor nodig: namelijk je eigen inbreng. :)
Goed, je bent je nu bewuster van wat er gebeurt. En dankzij de technieken van mindfulness kan je ook in het dagelijkse leven bewuster en kalmer blijven, maar dat verandert je stroom van gedachten en emoties niet. 

Wat net de kracht is van bewustzijn en kalmte, is dat we vaker en vaker de kans hebben te kiezen voor andere gedachten, verlangens en reacties op situaties. Maar dat hoeft natuurlijk niet en het is bovendien een gradueel proces. Dankzij het bewustzijn kunnen we oordelen hoe gepast onze gedachten en emotionele reactie is op de situatie.
Het spreekt voor zich dat wanneer we tevreden zijn met hoe we denken en reageren, we alles dan ook gewoon zijn gang laten gaan. Maar wanneer we merken dat we geneigd zijn er rare kronkels of overdreven reacties op na te houden, kunnen we proberen anders te denken en vooral niet te handelen naar deze kronkels en reacties. 
Dit lukt zelden volledig en van de eerste keer. Het is een proces dat geoefend en opgebouwd moet worden, wil men effectief verandering brengen. Daar is geen miraculeus wondermiddel voor te vinden, wat charlatans ook beweren.

dinsdag 14 mei 2013

Speel geen sociale hoerenloper

Ik denk dat we onszelf vaker dan we zouden willen toegeven nodeloos ongelukkig maken door niet tevreden te zijn met wat en vooral wie we hebben en steeds meer en beter te willen.

Zo is het helemaal niet nodig om bij de grootste, de beste, de machtigste of de populairste groep te horen, wil men gelukkig zijn. De enige voorwaarde is dat men tot een groep behoort.
Ook binnen die groep is het niet nodig per se de beste of de leider te zijn. Wanneer men een plaats heeft en gewaardeerd wordt, heeft men sociaal gezien alles wat nodig is voor geluk.

Hetzelfde fenomeen vinden we terug bij partnerkeuze. Wat een nodeloos ongeluk halen we toch op onze hals wanneer we blijven zoeken naar rijker, mooier en beter!
Wanneer er voldoende aantrekkingskracht is – zowel fysiek als wederzijdse vriendschap – is er eigenlijk geen reden op zoek te zijn naar meer.

En eerlijk gezegd, even tussen ons: ik meen dat voor onze natuurlijke noden die fysieke aantrekkingskracht niet eens zo belangrijk is. Want net zoals het met eten zit, zal wanneer de lust groot is, onze kieskeurigheid klein zijn. Het doet er dan niet zo veel toe hoe mooi ze is, net zoals de smaak van het eten er minder en minder toe doet naarmate onze honger groeit, al spreekt het voor zich dat je niet eender wat zou eten. :p
Wat die andere vorm van lust betreft, die die voortkomt uit emotionele verbondenheid en liefde voor elkaar: ook deze heeft niet echt oog voor uiterlijkheden, aangezien het over verbondenheid gaat. Wie open staat voor elkaar kan ongeacht uiterlijk verbondenheid ervaren, en de lust die hieruit ontstaat heeft niets met uiterlijk te maken.

De meeste mensen zijn genoeg voor elkaar. Het is net door niet tevreden te zijn met elkaar, door heimelijk op zoek te gaan naar anderen, dat we niet vinden wat we eigenlijk zoeken in een vriendengroep en in een relatie.

Heb genoeg aan jezelf, maar wees blij met een ander! :)

zaterdag 20 april 2013

Geniet ervan :)

Laat pijn en tegenslag niet tussen jou en je dromen komen. De enige reden die je hebt om pijn te vermijden, is dat je je niet prettig voelt wanneer je pijn lijdt. En dat is een goede reden! 

Maar denk hier eens over na: wanneer je je dromen niet nastreeft en niet doet wat je eigenlijk zou willen doen, dan zal je je ook niet prettig voelen. 

Daarentegen, wanneer je de pijn doorstaat en toch je dromen realiseert, zal je dubbel zo tevreden zijn. En dat kan je niet bereiken zonder te proberen.

Geniet van het leven, zo veel als je kan! :)

dinsdag 16 april 2013

Mijn levensbeschouwing

Zingeving en vragen als 'wie ben ik?' of 'hoe moet ik leven'? gaan vaak terug op een metafysica. Dat wil zeggen: ze gaan terug op fundamentele opvattingen over waaruit de wereld bestaat, hoe die functioneert en hoe die tot stand gekomen is.
Ook wat iemand als de 'zin' van zijn leven beschouwt wordt altijd in zekere mate bepaalt door zijn metafysica. Daarom wil ik jullie vandaag even laten kennismaken met de metafysica van het pentapharmacon, en dus ook mijn levensbeschouwing.

Dit is mijn weg, zo zie ik de wereld. Wandel even mee en ik hoop dat jullie van het uitzicht zullen genieten. :)

Mieralunar

---

Evans spreekt over het denken in termen van concentrische cirkels als therapeutische vorm, als een meer visuele manier om Epictetus' onderscheid aan te duiden tussen dingen die binnen onze macht liggen en dingen die er buiten liggen. Deze benadering is interessant, zeer interessant, ja, zelfs zo interessant dat ze me toelaat na te denken over ontologie (metafysica).

Ik geloof dat de Wil als een energieke bouwstof in alles zit. Alles dat is, is Wil. En het is eigen aan de Wil om volgens een bepaald principe of patroon te werken. Zij moet zich in een bepaalde vorm manifesteren. Schopenhauer noemde deze Wil de Wil tot Leven. Darwin onderscheidde in levende wezens het principe van natuurlijke selectie.
Beide mannen hadden het bij het juiste eind. Alleen, ik denk dat we nog verder kunnen kijken. De Wil tot Leven is breder dan enkel levende wezens: zij doorstroomt ook zogenaamde anorganische materie. Ook natuurlijke selectie is in een bepaalde vorm van toepassing op alle materie, op alles dat bestaat. Het verschil is gewoon dat natuurlijke selectie zichtbaarder, sneller en effectiever is in levende wezens, maar daar kom ik dadelijk bij.

Tijdens het zoeken naar woorden werd me de vergelijking duidelijk. Net zoals artificiële selectie een specifieke uiting is van seksuele selectie, die op haar beurt een specifieke uiting is van natuurlijke selectie, net zo is natuurlijke selectie een uiting van nog een algemener principe: de Wil tot Samenhang.
Dit is eigenlijk een bedrieglijk eenvoudig en schijnbaar triviaal principe. Het spreekt voor zich dat zaken die geneigd zijn samen te hangen doorgaans ook langer bij elkaar blijven dan zaken die deze neiging niet vertonen.

Net zoals natuurlijke selectie zich op verschillende niveaus uit, zoals individuele- en groepsselectie, net zo uit de Wil tot Samenhang zich op diverse niveaus. In feite, alles dat samenhang vertoont is daar een uiting van.
En aangezien er een natuurlijke selectie is van dingen die samenhangen boven dingen die niet samenhangen, is het evident dat die eersten meer kans hebben om te blijven bestaan. Een zandkasteel zal minder lang blijven staan dan eentje van hout, dat op zijn beurt minder lang zal blijven staan dan eentje van steen en mortel.
Dus vindt er een selectie plaats in de richting van een sterkere samenhang. Op deze manier streeft de hele kosmos op alle niveaus tegelijk naar samenhang, naar harmonie. Dat net dit streven naar harmonie conflict teweeg brengt doet sterk denken aan Heracleitos' filosofie van de eenheid der tegendelen, maar dat is voor een andere keer.

Zoals ik al eerder schreef is het leven een voorbeeld van een extreem krachtige vorm van samenhang. Ik pretendeer niet 'de' definitie van leven te geven, maar voor mij is een levend organisme iets dat in staat is zijn omgeving actief te beïnvloeden in functie van de eigen samenhang.
Zo kom ik eindelijk bij die concentrische cirkels, of beter invloedssferen. Een levend organisme is in feite in staat om zijn samenhang uit te breiden naar zijn omgeving.

Mensen zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Ik kijk rond me en zie een huiskamer, schrijfgerief, een computer, oven, een kraan met stromend water, een ijskast, glazen ramen om de wind buiten te houden, een kuisvrouw die alles op orde houdt – ja, kan ik eigenlijk anders dan me ontdoen van de indruk dat dit alles overduidelijk een ordening van mijn buitenwereld is in functie van mijn eigen samenhang, in functie van mijn eigen gemak en voordeel?
De wereld om me heen is grosso modo zo geordend dat zij me goed uit komt. Op een bepaalde manier heb ik de invloedssfeer van mijn Wil tot Samenhang opgelegd aan de omgeving.

Redelijkheid en bovenal zelfbewustzijn zijn daar de hoogste expressie van. Deze voormiddag voelde ik dat ik door te denken in termen van invloedssferen hier iets kon vinden en algauw kwam inderdaad de gedachte aan de Wil tot Samenhang in me op, en het beïnvloeden van de omgeving in functie van de eigen samenhang.
De rede is in staat dit bij excellentie te doen. Dat maakt mensen uniek. Maar zelfbewustzijn, reflectiviteit of hoe je het ook wil noemen, is daar nog een opvallend stapje hoger in.
Reflectie staat mensen toe ditmaal niet om de omgeving te veranderen in functie van de eigen samenhang, maar om zichzelf te vormen in functie van de eigen samenhang! Dit is echt wonderlijk! Wij kunnen door over onszelf na te denken en door verandering te brengen, eigenlijk onze eigen samenhang vergroten.

En bij deze is het sluitstuk van mijn filosofie rond! Want dat is exact wat ik doe, dat is exact wat het Pentapharmacon is! Het vormen van een manier van leven die gegeven hoe ik ben en hoe mijn omgeving is, me toelaat zo harmonieus mogelijk te zijn. Ik kan mezelf verbeteren en perfectioneren!

Dit besef, wat filosoferen eigenlijk is, wat het is dat ik dagelijks doe, vervult me met een enorme verwondering, een enorme liefde en een bijna grenzeloos respect. En met rust en tevredenheid. Ik weet dat wat ik doe goed is. Ik hou van alles.

maandag 15 april 2013

Rust

Rust. 
Er is niets dat je moet doen, alles dat je kan doen. 
Vrees niet te falen. 
Heb genoeg aan jezelf, maar wees blij met een ander.

vrijdag 29 maart 2013

Antieke levenskunst vandaag?

Zoals ik al eerder schreef ben ik al een geruime tijd bezig met existentiële vragen. Daarbij is de Hellenistische levensfilosofie een krachtige inspiratiebron voor mij geweest. Zo krachtig zelfs, dat ik meen dat mijn filosofie een erfgenaam, zo niet revitalisatie, van die traditie is.
De opzet van mijn masterproef (thesis) was dan ook inspiratie halen uit de Helleense filosofie om de psychologische en existentiële ongemakken waar onze Westerse samenleving vaak mee kampt te helpen sussen, evenals het gebrek aan persoonlijke zingeving bij velen.

Deze periode, volgend op de veroveringen van Alexander de Grote, werd gekenmerkt door enkele gelijkaardige kenmerken en problemen als de onze. Kernachtig gezegd verzwakte het gevoel van maatschappelijke eenheid in Alexanders rijk enorm, en leden veel mensen aan een identiteitscrisis. De cultuur kon mensen niet meer op een bevredigende manier zeggen wie zij waren en hoe ze moesten leven.
Filosofen van die tijd zochten naar oplossingen, geïnspireerd door Socrates. Deze traditie met ondermeer de Stoa, het Epicurisme, de Cynici en de Skeptici heet dan ook de 'Socratische traditie' (al staat Socrates zelf in een nog wijdere traditie: die van de wijze man).

Wegens die gelijkenissen dacht ik dat het een goed idee was te kijken naar wat deze filosofen deden om het probleem aan te pakken. Ik wou van hen leren, niet hen klakkeloos na-apen of hun oplossingen projecteren op de dag van vandaag - al moet ik toegeven dat veel van hun inzichten effectief ook waardevol zijn vandaag, maar daar kom ik dadelijk bij.
Dé oplossing, of eerder conclusie, waar ik toe kwam was eenvoudig gezegd, maar moeilijk gedaan: als onze cultuur niet bevredigend zegt wie wij zijn en wat we moeten doen, dan moeten we het zelf maar doen!

Inderdaad eenvoudig gezegd… Maar hoe doe je zo iets? Hoe bouw je zelf een identiteit op?
Eén van de zaken die ik geleerd heb in mijn masterproef, is dat die antieke filosofen hun filosofie gebruikten als een vormend instrument. Filosofie is een set werktuigen om jezelf en je manier van leven als een standbeeld te bewerken en uiteindelijk zelfs te perfectioneren - zij spraken over het vervolmaken van de ziel.
De conclusie was dus wederom eenvoudig: ik moest een set filosofische werktuigen vormen zodat ik aan mijn 'ziel' kon werken. Maar het moest wel op een zodanige manier gebeuren dat anderen er ook wat aan hadden. Wat mij betreft mogen ze mijn werktuigen gerust voor zichzelf aanpassen.

Geleid door inzichten van mijn antieke voorgangers en het werk van Pierre Hadot en Martha Nussbaum volgde ik mijn eigen ervaring en bouwde een filosofie. 
Het resultaat mag er zijn: een moderne invulling van een antieke manier van filosoferen. Het Pentapharmacon! :)

Sinds het indienen van mijn masterproef valt het me op dat blijkbaar nog mensen mijn inzicht delen. Ik zie vele anderen ook teruggrijpen naar die prachtige Griekse denkers. 
Ik zie een enorme boost van de levenskunst, een op de hellenistische oudheid gebaseerd project, in gang gezet door Michel Foucault. Ik zie tonnen Epicureïsche maatschappij-kritiek en anti-commerciele wenken naar het goede leven. Vooral in de cognitieve therapie zie ik een heropleving van Stoïcijnse inzichten en oefeningen van de geest. En recent zag ik in het station een man het Handboekje van Epictetus lezen.
Op zich is dit een goede beweging. En zeker dat laatste liet me breed glimlachen. Maar er zijn enkele kritieken.

Om te beginnen vind ik het onvolledig werk om als een ware postmodernist stukjes en beetjes van antieke filosofie bij de kraag te grijpen om ze te gebruiken als min of meer gepaste lapjes om de scheuren van ons cultureel kleed te dichten. 
In eerste instantie is dit goed, en juich ik dit toe. Bijvoorbeeld epicurisme en de stoa zijn effectief uitstekende instrumenten om respectievelijk zaken als bijvoorbeeld consumptiedrang en sociale angst aan te pakken. Maar hetgeen ik wil zeggen is dat we toe zijn aan vernieuwing. We hebben instrumenten nodig die aangepast zijn aan onze tijd. We moeten verder gaan en zelf een nieuwe filosofie uitwerken!

Een andere kritiek is negatiever van aard. Dat betreft de commerciële uitbuiting van antieke filosofieën en levenskunst. 
Verkopers zien dat er nood is aan een bepaald soort antwoorden - namelijk op existentiële en levensfilosofische kwesties. Zij zien eveneens dat vooral de traditie van levenskunst daar een geschikt én aantrekkelijk antwoord voor is, dus gaan ze boeken hierover verkopen en er reclame over maken. Zo zag ik bijvoorbeeld een artikel: zet uw leven op orde met deze stoïcijnse luister-cd. 

Het grootste probleem met deze bescheiden commercialisering is dat de gepresenteerde 'filosofie' of 'levenskunst' haar ziel verliest, dat wil zeggen: ze verliest net die ene geweldige troef als identiteit verlenend en zelfs zingevend geheel.
De reden hiervoor is simpel: het uiteindelijke doel van deze filosofie is niet langer iemand helpen zijn identiteit te vormen (een daad van liefde), maar winst maken (de ander als gebruiksmiddel zien). Op zijn best kan deze filosofie dienen als het lapje stof dat scheuren in het cultureel kleed dicht.
Een laatste gevaar van reclame is dat ze overdreven beloftes doet. Filosofie is geen wondermiddel dat alle ellende als bij toverslag uit je leven laat verdwijnen.

dinsdag 26 maart 2013

Heb genoeg aan jezelf

Mensen zeggen soms dat ze zichzelf niet waren: ze hadden een slechte dag, een rothumeur door slaaptekort of slecht nieuws, of ze waren uitzinnig van woede vanwege onrecht. Hoe dan ook, zo nu en dan hoor je die uitspraak: 'ik was mezelf niet'. 

Ik denk niet dat dit een verstandige uitspraak is. Niet omwille van de betweterige opmerking dat als je niet jezelf bent, wie ben je dan wel? Dat doet er niet toe. Maar omwille het feit dat je jezelf tekort doet wanneer je zoiets zegt. Je aanvaardt en erkent een deel van jezelf niet, wat vanzelfsprekend voor ontevredenheid zorgt.

Het legt druk op je schouders, want zo communiceer je dat je alleen maar jezelf bent – zoals je hoort te zijn – wanneer je op je best bent.
Maar het is nu eenmaal zo dat je goede en slechte dagen hebt.  In feite, alle dagen zijn even goed, het is je ideaalbeeld echter dat bepaalt of zo'n dag goed, slecht of onverschillig is. Dat wil zeggen: afhankelijk van hoe je zelf vindt dat je moet zijn, zal je oordelen vellen over jezelf.

Zeggen dat het slechte deel jezelf niet is, is eigenlijk aan jezelf zeggen dat je (deels) ongewenst bent. Naast het onprettige gevoel dat dit geeft, vermoed ik dat zo iets 'slecht' gedrag zelfs in de hand werkt. Jij gaat je toch ook niet al te vriendelijk of behulpzaam opstellen wanneer je je in een gezelschap bevindt dat liever wou dat je er niet was en als je er toch bent dat je totaal anders was? 

Je bent altijd jezelf! Soms ben je op je best, soms ben je op je slechtst maar meestal zweef je daar tussen in. 
Hoe je bent op je slechtst is niet iets dat afgekeurd moet worden, maar het kan dienen als een persoonlijke waarschuwing: probeer dit te vermijden zo veel als kan, maar aanvaard dat het nu eenmaal soms gebeurt. 
Hoe je bent op je best is geen morele standaard waar je steeds aan moet voldoen, maar het is wel een lichtbaken en inspiratiepunt dat je kan gebruiken tijdens je dagdagelijkse leven om jezelf te verbeteren, om te pogen alles wat je doet zo goed mogelijk te doen. Evident aanvaardend dat je maar zelden volledig naar dat ideaal kan handelen. Dat is oké.

Heb genoeg aan jezelf! Je bent ook maar een mens, met liefde en met pijn. :)

donderdag 21 maart 2013

De zin van het leven is een vuurtoren

Gisteren had ik het er kort over dat we in ons leven onze verwachtingen min of meer realistisch moeten houden, dat we geen onbereikbare verlangens als zoete sehnsucht moeten koesteren, simpelweg omdat dit een garantie inhoudt voor bittere teleurstelling, zelfbeklag en frustratie.

Aan de andere kant schreef ik met evenveel vuur over mijn ideaalbeeld: een bijna tot in de perfectie vorm gegeven leven aan de hand van mijn pentapharmacon. 
Zo een leven is volslagen optimistisch en tegelijk realistisch. Het getuigt van de hoogst mogelijke vorm van onafhankelijkheid en tevens interne vrijheid. Eveneens impliceert het dat men voorbereid is op alle mogelijke gebeurtenissen zodat men deze met gemoedsrust en een vriendelijke attitude tegemoet kan treden. En men aanvaardt zichzelf, anderen en de wereld volledig zoals zij zijn, zonder daarbij defaitistisch te worden - in feite: men schat alles exact naar waarde en is volmaakt tevreden met dit alles.

In de oudheid werd deze toestand wijsheid of geluk genoemd, en er was dan ook een hele traditie van 'de wijze man' die als ultiem voorbeeld en streefdoel diende. Vooral de filosofie uit de Hellenistische periode (323 v. Chr.–146 v.Chr.) was gericht op het bereiken van deze toestand, van wijsheid. 
Ik beschouw mijn pentapharmacon als een erfgenaam, zo niet zelfs een revitalisatie, van die traditie.
Echter, een reeds in die periode gangbare kritiek was exact de onhaalbaarheid van het ideaal van wijsheid. Onhaalbare idealen lijden tot teleurstelling, frustratie, bitterheid, … en hetzelfde zou dus over mijn filosofie gezegd kunnen worden.

Is wat ik schrijf onhaalbaar? Nee, ik meen van niet! En dat om de simpele reden dat wijsheid bereiken eigenlijk niet het streefdoel is van mijn filosofie, of beter: toch niet helemaal. 
Het ware streefdoel is steeds maar weer mijn leven verfijnen, bijstellen en verbeteren: pogen er een zo goed, aangenaam en mooi mogelijk leven van te maken. Dat op zich is natuurlijk géén onbereikbaar doel! Integendeel! Het is een doel dat op eender welk moment in ons leven volledig te realiseren valt, telkens opnieuw.
Maar wat komt die wijsheid er dan bij doen? Waar dient zij dan wel voor? Wel, ik beschouw wijsheid als mijn richtlijn tijdens het vormgeven van mijn leven, ja, ik beschouw wijsheid als een vuurtoren. En net zoals een schip (hopelijk) nooit tot bij de vuurtoren komt, evenzo kom ik nooit volledig in een toestand van wijsheid. Toch is de felle lichtbundel die zij uitgooit op de zee des levens een boei langswaar ik me kan voorttrekken, ja, zij is als het ware een hand die me hogerop helpt.

Wie dit begrijpt, zal ook begrijpen waarom ik zeg dat de afwezigheid en zelfs de onmogelijkheid van perfectie garant kan staan voor een zinvol leven. Dit feit staat ons namelijk toe het leven voortdurend zin te geven. Want aangezien het nooit perfect is, is er altijd wel iets te doen, is er altijd die openheid onszelf te verbeteren, steeds opnieuw.
Merk nog op dat dit voortdurende verbeteren niet iets is dat we voor anderen doen, maar louter voor onszelf. En eveneens dat het aanvaarden van onszelf zoals we nu zijn, met alle beperkingen én mogelijkheden, een voorwaarde is om onszelf werkelijk te kunnen verbeteren. 
Onszelf verbeteren vertrekt niet uit ontevredenheid met hoe en wie we zijn. Het is geen wens anders te zijn dan we zijn, maar eerder een wens om wat we reeds zijn, nog beter te zijn. Het materiaal verder uitbouwen en er meester over worden.
Of met een metafoor. We moeten beter leren roeien met de riemen die we hebben, in plaats van ons te beklagen over de slechte kwaliteit en te wensen dat we andere roeiriemen hadden.

vrijdag 15 maart 2013

Take it easy

Onze realiteit wordt fundamenteel bepaald door de ervaringen die we reeds opgedaan hebben. Onze enige hoop op een betere wereld is dus deze zo te organiseren dat de kans op positieve ervaringen het grootst is.

Dit is exact hetzelfde principe dat ik formuleerde in het kader van rust, onafhankelijkheid en de vrees te falen. Zo-ook voor vriendelijkheid. 
Het spreekt werkelijk voor zich dat we deze deugden niet alleen moeten nastreven, maar ons leven ook zo organiseren dat het beoefenen ervan eenvoudiger is. Waarom moeilijk doen als het makkelijker kan?

Hiervoor is een flinke dosis kennis over jezelf, anderen en de wereld nodig. En hoe verkrijg je die? Wel, door ervaring op te doen en daar over na te denken natuurlijk! ;)

Dromen als een gedicht

Een misschien ietwat bizarre constatatie, maar ik vermoed dat dromen theorie-afhankelijk zijn. Met andere woorden, het wereldbeeld en de theorieën die je aanneemt of bezig houden, hebben een grote kans je droom te 'kleuren'. Ik zeg dit, omdat het ook de interpretatie van een droom kan beïnvloeden.
Persoonlijke voorbeelden zijn dromen over het neo-platonische Ene, over logische bewijzen, over een 'goddelijke' inferentie, eudaimonia, over wijsheid zoals de Hellenistische filosofen dat zagen en deze morgen in het speciaal over het stoïcijnse concept van deugd.

Yalom meent met Freud dat dromen de 'wachters van de slaap' zijn die de slaap beschermen tegen doodsangst, zodat men verder kan slapen. Of zij de slaap hiertoe reduceren weet ik niet, maar ik heb zo mijn twijfels of dat de werkelijke functie van dromen is.
Grimes meent dan weer dat dromen een hermeneutische wijsheid bevatten, dat dromen ons niet proberen beschermen, maar ons net iets proberen vertellen. Ook dat is misschien wat vergezocht en theorie-bepaald. Dromen kunnen ons in ieder geval iets vertellen.

Het enige dat ik hier over weet, is dat dromen overduidelijk gaan over wat je bezighoudt, gekleed in een surrealistisch jasje van wat je eerder ervaren hebt. Een droom is een buiten-talig gedicht met jezelf als onderwerp. Ik heb echter niet gezegd dat het altijd goede gedichten zijn. :)

zaterdag 2 maart 2013

Vrees geen pijn; doe gewoon

Ik heb altijd een ongelovige fascinatie gehad voor het stoïcijnse motto: 'pijn is onverschillig'.

Het kost moeite dit te geloven. Maar ik voel toch intuïtief aan dat hier een wijsheid verborgen zit, als een zonnige open plek diep in het donkere woud. Tijdens mijn boswandeling vang ik zo nu en dan een zonnestraaltje op dat me in de richting wijst van die open plek.

Deze blog is zo een zonnestraaltje op mijn zoektocht.

Wandel een eindje mee met me. :)

--- 

Pijn is onverschillig. Deugd niet. Pijn bestaat wel. Deugd ook.

Wie volslagen deugdelijk handelt, handelt naar beste kunnen. De deugdzame mens is hij die zijn best doet.
De pijn, zorgen en tegenslagen die niet vermeden kunnen worden door je best te doen liggen buiten onze macht. We moeten hen aanvaarden als fatum. Zulke dingen horen nu eenmaal bij het leven.

Wat belangrijk is, is wat we doen met die dingen die wel in onze macht liggen. Ik spreek uit ervaring dat wanneer je wat binnen je macht ligt aanpakt en niet uitstelt, je wel niet volledig bevrijd van pijn zal zijn, maar wel van onrust.
Op zo'n moment is je leven zoals het voor jou hoort te zijn.

Doe wat je zelf nodig vindt!

donderdag 28 februari 2013

De troost van de eindigheid

Ik ben sinds enkele dagen een boek aan het lezen over doodsangst en de omgang daarmee. Uit dat boek komt vrij overtuigend naar voor dat de overgrote meerderheid van onze echte zorgen gefundeerd zijn in het besef van onze eigen sterfelijkheid, en bijhorende existentiële angst die daaruit geboren wordt.

De schok die zo'n besef teweeg brengt wanneer het bewust onder ogen gekomen wordt kan een enorme positieve invloed op je leven hebben. Je wordt er een beter mens van. Je leert beter leven. 
Om die reden beoefenden de stoïcijnen dan ook dagelijks de kunst van het zich voorstellen dat het allerergste ook werkelijk ging gebeuren. Oefeningen in het sterven.

Maar wat ik niet helemaal kan bevatten is hoe dit alles te rijmen met een persoonlijke ervaring die ik vaker had. Ook daarnet. De gedachte aan mijn eindigheid is een enorme troost! 
Niet dat ik wil sterven, verre van! Maar wanneer ik overmand word door angst, verdriet, verveling of ongeduld werkt de gedachte dat het eindig is enorm kalmerend. Het gaat wel over. En dat is ook zo, argumenteer ik dan voor mezelf, want je gaat ten slotte dood. 

Dit klinkt nu wel heel donker, maar dat is het niet. De dood is slechts een troefkaart die de eindigheid van wat ik ook mag doormaken garandeert. 
Maar door daar aan te denken wordt ook mijn herinnering gewekt: in mijn herinnering was alles ook eindig. Rouw, angst, verveling, pijn, frustratie, woede. Er kwam altijd wel een moment waarop het stopte. Dus wat ik nu voel, dat moet toch ook ooit eens stoppen? 

Kalmeer maar, het gaat wel over.

zondag 24 februari 2013

Wat is filosofisch denken?

Sinds kort volg ik een cursus Socratisch ondervragen. Deze cursus heeft me vandaag geïnspireerd één aspect van het pentapharmacon met een grote helderheid uit te leggen.

Ik weet dat wat volgt enigszins abstract en technisch is, maar het is een goede toelichting op 'stel doelen'.

---

De kunst van het aanleren van filosofie zou aldus Nelson liggen in het er toe brengen van de student om zijn eigen rede (vermogen tot logisch denken) te koppelen aan concrete voorbeelden uit zijn eigen ervaring, zodat hij dankzij deze koppeling tot een oordeel komt. 
Dit vind ik een interessante combinatie. Het is ook exact wat er vervat zit in de eerste peiler van het pentapharmacon: namelijk rondkijken (zintuigen gebruiken) en de rede hierop betrekken (conclusies trekken en inconsistenties wegwerken). 

Twee gerelateerde aanvullingen echter. In het pentapharmacon kijkt men niet alleen om zich heen, maar ook in zichzelf: herinneringen, aanwezige opvattingen en wat nog veel belangrijker is: de eigen emotionele wereld. Ook daarop wordt de rede toegepast. Ten slotte zijn dit ook ervaringsgegevens: 'ik ben kwaad' is even feitelijk als 'ik zit op een stoel'.

Nu, in emoties zit steevast een curieus staartje verstopt, genaamd onze verlangens. Emoties bevatten altijd een component van verlangen of intentie.
Wat het pentapharmacon voorschrijft is niet alleen een betrekking van ervaring en rede op elkaar, maar eveneens een betrekking van de wil op beiden. De ware oefening in filosofie ligt dus voor mij in het koppelen van de eigen rede aan de eigen verlangens, gebruikmakend van de eigen ervaringen om zo tot een praktisch oordeel te komen.

woensdag 20 februari 2013

Verander je wereld

Een heel eenvoudig en evident principe waar ik net over struikelde is het volgende. Het is allemaal goed en wel om bijvoorbeeld in alle situaties onze rust en kalmte te kunnen bewaren, maar we moeten het onszelf ook niet moeilijker maken dan nodig is. Het is veel interessanter ons leven en de wereld om ons heen zo te organiseren dat het gemakkelijker is om kalm te blijven. 

Zo komt voor mij het principe van kalmte neer op zich niet gehaast of opgejaagd te voelen, dat wil zeggen, geen al te grote druk voelen om snel ergens anders te moeten zijn, maar integendeel ervaren dat ik nu nergens anders ben dan waar ik zou willen zijn
Dus zorg ik er simpelweg voor dat situaties die druk veroorzaken tot een minimum worden gereduceert, zonder daarom dingen op te moeten geven. 
Om maar voorbeelden te geven: vertrek op tijd, stel geen taken uit tenzij je daar héél goede redenen voor hebt, neem niet te veel hooi op je vork, gun jezelf tijd om te rusten, na te denken of te ontspannen, … 

Hetzelfde geldt eigenlijk voor eender welk ideaal dat we ons voor ogen kunnen stellen. Bijvoorbeeld als we genoeg willen hebben aan onszelf, dan proberen we ons leven zo te organiseren dat we zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van anderen. 
Als we positief willen denken, dienen we de eigen omgeving zo positief mogelijk te maken. Want in alle eerlijkheid, het is eenvoudiger een mooie lekkere maaltijd positief te waarderen dan een hoopje verkoolde asse dat ooit doorging voor voedsel.

zondag 17 februari 2013

De ogen van de dood

Verdriet komt door gemis. Mijn gemis. 
Als je van iemand houdt dan doet diens dood eigenlijk maar mild zeer: de mate waarin de dood voor die persoon een slecht iets was, ofwel het geluk dat hij of zij gemist heeft. Dat is erg, maar niet vreselijk. Toch niet voor mij. Want ik ben die andere persoon niet. 
De dood is niet erg. Ik heb de dood in de ogen gekeken, maar hij keek niet terug. Dode ogen kijken je niet aan, nee, ze kijken los door je heen. Ze zijn dromerig, afwezig en spreken over niets dan zachtheid.

Daarentegen, wat werkelijk zeer doet is mijn gemis, wat ik allemaal niet meer kan doen dat ik had willen doen. Onze hoop, dromen en verlangens zijn enorm vervlochten met de levens van onze vrienden en naasten. Het wegvallen van één van hen scheurt het netwerk van dromen en verwachtingen aan flarden. En dat is wat er zo enorm pijn doet. 
Het is misschien schokkend en erg om te zeggen. Maar voor het grootste deel rouwen we om onszelf en onze aan flarden gescheurde dromen. Het rouwproces is dan ook het herschikken van ons wereldbeeld zodat we nieuwe dromen vorm kunnen doen krijgen.

vrijdag 15 februari 2013

Pijn, een taboe?

Mensen houden er tegenwoordig de raarste gewoonte op na wat rouwen betreft. Eenmaal ze door hebben dat ze een 'pijnlijk' onderwerp bij je hebben aangesneden, zoals liefdesverdriet of rouw om een overlede, zullen ze de allergrootste moeite doen van onderwerp te veranderen en zich bovendien uitgebreid excuseren.

Ik zeg niet dat dit altijd en voor iedereen zo is, maar het liefst zwijgen veel mensen verdriet dood, waardoor de rouwende alleen achterblijft en in stilte zijn verlies moet dragen. 
Verdriet wordt taboe! En dat terwijl het delen en bespreekbaar maken van verdriet het niet alleen aanzienlijk verlicht, maar zelfs een eerste stap in de verwerking is. Doordat anderen het verdriet ook erkennen, krijgt het een plaats.
Emoties en herinneringen die een plaats hebben, zullen minder geneigd zijn de rest van ons leven te beheersen, waardoor onze levenskwaliteit omhoog gaat.

Eigenlijk beschouw ik het praten over en delen van verdriet als het ontsmetten van een wonde. Inderdaad, het prikt en steekt, maar uiteindelijk is het resultaat positief. Verdriet dat alleen gelaten wordt gaat vaak etteren en zweren. 
Evident bedoel ik nu niet dat we koste wat het kost erover moeten praten, zonder zwijgen. Dat is een ander extreem. Ik bedoel enkel dat het pad open moet liggen en dat we niet te terughoudend moeten zijn, laat staan ons excuseren.

donderdag 14 februari 2013

Eenzaamheid en delen

In mijn ziel ben ik bovenal altijd een verteller geweest. Van uit dit persoonlijke perspectief bestudeer ik in deze blog eenzaamheid en menselijke communicatie.

Het was niet mogelijk geweest deze blog te schrijven zonder het diepgaande gesprek met mijn goede vriend Gert. Waarvoor dank. :)

---

Een verteller? Ja. Maar ik wil vooral ervaringen delen. Daarmee bedoel ik eigenlijk niet per se ervaringen mededelen, maar werkelijk in zo groot mogelijke mate gedeelde ervaringen hebben. En als je dit met een zekere nuchterheid bekijkt is het glashelder: ik wil niet alleen zijn. 

Nu, een beetje filosoof beseft algauw dat ervaringen nooit werkelijk gedeeld kunnen worden. Het enige dat bereikt kan worden is dat onze ervaringen op elkaar lijken.
Indien we bijvoorbeeld dezelfde wandeling gemaakt hebben, kan je er van uit gaan dat er gelijkenissen zullen zijn. En toch zijn er verschillen, aangezien het twee verschillende personen betreft, met verschillende voorkeuren, een verschillend verleden en droogweg verschillende tijd-ruimtelijke coördinaten. We zijn dus altijd wel een beetje alleen.

Ik ben me reeds lang bewust van dit probleem. Het is eigenlijk niet echt een probleem, maar eerder een persoonlijk vraagstuk, het vraagstuk hoe ik ervaringen kan laten overlappen. 
De koele en onverbiddelijke logica van de rede dwingt me te aanvaarden dat dit nooit totaal mogelijk zal zijn. Men moet ten allen tijden zijn doelen bijstellen aan zijn mogelijkheden, anders komt men triest en bitter uit.
Gelukkig is er nog iets anders dat wij mensen voor handen hebben: de illusie van gedeelde ervaringen, of voor de meer nuchtere mensen: de aanname dat er voldoende overlap is om elkaar te begrijpen. 
Oh, hoe heerlijk ironisch toch! Mensen menen zo enorm vaak elkaar wel te begrijpen, te weten wat er in de ander omgaat en bovendien te weten wat die ander van hen verwacht, evenals ze menen dat die ander ook weet wat zij zelf verwachten. Ze denken zo graag dat ze wel voldoende duidelijk geweest zijn.

Want ja, beste vrienden, volgens mij komt duidelijk communiceren op niets anders neer dan het in voldoende mate delen van ervaringen.
Wanneer ik je vraag me een mes te geven om de worteltjes te snijden, want ik wil wortelstoemp maken, dan is die communicatie voldoende helder wanneer beide personen zich een beeld kunnen vormen van een mes, diens functies en eventueel zelfs van wat wortelstoemp is en hoe een mes zich functioneel kan verhouden tot het klaar maken van de stoemp. 
Nu, dit neemt niet weg dat verschillende mensen verschillende ervaringen zullen hebben. Voor de één smaakt in zijn herinnering de stoemp anders, met meer room, dan voor de andere. Terwijl die andere dan weer aan een aardappelmes denkt, terwijl die ene eerder een botermes in zijn hoofd heeft. 

Maar goed, ik begin een beetje af te wijken van mijn onderwerp. Een belangrijke reden dat ik graag schrijf, is dat een goede schrijver in staat is een grotere controle te bereiken over de ervaringen die hij bij andere mensen oproept. 
Persoonlijk maak ik erg graag gebruik van beeldtaal. Door er voor te zorgen dat het beeld dat ik gebruik een soortgelijk beeld in de geest van mijn lezer oproept, slaag ik er in de mate waarin we een ervaring delen te vergroten, en hopelijk ook mijn boodschap begrijpelijker over te brengen. 
Misschien is dit geen verstandig project. Wat bereik je met het delen van ervaringen? Eventjes voelen dat je niet alleen bent misschien. Maar dat is zo een enorm trieste doelstelling, al is zij natuurlijk wel erg begrijpelijk voor een sociaal dier dat in ongewoon geïsoleerde tijden leeft, ook al zijn we nog nooit met zo veel geweest. Paradoxaal, hé?

woensdag 13 februari 2013

Controledwang, wantrouwen en levenskunst

Afspraken, adviezen, aanwijzingen: het zijn informatieve en goedbedoelde aansporingen die samenwerking in de hand werken. Als mensen willen samenwerken, moeten ze communiceren.

Echter, het voorschrijven van strikte gedragsregels en verboden (met boete of straf bij overtreding) zijn van een geheel andere aard. Tenzij wie ze oplegt voldoende macht heeft ben ik van mening dat zij de zaken er eigenlijk erger op maken en samenwerking, rust en vrijheid hinderen. En dan nog…

Maar waarom? Denk eens na over de onderliggende veronderstellingen bij verplichtingen en nog meer bij verboden. Het is ten eerste de opvatting dat je medemens niet te betrouwen is! De regel gaat er van uit dat mensen het juiste gedrag wel niet zullen stellen, tenzij het afgedwongen wordt. Dat ze slecht van wil zijn, en bovendien dat ze niet fatsoenlijk voor zichzelf kunnen beslissen. 
Denk hier eens over na. Iemand die van het begin af slecht over je denkt. Hoe sta je daar tegenover? Onwillig natuurlijk! Als hij zonder reden denkt dat je een klootzak bent, ben je niet bepaald geneigd erg vriendelijk te blijven. En helaas wordt op die manier het wantrouwen een self fulfilling prophecy. Men gaat zich als een klootzak gedragen, of toch daartoe geneigd zijn.
Nu, de sfeer van competitie en tijdsdruk waar ik het gisteren over had is hier ook een mooi voorbeeld van. Als er continu een strijd van allen tegen allen is, dan wil dit natuurlijk tot op een zekere schaal zeggen dat je medemensen niet te betrouwen zijn - want ze zijn de competitie.
Ik zeg niet dat die regels en controledwang de oorzaak zijn van zo'n onaangename sfeer. Het is eerder andersom. Maar ik weet wel dat de controledwang het verder in de hand werkt, dat het een self fulfilling prophecy op culturele schaal aan het begaan is.

Nu, daarnet sprak ik over onderliggende veronderstellingen. Meervoud. De tweede aanname die onder regels en verboden ligt is die van het vrezen te falen. Daarmee bedoel ik dat de regels gericht zijn op het voorkomen van bepaald gedrag, in plaats van het willen bereiken van iets - zoals samenwerking.

Ik weet dat het een subtiel onderscheid is, en misschien kan ik het niet van de eerste keer duidelijk maken, maar zelfs regels die iets verplichten vallen in deze valkuil. En dit zal je wellicht verbazen, want op het eerste zicht hebben verplichte regels toch een positief doel? Bijvoorbeeld: betaal je belastingen. Dat is een positieve handeling, en geen vermijdingsgedrag. 
Maar schijn bedriegt! Onderliggend zit er wel een negatief doel, namelijk: men wil niet dat je niet betaalt. Snap je? Een dubbele negatie. Aangezien het een plicht is, wil men voorkomen dat je verzuimt te betalen. Indien de vrees te falen niet aan de wortel van deze regel had gelegen, dan was het eerder een verzoek of een advies geweest.
Anders gezegd bestaat de vrees te falen ook uit de gedachte dat als die regel niet gevolgd wordt, als het doel niet bereikt wordt, het wel eens slecht zou kunnen aflopen. Bijvoorbeeld zou de staatsstructuur bedreigd kunnen worden wanneer belastingen niet afdwingbaar waren.

Waarom is dit nu zo erg? Wel, hoe meer iemand een houding van 'ik mag niet falen' heeft, dan 'ik kan het maar proberen, wie weet', hoe minder hij gericht zal zijn op samenwerking. De neiging tot competitie wordt groter, de rust neemt af, onzekerheid groeit. Eigenlijk gaat die persoon meer gaan overleven, en minder gaan leven.
Regels die een gevoel van onveiligheid in de hand werken en een sfeer van overleven cultiveren worden best tot een minimum beperkt. Want het is volgens mij een verdienste van cultuur om ons net in staat te stellen ons te verheffen boven het overleven en ten minste voor sommige dingen in het leven de kans geeft een levenskunst te beginnen in plaats van een levensstrijd.
We zouden eigenlijk toe moeten werken naar een cultuur die het goede leven op zo veel mogelijk domeinen van ons leven mogelijk maakt. En dat voor zo veel mogelijk leden van onze cultuur, en misschien zelfs soort…


Edit: GAS-boetes zijn trouwens een voorbeeld van die controledwang.