zaterdag 8 december 2018

YOLO versus een kutjob

Stel, je hebt een job die als een sleur aanvoelt, of waar je de zin niet van ziet, waar je niet achter kan staan. Stel dat je constant omgeven wordt door mensen die je niet leuk vindt, die je storen of waar je je aan ergert. Ja, stel dat je zelf hele dagen weinig uitvoert en maar ledig voor je uit staart terwijl je het zoveelste kattenfilmpje op Youtube met een domme grijns de revue laat passeren. Stel je dat allemaal voor. En neem nu even in gedachten dat het leven kort is. Dat je maar één keer leeft. YOLO, so to speak

Ik weet niet wat het met jou doet, maar voor mij was dit een enorme schok. Gewoon dat besef bezorgt me een enorme aversie van mondain werk. Het zorgt ervoor dat ideeën die me niet aanspreken of niet op één of andere manier voor mij van nut zijn ook geen aandacht krijgen. En hetzelfde geldt voor mensen waar ik me niet goed bij voel, of die me niets te bieden hebben. Ik spendeer zo weinig mogelijk tijd met hen. (Vandaar dat ik soms 'verdwijn' op feestjes, als ik het beu ben.)

Maar aan de andere kant motiveert het me ook enorm om mijn eigen ding te doen, om mijn eigen pad te verkennen en vol overgave te bewandelen. Ja, om de tijd die ik doorbreng met mensen waar ik van hou te waarderen, alsook helemaal te genieten van de filosofische overpeinzingen en ontdekkingen die met mijn persoon resoneren. Mijn enige maatstaf is: is iets voldoende leuk of betekenisvol, gegeven het feit dat mijn leven maar kort is? 
En als wat ik doe enkel om te overleven is, probeer ik daar voorbij te raken, want leven om te overleven is niet echt de moeite, vind ik. 

Vanuit die gedachten, vanuit deze persoonlijke worsteling, kan ik jullie alleen het volgende aanbieden. 
Als je doet wat je niet graag doet, zorg dan dat het teken in staat van iets dat je leuk of betekenisvol vindt. En als het om te overleven is: goed, maar probeer die hachelijke situatie te overstijgen. Zoek verandering. Beetje bij beetje. 

Probeer het eens. Of niet. Het is jouw leven.

dinsdag 2 oktober 2018

Dat vertrouw ik toch niet, ze!

Zoals de meeste van jullie misschien weten, heb ik het niet altijd even gemakkelijk met vertrouwen – vertrouwen in mezelf, en vertrouwen in anderen.
Recent heb ik een manier gevonden om naar de wereld te kijken die me helpt mijn gebrek aan vertrouwen in perspectief te plaatsen. Omdat sommigen van jullie er misschien ook iets aan hebben, wil ik haar graag neerschrijven in dit kort blogberichtje.

Wereld (zie diagram) 
De wereld is in feite een chaotisch soepje van op elkaar inwerkende krachten. We kunnen dat fysisch zien, maar om wantrouwen beter te begrijpen, is het handiger enkel de aandacht te vestigen op de sociale wereld – met andere woorden: op de mensen om ons heen.

Nu, de krachten in de wereld (pijltjes in diagram) kunnen drie mogelijke relaties tot elkaar hebben:
1) of ze zijn in conflict, ze botsen (C in diagram);
2) of ze zijn in harmonie, ze werken samen (S in diagram);
3) of ze zijn neutraal, ze beïnvloeden elkaar niet (N in diagram).

Sociaal gezien gaat het hier over hoe belangen en gedrag van de ene mens zich verhouden tot de belangen en het gedrag van de andere. 

Zelfvertrouwen
Nu, wij zijn zelf ook een kracht in de wereld ('Ik' in het diagram). Wie weinig zelfvertrouwen heeft, gelooft dat zijn eigen kracht (Ik) zwak is. Deze persoon denkt dat het niet mogelijk is voldoende effect op de wereld te hebben om de eigen belangen te behartigen.

Of anders verwoord: hij voelt zich te zwak om de eigen dromen en wensen te realiseren, ja, soms zelfs te zwak om voor zichzelf te zorgen. De wereld voelt als een genadeloze machine waarin alles al vast ligt en verandering niet mogelijk is. Men kan enkel deelnemen en hopen dat het ten goede uitdraait. 

Men kan zichzelf fysiek niet vertrouwen en de gedachte hebben dat men niets kan, onhandig is, alles verprutst, lichamelijk niet mee kan…ect. 
Maar men kan zichzelf ook sociaal niet vertrouwen. Dan heeft men de gedachte bij conflict (C) overmeesterd te zullen worden door de ander, en/of dat niemand met hem zal willen samenwerken (S).

Mijn advies hier is nagaan of je effectief zo macheloos bent. Kan je werkelijk je doelen niet nastreven of je belangen niet behartigen? Niemand is volkomen machteloos. En bovendien kunnen we oefenen, trainen.

Anderen vertrouwen
Wanneer we wantrouwig staan tegenover andere mensen, denk ik dat we een iets te nauw idee van de sociale wereld hebben: we zien niet dat samenwerking (S) ook mogelijk is. We denken dat de wereld enkel uit strijd (C) of onverschilligheid (N) bestaat, of beiden.

Echter, niet iedereen is voortdurend in conflict met iedereen. De meeste mensen laten de meeste andere mensen koud. Voorbijgangers op straat zoeken geen excuus voor conflict, zijn er niet op uit op je te beroven of op eender welke manier kwaad te doen. Nee, ze zijn met hun gewone, dagdagelijkse zaakjes bezig.

Maar niet iedereen is onverschillig. Sommige mensen staan je meer aan het hart, en omgekeerd. En ook tussen vreemden is empathie mogelijk. Een oud vrouwtje dat valt, een kind dat huilt omdat haar fietsketting er af ligt: we zijn geneigd bezorgdheid te voelen en te helpen. 
Ook op een meer zakelijke manier is samenwerking schering en inslag. Mensen werken voortdurend  met elkaaar samen om dingen te bereiken, ook met jou! 

Denk aan je vrienden, familie, medestudenten, collega’s… er zijn tal van voorbeelden te vinden die bewijzen dat ook samenwerking mogelijk is. Mijn voorstel is deze voorbeelden in gedachten te houden, en niet slechts conflict of onverschilligheid te verwachten. 
En geef zelf ook eens het goede voorbeeld: help eens iemand! Werk samen! Zie wat voor een band en dankbaarheid dat met zich mee kan brengen.

woensdag 26 september 2018

Waarom pijn vermijden bijzaak is

Als ik persoonlijk nadenk over wat er toe doet in het leven, kom ik op het volgende uit: het nastreven van je dromen, proberen realiseren van je doelen, ja, in feite: doen wat je echt wil doen. Doorgaans komt dit neer op enerzijds doen wat betekenisvol is voor jou en anderzijds doen wat je leuk vindt.

Pijn staat dit in feite niet in de weg. Het is perfect mogelijk zowel betekenisvol als leuk te leven met pijn in datzelfde leven. Kijk naar je eigen leven. Je doet (hopelijk) dingen die je belangrijk vindt, je hebt plezier én je hebt soms pijn.

Neem sport. Wie sport, beleeft hier plezier aan, maar ziet soms ook af. Ik denk persoonlijk aan aikido: hoewel ik soms blauwe plekken en zere polsen opdoe, blijf ik het leuk vinden. De twee staan elkaar niet in de weg. Hetzelfde geldt voor een kendo-toernooi. Achteraf zag ik altijd bont en blauw, maar het was zowel plezierig als betekenisvol. 
Of kijk naar vrienden die de Dodentocht wandelen. Ik twijfel er niet aan dat ze hier plezier aan beleven. Maar ze zien ook af. En ach, wat een overweldigend trots gevoel moet hen dat achteraf opleveren!

Inderdaad: pijn overwinnen kan op zich zelf bijdragen tot een gevoel van betekenisvolheid, een overwinning. Maar zelfs als dat niet het geval is, doen we nog zo veel onaangename, ja, zelfs op een bepaalde manier pijnlijke dingen, die toch betekenisvol zijn. Niet in de minste: gaan werken. Vroeg opstaan, een job doen die je niet leuk vindt, omgaan met mensen waar je het niet mee kan vinden… het komt veel voor. 
En ook studeren valt hieronder. Sure, normaal kies je een studie die je interessant vindt, maar de stress van deadlines en examens kunnen bezwaarlijk leuk genoemd worden. Toch zijn ze betekenisvol. Ofwel omdat ze je helpen je te verdiepen in de studie die jou boeit, ofwel omdat ze je verder helpen in het verwerven van een diploma waar je werk mee kan vinden, om op die manier een toekomst uit te bouwen. 

Nu, veel pijn wordt veroorzaakt door het moeilijk of onmogelijk worden van je dromen, wensen, verlangens… denk aan de schrijver met alzheimer, de blinde regiseur, een kreupele atleet, of erger: een hoopvolle vader die zijn zwangere vrouw verliest, of minder dramatisch: een relatiebreuk. Die zaken doen pijn. Veel pijn. En dit net omdat er dromen onbereikbaar worden. 

Maar ook fysieke pijn kan het leven ondraaglijk maken. Wie chronish lijdt, zal nog weinig plezier kunnen beleven aan het leven – plezier, één van die twee grote doelen in het leven. 

Wat er voor mij hier toe doet is dat de pijn zo intens is, dat er geen plaats voor plezier meer is: het wolkendek is zo dicht, dat er geen zonnestraaltje meer door valt. Het is dat zonlicht, dat ik belangrijk vind, dat voor mij een teken van leven is. De wolken zijn maar een bijverschijnsel, en niet de hoofdzaak. 

Pijn vermijden kan dus een doel tot een middel zijn, maar het is nooit een einddoel.

zondag 3 juni 2018

Zijn gevangenissen conceptueel zinvol?

Een goede vriend legde me ooit uit dat als gevangenissen efficiënt willen zijn in wat ze doen, dat ze dan eerst moeten kiezen wat exact hun doel is.
Is het de samenleving veilig stellen, of misdadigers straffen? Afhankelijk van het doel, zal je anders te werk gaan. En nu lees ik in de krant dat er nog een derde doel is: misdadigers herintegreren in de samenleving.

Ik denk dat het moeilijk is deze drie doelen tegelijk waar te maken. Ze zijn tot op zekere hoogte tegenstrijdig met elkaar.

Het afstotende element van straf botst met de herintegratie, want mensen worden doorgaans niet beter van gevangenisstraf. Het botst ook enigszins met de samenleving veiliger maken. Ja, mensen gaan minder misdaden begaan omdat ze bang zijn gestraft te worden. Maar zij die reeds misdaden begaan hebben, worden enerzijds kwader en gefrustreerd, en worden anderzijds blootgesteld aan misdadigers met nog gevaarlijker ideeën.
Het gevolg hiervan is dat men misdadigers niet meer zou mogen vrijlaten, wil men de samenleving veiligstellen. Better safe than sorry. Dit botst uiteraard compleet met het idee van re-integratie, en het botst ook met het algeheel gevoel voor rechtvaardigheid – een dergelijke straf zou in veel gevallen disproportioneel zijn.

Nu, het idee van herintegratie botst ook met het idee van straf: als gevangenissen eerder een opvoedende functie krijgen, is er nog weinig schrikwekkend aan. Goed, heropgevoed moeten worden is niet leuk, maar het klinkt betekenis- en hoopvoller dan simpelweg opsluiting.

Herintegratie botst ook mogelijk met veiligheid: want hoe goed je heropvoeding ook is, je kan niet verzekeren dat er geen recidive meer zal plaatsvinden. Of je heropvoeding moest al de vorm van indoctrinatie aannemen, een praktijk waar uiteraard zeer sterke morele bezwaren tegen zijn.

Mogelijk heb ik nog enkele interne conflicten tussen deze drie verschillende doelen gemist. Maar dit is wat ik er op het eerste zicht van kan maken.

maandag 19 maart 2018

Veel sterkte gewenst

bron
Mensen wensen elkaar sterkte bij sterfgevallen. Ik vind dat enigszins vreemd.
We zijn beter af met steun, begrip, warmte, aandacht en affectie. 

Waarom? Wel, door er te zijn voor iemand die rouwt, geef je mee dat het oké is om zwak te zijn:

'Je hoeft je niet sterk te houden. Ik vang je wel op. 
Huil maar eens goed uit. 
Raas als een orkaan. 
Wanhoop als de laatste sneeuwvlok in de lente. 
Laat je gaan in gitzwart geweeklaag. 
Vervloek het onrechtvaardige universum.'

Het wegvallen van een levende relatie doet pijn. Weer een warme connectie minder! Dat haalt een poot van onder onze stoel, maakt ons heel even zwak. Uit evenwicht. Het is nu eenmaal de aard van het beestje.

Elkaar dan toewensen zich sterk te houden, terwijl men het eigenlijk niet is, lijkt me enorm dwaas. Maar uiteraard versta ik het allemaal verkeerd, en is het enige dat ze je toewensen eigenlijk het doorzettingsvermogen om dit moment van pijn en zwakte te doorstaan. Hang in there baby!

Dat is sympathiek, maar goedkoop. Ik blijf erbij dat het beter is er voor elkaar te zijn, elkaar warmte en steun te bieden. Tijd geven om aan te sterken, maar ook om zwak en kwetsbaar te kunnen zijn.
bron

woensdag 24 januari 2018

Waarom mooie vrouwen vallen voor klootzakken?


Een gedachte. Waarom veel mooie vrouwen vallen voor niets anders dan klootzakken?

Los van father issues, denk ik dat de oorzaak wel eens hierin wil liggen: de wereld ligt spreekwoordelijk aan de voeten van mooie vrouwen. De meerderheid der mannen is bereid van alles voor hen te doen, extra lief te zijn en zich in het algeheel uit te sloven om toch maar op een goed blaadje te komen. Ten minste, dat is als zij geen uitzonderlijk moeilijk karakter heeft.

Het zou me trouwens niet verbazen als wel meer vrouwen dit ervaren: het legertje bedienden, redders-in-nood en kontvegers dat hen overal lijkt te volgen, waar zij ook gaan. Soms met verschillende gezichten, soms dezelfde. Soms knap, soms lelijk. Soms oud, soms jong. Soms sexy, soms creepy. Maar er is altijd wel zo’n schare, zeker voor de mooiste der vrouwen.

Echter, als ik hier over nadenk en me even in hun hoge hakken – pardon: schoenen – stel, kan ik eigenlijk héél goed begrijpen waarom eerder vernoemde klootzakken als onweerstaanbaar op hen overkomen. Maar is dat wat je zoekt in een partner?
Zelfs als man lijkt het me rotvervelend iemand te hebben die als enige doel heeft mij een plezier te doen en bij mij op een goed blaadje te staan, in de hoop een glimp van mijn liefde en affectie op te mogen vangen. Dat is geen relatie, geen partnerschap, maar een heerschappij!

Daar komt nog bij dat je niet kan weten of die heren nu oprecht zijn, of ze een fameuze hidden agenda hebben. Ze zijn zichzelf niet, omdat ze iets van je willen. Op die manier lijkt het me gemakkelijk om je vertrouwen in mannen te verliezen. Vervelend.

Bovendien weet ik graag wie mijn partner is. Dat is wat het letterlijk wil zeggen om iemand 'te leren kennen’. Als die steeds een façade op houdt, heb ik eigenlijk geen idee met wie ik te maken heb.
Ik kan me inbeelden dat hetzelfde geldt voor die mooie vrouwen: zij weten graag wie hun partner is, en hebben bovendien graag dat dat geen onbetrouwbare vod is die enkel achter hun schoonheid loopt.

Vandaar dat de klootzak zo aantrekkelijk is: hij probeert niet op een goed blaadje te komen, maar zegt gewoon wat hij denkt. Soms is dat grof, soms is dat seksueel, soms is het onverschillig en doet het er niet toe, maar bij hem weet ze ten minste waar ze aan toe is. Het is niet iemand die zichzelf door het slijk haalt om op een goed blaadje bij haar te komen. Hij laat zijn interesse duidelijk en onverbloemd blijken. De agenda is niet hidden.
Op de lange duur lijkt dit soort relatie me echter lamentabel. Als hij haar in het begin niet goed behandelt, zal hij dit later hoogstwaarschijnlijk ook niet doen.

Het is eigenlijk tragisch, want zoeken we niet allemaal naar iemand die lief, vriendelijk en begripvol met ons is?
Niet altijd, niet voor alles, maar bovenal op de momenten die er echt doe doen, wanneer we even in een moment van zwakte iemand nodig hebben. Of uiteraard bij wijze van verrassing, om even te genieten van het feit dat onze geliefde ons een plezier doet. Schattige, lieve cadeautjes of gebaren. Natuurlijk!
Echter, zoals ik zei: niet altijd. We willen iemand die onze gelijke is, iemand die ook aan zichzelf denkt, iemand die eigen ambities en projecten heeft, ja, om het in moderne termen te zeggen: iemand die ook een eigen leven heeft, naast dat van ons.

Ik vrees dat ik zelf grote moeite heb mijn eigen advies in acht te nemen. Maar toch, wat me belangrijk lijkt, is open en eerlijk zijn naar vrouwen (en mannen) die ons aantrekken.
Duidelijk maken dat zij ons interesseren, soms eens iets lief voor hen doen, op voorwaarde dat het oprecht is en niet slechts een methode om hen in bed te krijgen – tenzij we dit laatste openlijk communiceren. En voorts is het belangrijk grenzen te stellen. Soms eens niet voor haar te kiezen. Soms eens geen tijd of geen zin te hebben. Niet uit kwade wil, niet om te kwetsen, maar simpelweg omdat het zo is en wij onze eigen persoon zijn.

Bij deze mijn gedachte. J