woensdag 2 december 2015

Seneca; over lezen en levensfilosofie

Net als Schopenhauer hanteert Seneca (in zijn Brieven) de voedselmetafoor, wanneer hij het heeft over wat te lezen en hoe het te verwerken (‘verteren’). Beiden zijn van mening dat je goed moet kiezen wat je leest, net zoals je goed moet kiezen wat je eet.
Seneca (en vermoedelijk Schopenhauer ook) raadt aan te kiezen voor klassiekers, of ten minste auteurs van wie hun waarde gebleken is.

Die opvatting is me te conservatief. Ik vind het geen slecht idee goed te overwegen wat je leest, maar ervaring leert me dat goede lectuur zeker geen canon hoeft te zijn en zelfs niet eens altijd kwalitatief hoogstaand. Zo lang het je gedachten (of zelfs emoties) maar in beweging zet, is het goed.

Een waardevol punt dat Seneca maakt is dat je wel de tijd moet nemen om je lectuur te ‘verteren’ en dus niet te veel of te diverse dingen door elkaar lezen. Neem de tijd om wat je leest op een zinvolle manier te laten bezinken.

Eveneens een goede tip die hij geeft is dagelijks slechts één zin, gedachte of concept te nemen uit je lectuur en die de hele dag te laten bijblijven. Hou één iets vast dat past bij de omstandigheden van die dag (hetzij externe obstakels, hetzij je psychologische toestand) en laat het zijn werking hebben.
Dit is een praktijk die werkt om tot inzichten te komen. Ik heb ze zelf verschillende malen toegepast, hoewel ik soms twee en uitzonderlijk drie gedachten nam. Drie is al veel…

Interessant, voor mij, is dat deze methode aangepast kan worden naar een levensfilosofische oefening van de geest, een Askesis bedoelt om mentaal evenwicht en welbevinden op een dagelijkse basis te versterken. 
Ik zou telkens één gedachte kunnen kiezen uit mijn filosofie (het Pentapharmacon bij uitstek) die past bij de uitdagingen van die dag, één gedachte die ik als een kompas bij me draag om me een route te navigeren doorheen de woelige wateren van het leven.

Ik zie mijn eigen filosofie namelijk als een kaart. Maar in het midden van de storm is een kaart niet zo handig als navigatiemiddel, aangezien zij te veel informatie bevat – vaak ook informatie die niet relevant is op dat moment. Daarom lijkt het me zinnig één leidende gedachte te kiezen en die als richtsnoer te volgen.

dinsdag 15 september 2015

Leermodellen

Ik heb het idee van een rolmodel altijd erg interessant gevonden. Je weet wel, wanneer mensen spreken over hun held of idool, iemand op wie ze willen lijken.

Dat idee verbijsterde en fascineerde me tegelijk. Het begon allemaal op school, met de vraag wie mijn held was. Enkele jaren later moesten we een opstel schrijven over onze held, ik denk zelfs in het Frans. En nog wat later, toen ik met iemand sprak over onze favoriete muziekanten, ging die persoon er van uit dat ik net als haar niets liever zou doen dan die artiest ontmoeten.
Dat verbijsterde me enorm! Ik heb nooit een held of idool gehad, er was niemand op wie ik wilde lijken en ik had totaal geen interesse om muziekanten te ontmoeten, zelfs niet van mijn favoriete band.

Maar toch werd het blijkbaar van mij verondersteld, dat ik een held had. En daar begon mijn fascinatie. Als zo veel mensen het er over hebben en het zelfs als vanzelfsprekend beschouwen, ja, dan moet er toch iets van waarde in het idee van rolmodel zitten? Een waarde die ik misschien miste, niet direct kon zien. Dus begon ik er over na te denken.

Ik merkte op dat rolmodellen traditioneel vooral gezien worden als personen op wie we graag zouden lijken, heel vaak zelfs personen die we graag zouden zijn.
Intuïtief stoten twee zaken me hierbij tegen de borst. Enerzijds is er de zelfverloochening, het iemand anders willen zijn dan je eigenlijk bent; anderzijds is er het onkritische aspect van blinde imitatie en adoratie dat soms met rolmodellen gepaard gaat. 

Dus bedacht ik een nieuw concept, dat rekening houdt met deze zaken: het leermodel!

Een leermodel is iemand die een positief effect heeft op onze karakterontwikkeling en onze manier van leven. Het zijn personen die ons betere mensen maken, simpelweg door hun voorbeeld of door met hen om te gaan. 

Er zijn drie soorten positieve invloeden die een leermodel op ons kan hebben, invloeden die direct of indirect resulteren in persoonlijke groei en een verbetering van onze manier van leven. 

Interactie met een leermodel kan ons nieuwe of diepere inzichten in onszelf verschaffen. Door om te gaan met deze personen leren we onszelf beter kennen. Dat kan op diverse manieren gaan.
Enkele voorbeelden zijn dat we van onszelf opmerken dat we op een bepaalde manier reageren op hen, of zij kunnen iets communiceren dat ze aan ons gemerkt hebben, iets waarvan we misschien zelf niet bewust zijn. Of we kunnen iets van onszelf in hen herkennen, waardoor we onszelf beter begrijpen.
Het resultaat is dat we een betere en vaak objectievere blik op onszelf krijgen, dat we eventjes in staat zijn onszelf neutraal waar te nemen en begrijpen hoe we in elkaar zitten. 

Leermodellen kunnen ook inspirerend zijn, zowel positief als negatief. Omdat we hen op een bepaalde manier iets zien doen of op een bepaalde manier ergens een mening over zien vormen, kunnen we ook onze eigen handelingen en gedachten in een ander licht plaatsen. Het kan ons aanzetten de dingen zelf anders aan te pakken. Hiermee bedoel ik niet dat we anderen gewoon gaan imiteren, hoewel dat ook kan, maar eerder dat die anderen ons door wie ze zijn in een bepaalde richting wijzen. We krijgen een idee, een inzicht in hoe het anders kan. 
Dit kan ook in een negatieve zin. We kunnen iemand iets zien doen of denken waarvan het duidelijk is dat het geen goed idee is. Het negatieve voorbeeld van een leermodel kan ons alertheid bijbrengen, zodat we niet dezelfde fouten maken, of ons doen beseffen dat we niet juist bezig zijn. 

Een laatste belangrijke functie van het leermodel is nog directer van aard. De omgang met deze persoon kan een oefening zijn in een bepaalde kwaliteit (deugd), of zelfs in een bepaalde manier van leven. Laat me dit verduidelijken met een persoonlijk voorbeeld. 
Stel dat je net als mij vriendelijkheid als een belangrijke eigenschap (deugd) voor het goede leven beschouwt. Oprechte vriendelijkheid is iets dat ik nastreef, een ideaal. Een leermodel is dan iemand die er voor zorgt dat ik vriendelijker word in het algemeen, of dat ik het makkelijker vind vriendelijk te zijn, simpelweg door met hem of haar om te gaan. 
Een verschil met de vorige functie is dat dit een oefening is, eerder dan een inspiratie. De omgang met het leermodel is een oefening in vriendelijkheid. Dat vereist dat ik vriendelijk ben tegen of bij deze persoon. Hij of zij helpt me, als het ware, vriendelijkheid ‘uit te proberen’. En hij of zij helpt me te ondervinden hoe je dat nu eigenlijk doet, vriendelijk zijn. 

Leermodellen zijn personen die ons helpen groeien als mens, simpelweg door zichzelf te zijn. Ze helpen ons dichter te komen bij wie we willen zijn en hoe we willen leven.

zaterdag 12 september 2015

Onsterfelijkheid – een vergissing

Enkele weken geleden dacht ik na over de onsterfelijkheid van de ziel. Mijn besluit was dat onze ziel inderdaad onsterfelijke elementen bevat, zijnde een bepaald patroon en de Wil. Wat er van ons bewaard blijft voor de eeuwigheid is dan ook de Wil tot Samenhang.

Mijn vermoeden is dat sommige mensen onsterfelijkheid verlangen net vanwege het feit dat we deel uitmaken van de Wil tot Samenhang. Eeuwigheid is namelijk een natuurlijke toestand van deze Wil.
Wanneer we het gevoel hebben eeuwigheid te ontberen, sterfelijk te zijn, kan het verlangen naar onsterfelijkheid dus in ons opborrelen, net zoals het verlangen naar een stevige maaltijd groeit en groeit, naarmate we hongeriger worden.

Nu, helaas voor ons mensen zijn wij behoorlijk vergankelijk. We kunnen dus een typisch melancholische botsing tussen wens en wereld ervaren. Al onze persoonlijke gedachten en aspiraties, onze persoonlijkheid, dromen en idealen – dat alles zal ooit compleet verdwijnen. Ja, zelfs onze soort is op de lange duur genoodzaakt te verdwijnen.
Dit is erg! Of zo voelt het toch, aangezien er net een verlangen naar onsterfelijkheid in ons schuilt. Misschien vindt het geloof in één of ander hiernamaals hierin zelfs haar wortels. Dit geloof overbrugt namelijk de kloof tussen wens en wereld, het sust ons verlangen naar onsterfelijkheid. 

Mijn suggestie is dat we ons vergissen. We zijn reeds onsterfelijk. Of ten minste: de delen van onszelf die vragen om onsterfelijkheid, zijn dit reeds. De Wil en haar werking zijn eeuwig.
Onze concrete wensen, dromen en verlangens, onze hele persoonlijkheid, zijn uitdrukkingen van de Wil tot Samenhang. 

Wat bedoel ik hiermee? Het is vergelijkbaar met seksuele drang. Seksuele drang is een uitdrukking van het zich willen voortzetten van de soort. Maar wanneer we seksueel opgewonden zijn, doen we dit doorgaans niet met het motief de soort of zelfs maar onszelf voort te zetten. De kans is veel groter dat we het doen omdat we opgewonden zijn en het leuk vinden. 

Net zo zijn onze persoonlijke aspiraties en onze persoonlijkheid een uitdrukking van het principe eeuwig te willen samenhangen, of met andere woorden: te blijven voortbestaan. Ze zijn er een uitdrukking van, maar vallen er niet mee samen! 
Het doel van het vergankelijke deel van onszelf is het nastreven van onze persoonlijke doelen en interesses, en het trouw blijven aan wie we zijn. In feite: zijn wie we zijn en leven zoals we dat willen, vrij letterlijk. Het volgen van onze wil, en onze concrete verlangens. De Wil tot Samenhang als dusdanig maakt daar geen deel van uit.

De vergissing schuilt er hem in dat het eeuwige deel van onszelf kijkt door de bril van het vergankelijke deel en foutief denkt niet meer eeuwig te zijn.
Ik heb elders reeds geschreven dat de dood ons slechts in die mate aangaat als ze onze plannen dwarsboomt. Meer niet. Willen leven is instrumenteel voor het invullen van dat leven. Langer leven, op zich, is geen doel.

dinsdag 8 september 2015

Een menselijk hedonisme

Hedonistische filosofieën, zoals maar niet uitsluitend Epicurisme, kunnen ons iets leren over het waarderen van plezier en genot.

Dat is volgens mij een belangrijk punt: de hedonist apprecieert de geneugten van het leven op een bewuste manier en maakt daar bovendien tijd voor vrij, de tijd nodig om wat men plezierig vindt bewust te ervaren en waarderen. 

In tegenstelling tot een gangbare opvatting, gaat de hedonist zich niet te buiten aan Sex, Drugs & Rock n' Roll
Het gaat helemaal niet over de grootte van je appetijt of je specifieke voorkeuren. Het maakt niet uit of je nu veel of weinig honger hebt, houdt van pasta of van biefstuk, of je valt op blondjes of brunettes, jongens of meisjes… of allebei.

Nee, een hedonist waardeert lekker eten en drinken, seks, goed gezelschap, schoonheid, tederheid, kunst… noem maar op! Hij waardeert deze zaken en maakt er tijd voor vrij. Op een voor hem gepaste manier. 

Hoe eenvoudig kan een les eigenlijk zijn? Maak tijd vrij voor wat je leuk vindt en sta er lang genoeg bij stil om dit plezier ook te waarderen. 

Meer woorden kan ik er ook niet aan wijden. Veel plezier, mensen! :)

(Over het tijd vrij maken kan je ook dit blogbericht lezen.) 

woensdag 2 september 2015

De meerwaarde van ascese

Ik ben wel een fan van ascese, maar niet in de religieuze betekenis waarmee het vandaag geassocieerd wordt.
Het woord ascese komt van het Oud-Griekse Askesis, wat oefening wil zeggen. Ascese is een oefening in ontbering waaruit we een bepaalde les kunnen leren.

Die ontbering verschilt van oefening tot oefening, net zoals de les die de oefening ons kan bijbrengen.
Zo zijn er oefeningen die vragen om weinig te slapen, lang niet te eten of voor een bepaalde periode te zwijgen. Andere schrijven voor geen seks te hebben, zich af te sluiten van alle sociale contact of zich bloot te stellen aan extreme warmte of koude. Enzovoort…
Het basis-idee is dat je tijdelijk iets opgeeft dat je eigenlijk wel graag hebt of doet, zodat je met de ontbering ervan kan leren omgaan, en iets bijleert over jezelf. De vaardigheden of inzichten die je daardoor opbouwt hebben vaak een verrijkende impact op hoe je in het leven staat.

Om een ietwat onnozel persoonlijk voorbeeld te geven: lang geleden merkte ik op dat ik niet in staat was te slapen op een betonnen vloer. Dat feit stoorde me enorm, ook later nog. Dus besloot ik als ascese een maand lang op de vloer van mijn kamer te slapen. Wat ik ontbeerde: een comfortabel bed. Maar eenmaal ik dat onder de knie had, kroop ik natuurlijk terug in mijn zachte bed. En hoe heerlijk dat voelde!

Ik weet niet of het volgende voor iedereen geldt, maar twee vormen van ascese hebben een positief effect op mij, naast de les die ze me bijbrachten. De twee vormen zijn vasten (niet of weinig eten) en slaap ontberen (niet of weinig slapen).
Beiden helpen me soms mijn focus aan te scherpen, en met grotere helderheid te zien wat er zich allemaal afspeelt in mijn emotionele binnenwereld. 
Op andere momenten zijn het ook uitstekende stressremmers. Wanneer ik écht honger heb, of doodmoe ben, gebeurt het wel eens dat stress verdwijnt als sneeuw voor de zon en ik gevuld word met een heerlijke innerlijke rust.

Maar die dingen gebeuren niet altijd, en je moet ook zeker niet overdrijven met ascese. Te lang niet eten of slapen is ongezond.
Trouwens: voorbij een bepaald punt verlies ik mijn scherpte opnieuw en vult onrust mijn borst terug. Dat spreekt ook vanzelf: ik heb namelijk vreselijke honger en ben doodmoe.

Echter, ascese omwille de ascese is je reinste onzin! Eenmaal je de te leren les geleerd hebt, of je het effect bereikt hebt waarvoor je de oefening nota bene deed, houdt het weinig steek jezelf nodeloos te ontberen. Ik denk dan aan het celibaat, of aan het clichébeeld van uitgemergelde yogi’s.

Het is niet omdat je in ontbering kan leven, dat je dat ook moet doen.

dinsdag 25 augustus 2015

Vriendschap & liefde?

Ik speel tegenwoordig met het idee dat mensen van nature twee soorten sociale noden hebben, naast simpelweg het gegeven dat samenwerking praktisch is. Deze zijn vriendschap en romantische liefde. Dat is mijn hypothese.

Lang geleden omschreef ik romantische liefde als een vorm van intense vriendschap die zich lichamelijk en vooral seksueel uitdrukt. De enige manier waarop liefde van vriendschap verschilt, in die opvatting, is de aanwezigheid van seksualiteit. Ik meende dat het mogelijk was precies hetzelfde affectieve voordeel te halen uit vriendschap, als uit liefde. In dezelfde mate. Vrienden kunnen even hard van elkaar houden als geliefden. Ze hebben alleen geen seks met elkaar.

Tegenwoordig ben ik het daar niet volledig meer mee eens. De meeste vriendschappen zijn minder intiem en exclusief dan relaties. En bovendien is het weldegelijk mogelijk dat vrienden seks hebben zonder het als een relatie te beschouwen.
Hoewel de twee op elkaar lijken en ze verwant zijn aan elkaar, zijn de nood aan vriendschap en de nood aan een intieme relatie twee afzonderlijke zaken.

Mensen hebben van nature nood aan een intieme band met een andere persoon, net zoals ze nood hebben aan eten, drinken en slaap. We willen een sterke, zorgende en steunende connectie. Iemand die er is voor ons, en voor wie wij er zijn op onze beurt. Daarom zoeken we een levensgezel, een partner.
Zijnde sociale dieren hebben mensen ook nood aan frequente en betekenisvolle interacties met andere mensen. Behoren tot een bepaalde groep, waarbinnen we een rol hebben en waarop we kunnen terugvallen voor hulp. Daarom gaan we vriendschappen aan.

Een intieme relatie zorgt zeker voor betekenisvolle interacties, maar zij is specifieker en diepgaander dan vriendschap.  Ik vermoed dat het een afzonderlijk verlangen is dat naast de nood aan vriendschap staat.
De menselijke sociale honger is vriendschap; zijn sociale dorst is naar een levensgezel. Beiden zijn even onmisbaar als eten en drinken.

Met levensgezel bedoel ik overigens niet: ‘voor het leven.’ Het is een basisverlangen om een partner te willen hebben. Dat hoeft niet dezelfde te blijven, hoewel het natuurlijk praktischer is als dat wel het geval is. Hetzelfde geldt trouwens voor vrienden.

Ook het seksuele verlangen is iets afzonderlijk. Hoewel het zeker nauw samenhangt met onze nood aan een partner, valt het er niet mee samen. We zoeken niet alleen een partner om seks mee te hebben, maar ook om een intieme band mee te vormen.

maandag 3 augustus 2015

Misbegrepen stress

Ik weet niet of het universeel is, maar iets dat me wel eens overkomt is een foute interpretatie van  mijn stress, een vergissing. 

Mijn lichaam en geest hebben namelijk geleerd om stress direct te associëren met sociale problemen. Als er druk op mij rust, heb ik automatisch en behoorlijk onbewust de neiging dat te interpreteren als een teken dat er dreiging van anderen uitgaat. 
Wat de vorm van die dreiging is varieert. Maar een constant gegeven daarin is dat het te maken heeft met mijn verhouding tot een, meestal niet concrete, ander.

Echter, stress is meer algemeen een bericht dat je vertelt dat er iets op til is dat jou aangaat, dat erg belangrijk voor je is. 
Dat bericht kan zowel gaan over het grijpen van een fantastische kans, als het afwenden van naderend onheil. Maar het hoeft helemaal niet iets te maken hebben met anderen, of mijn relatie met hen. Er bestaan ook andere redenen om nerveus te zijn.

Daarom is het belangrijk aandachtig en onderzoekend te zijn. Nagaan wat de werkelijke boodschap van je stress is. 
Zeker wanneer je merkt dat de stress meer en meer toeneemt, en je moeite begint te krijgen verder te werken aan wat je aan het doen was, kan het wel eens zijn dat je in de foute richting aan het kijken bent.

Ikzelf merk bijvoorbeeld soms dat ik nerveus ben voor het halen van een deadline, maar er emotioneel niet helemaal in slaag mijn stress daar aan te koppelen. Hoe meer ik dan probeer mijn werk af te krijgen, hoe trager het gaat en hoe verkrampter ik word. De stress neemt exponentieel toe!

Dat is eigenlijk best verstaanbaar, want een onderbewust deel van mijzelf probeert me te vertellen – wat zeg ik: het schreeuwt me toe! – dat er sociale problemen zijn, dat er dreiging uitgaat van andere mensen. 
Bovendien merkt dat onderbewuste dat ik er niets aan doe. Ik negeer de dreiging en blijf verder werken aan één of andere deadline, waardoor stress met waterval-snelheid overvloeit in paniek, en uiteindelijk doodsangst.

Het is dus best wel belangrijk aandacht te hebben voor wat je lichaam en emoties je te vertellen hebben, zeker als het over stress gaat. Want aanhoudende stress heeft de neiging een grens te overschrijden die je manier van denken compleet omgooit.

Deze tekst zou te lang worden, mocht ik hier op de kenmerken van die verandering en manieren van denken ingaan. Het volstaat te zeggen dat het fight or flight-instinct wakker schiet en dat de amygdala overuren draait.
Doorgaans zijn de ruwe reacties van dit diepgewortelde instinct niet de beste manier om om te gaan met hedendaagse situaties. Dus het is beter om het niet zo ver te laten komen.

Concreet moet ik dus voor mezelf verifiëren dat er niets dreigends is door iets met anderen te doen, met hen te praten, om te gaan. Of natuurlijk door er over te schrijven. :)

donderdag 23 juli 2015

Verliefde vlegel

Wie liefde voelt, of eerder, wie als een verloren schelp heen en weer wiegt op de getijden der verliefdheid, is nauwelijks vatbaar voor redelijke gedachten. In feite: dergelijke machtige halen van lust en liefde vallen niet te sturen, toch niet rechtstreeks.

In een metafoor zouden we de praktische rede – bezint eer ge begint – kunnen vergelijken met een sluiswachter die een ingenieus systeem van kanalen en poorten dirigeert om ons gedrag in een wenselijke richting te laten stromen.
Dat systeem van kanalen komt overeen met ons denkkader, onze wereldvisie en persoonlijke waarden. Bij sommige mensen is dit een natuurlijk gemeanderd complex van bochten en kronkels. Bij anderen is het een keurig staaltje architecturaal vernuft: een ordelijk, esthetisch en diep uitgegraven netwerk van kanalen.

Echter, hoe ingenieus en diep die gedachten ook zijn, ze doen er niet toe wanneer direct blootgesteld aan het zoete geweld der liefde.
Denk hierbij aan de zandforten die je als kind maakte op het strand. Als je de tijd kreeg bouwde je muren, een gracht en zelfs een afwateringssysteem.
Maar wat maakt dit alles uit wanneer de verliefdheid zo’n hoge golf is dat muren en grachten er door overspoeld en meegesleurd worden? De verliefdheid vaagt het allemaal gewoon weg.

Een belangrijk verschil met het zandkasteel is dat onze gedachten en redelijk vermogen doorgaans niet voorgoed weggevaagd zijn, maar slechts tijdelijk volledig ondergelopen.

Los van de verheven, prikkelende en euforische emoties die onze wereldvisie kleuren gedurende de verliefdheid, zie ik echter nog een mogelijke meerwaarde in het verliefd zijn. Twee eigenlijk!

Enerzijds toont de liefde ons tijdelijk een ander perspectief, stelt het ons open voor mogelijkheden waar we ons al lang geen vragen meer bij stellen. Voor de liefde proberen we zonder enige twijfel nieuwe ervaringen uit.
Denk maar aan die talloze keren dat je verliefd was en miraculeus bezield raakte voor de hobby’s en interesses van je geliefde. Zaken waar je op jezelf nooit veel om had gegeven, maar die je nu oprecht boeien – als dat ene fantastische wezentje om deze zaken geeft, dan moeten het toch wel belangrijke dingen zijn, nee? 
In ieder geval: de liefde kan ons losweken uit vastgeroeste gewoontes en overtuigingen. Zeg wel: kan, niet: zal.

Anderzijds zie ik verliefdheid ook als een evenwichtstest. Een test die nagaat hoe stabiel onze persoonlijkheid en ons wereldbeeld op dit moment zijn.
Een veel voorkomende manier om om te gaan met instabiliteit is net heel rigide vasthouden aan bepaalde routines en denkbeelden – in feite: het niet of maar minimaal toelaten van verandering en evolutie in je leven.
Die toestand van gespannen stase kan fundamenteel overhoop gegooid worden door de springtij – liefde zet aan tot beweging en transformeert ons wereldbeeld, al is het maar tijdelijk. Delen van ons denkkader of onze persoonlijkheid die te wankel op hun poten staan kunnen er door instorten.

Verliefdheid is een test om na te gaan hoe goed je om kan met verandering – een test om te zien of je kasteel gebouwd is uit zand of graniet.

vrijdag 17 juli 2015

De filosoof als goede gesprekspartner

Wat voor mij het filosofische debat tot een waardevolle oefening in een manier van (samen)leven maakt, is dat men hierbij de gesprekspartner moet respecteren, moet laten zijn, de kans geven zijn standpunt(en) onder woorden te brengen. 

Het doel van een filosofisch gesprek is niet winnen of je gelijk halen. Nee, het is luisteren naar de ander en zijn standpunten, en op een eerlijke manier onderzoeken hoe deze in elkaar zitten en hoe zij zich verhouden tegenover je eigen standpunten – een wederzijdse poging elkaar te begrijpen, te zien hoe wat de ander zegt past in jouw wereldbeeld en idealiter tot een oprechte consensus te komen. 

Waardevol is die aanvaardende en respectvolle zoektocht naar overeenkomst, eerder dan het al dan niet bereiken van die overeenkomst. 

Los van de intellectuele oefening leert men samenwerking en dat het helemaal niet erg is om van standpunt met iemand te verschillen, dat daar geen conflict uit moet voortvloeien. Bovendien is de ervaring dat iemand je respecteert, serieus neemt en probeert samen te werken ondanks verschillen erg aangenaam. 

Louter voor mezelf sprekende kan ik zelfs zeggen dat het erg bevrijdend en aangenaam voelt iemand platform te geven zonder er tegen in te gaan. Even het eigen standpunt aan de kant zetten en meegaan met wat de ander te vertellen heeft. 

En ook: loskomen van dat gevoel in de conversatie waarin je simpelweg wacht tot het jouw beurt is zonder echt aandacht te hebben voor wat je gesprekspartner te zeggen heeft – een filosofisch gesprek hoort geen machtsstrijd te zijn voor wie het langste aan het woord is.
Je staat met twee in de schijnwerpers, niet alleen. Het gaat over jullie gezamenlijke optreden, wat je er samen van kan maken, niet hoe jij individueel schittert.

dinsdag 7 juli 2015

Spontaniteit: een dans onder de waterval van het heden

Spontaniteit is het ongeremd handelen naar de eigen wil zonder roekeloos te worden. Hiervoor is het belangrijk in contact blijven staan met die wil, maar ook met de eigen zintuigen. 

Dit wil zeggen voeling te blijven hebben met het heden, met het vliedende moment waarin je je effectief bevindt, en steeds de hand te blijven uitsteken zodat je de waterval van het heden door je vingers heen voelt stromen, zonder dat water te proberen vangen en zonder het te proberen vast houden. 

Je weet dus steeds opnieuw, als een eeuwig opwellende bron, niet alleen wat je wilt, maar ook wat er in en om je heen gebeurt. Luisteren naar jezelf en naar wat je zintuigen te vertellen hebben. 

Vrijelijk jezelf volgen, een dans tussen de regenbogen van de grote waterval van het heden, maar wel oplettend voor gladde stenen.

maandag 6 juli 2015

Actieve verontwaardiging

Iedereen is wel vertrouwd met verontwaardiging: het gevoel dat iets niet eerlijk is, dat het zo niet zou mogen zijn, dat het niet had mogen gebeuren.

Verontwaardiging en het gevoel van onrechtvaardigheid kunnen een krachtige motivator zijn om verandering te brengen in je eigen leven en dat van de mensen om je heen.
Iets eigenaardigs dat me echter opvalt is dat verontwaardiging vaak samengaat met een zekere apathie, met verslagenheid en hulpeloosheid. We ervaren dat iets oneerlijk is, maar we laten na er naar te handelen. We blijven gewoon zitten.

Het is mijn overtuiging dat ervaren dat iets oneerlijk is net de aanzet is om in actie te schieten en de situatie te transformeren naar een betere. 
Ik zeg soms tegen mezelf: als er geen onrechtvaardigheid was in de wereld, zouden we ook het gevoel van rechtvaardigheid niet kennen. Die morele emotie is net ons instrument om een beetje grip te krijgen op de oneerlijkheid van de menselijke conditie.

Echter, ik ben zelf verontwaardigd te zien dat zo veel mensen, mezelf incluis, apathisch blijven bij hun terechte gevoelens van onrechtvaardigheid. Vandaar dat ik deze tekst schrijf. Dit is mijn eerste aanzet om in actie te treden!

Het gevaar van deze apathie is dat het onze wereld betekenislozer en negatiever maakt dan strikt noodzakelijk is. We worden de defaitist waar ik in de vorige keer over sprak. Zulke morele emoties ervaren en niets doen transformeert ons in misantropen en nihilisten. Het verduistert ons wereld- mens- en zelfbeeld tot we wegzinken in zelfmedelijden en melancholie. We verliezen in feite onze hoop en ondernemen niets meer.
Niet dat eenmalig niets doen direct tot zulke dramatische gevolgen leidt. Dat is slechts de extreemste mogelijkheid. Een milder gevolg is de gedachte dat iemand anders er maar wat aan moet doen. Het doet ons en onze omgeving toch geen goed.

Nee, het lijkt me zinvol te luisteren naar ons gevoel van onrechtvaardigheid en te kijken wat we er mee kunnen doen, nu, met hoe onze situatie nu is en wie we nu zijn. En het zeker niet uit te stellen naar later. 
Twijfels over onze eigen nietigheid en machteloosheid mogen niet de overhand krijgen! Het is ten slotte eindeloos veel beter geprobeerd te hebben en gefaald, dan nooit zelfs maar de kracht te vinden een poging te ondernemen. 
Trouwens: als je faalt zie je van daar wel wat je verder doet. Er is altijd wel iets dat je kan doen. :)

dinsdag 30 juni 2015

Aanvaarding: tussen rebellie en verslagenheid

Ik wil jullie vandaag laten kennismaken met twee figuren: de defaitist en de metafysische rebel (een concept van Camus).
Beiden bezitten een kracht die een zwakte wordt wanneer in het extreem doorgedreven. Een aanvaardende houding houdt het midden tussen deze twee extremen. Maar laat me hen aan jullie voorstellen.

De defaitist is degene die zich overal bij neerlegt en alles maar laat gebeuren zonder zelf iets te doen. Het is iemand die geen plaats inneemt in de wereld en enkel bestaat bij gratie van wat er in zijn omgeving gebeurt en wat anderen over zijn hoofd heen bepalen.
De defaitist meent volkomen machteloos te zijn tegen de krachten van de wereld. Wat hij ook probeert: het maakt volgens hem allemaal niet uit, hij heeft er toch geen grip op.
Hij dobbert mee met de stroom, maar maakt geen gebruik van zijn roeispanen of zeilen. Hij is volkomen overgeleverd aan het meanderen van de rivier, vergetend dat hoe klein we ook zijn en hoe sterk de stroom ook is, er altijd iets is dat we kunnen doen.

De (metafysische) rebel daarentegen doet nog het meest denken aan een kwade kleuter die geen snoepje krijgt. Het kan hem niet schelen dat zijn ouders geen geld hebben, of dat er geen snoep in huis is. Hij moet en zal een snoepje krijgen! De wereld moet zich maar aanpassen, veranderen naar zijn grillen.
En net dat is typisch voor de rebel: hij kan geen rust vinden tot de wereld is zoals die volgens hem moet zijn. Wat hij echter vergeet te doen is kijken naar zijn omgeving, naar wat kan en niet kan. Hij houdt enkel rekening met zijn eigen wil. Maar soms zijn er gewoonweg geen snoepjes.

Aanvaarding ligt volgens mij tussen de rebel en de defaitist in, en neemt de beste kwaliteiten van beiden in zich op.

dinsdag 16 juni 2015

Kairos: grijp het moment!

Het is intussen al weer jaren geleden dat ik voor het eerst hoorde over het inspirerende concept kairos. Dat was tijdens een nogal illustere les ethiek. Ik heb nog vaak aan die les gedacht. Ook vandaag is zo’n dag. Een nieuw kairos-moment presenteert zich.

Kairos slaat op het juiste moment. Persoonlijke kansen en mogelijkheden doen zich voortdurend voor. Kairos is het juiste moment om deze kansen te grijpen, het meest gepaste ogenblik om te handelen. In feite: de juiste timing.
Belangrijk is aandachtig te zijn voor deze kairos-momenten, en het initiatief, de kracht en de moed te vinden ze aan te grijpen, er op in te gaan. Soms lukt dat, soms niet.

Onlangs had ik romantische interesse in een bepaald meisje – oké, goed: ik heb nog steeds interesse in haar. Ik voelde het juiste moment om met haar te praten; zij had al interesse in mij getoond, maar ik heb dat moment laten voorbijvliegen. Het was te laat. Er viel van alles voor waardoor ze nu onbereikbaar is voor mij.
Ik kan niet weten of het anders was gelopen indien ik niet gewacht had; maar ik meen wel dat het mijn persoonlijke taak is ieder kairos-moment dat zich voordoet met beide handen aan te grijpen. Dat versta ik namelijk onder de deugd ‘spontaniteit’.

Een ander, positief, voorbeeld. Toen mijn aikido-sensei vertelde over de opleiding tot aikido-initiator en ik me realiseerde dat ik daarvoor gekwalificeerd ben twijfelde ik, vooral aan mezelf.
Ik zei hem dat het me wel interesseerde, waarop hij me direct liet weten dat hij het een goed idee vond. Ik wou terugkrabbelen.
Gelukkig heb ik daar niet aan toegegeven en alles in het werk gesteld om ingeschreven te raken voor deze cursus. Het is echt iets dat ik wil doen, en dit was een belangrijk kairos-moment voor mij!

En ook vandaag doet zo’n moment zich voor. Er loopt een doctoraats-vacature aan de KU Leuven met als onderwerp ethiek en autisme. Ik voldoe prachtig aan het vereiste profiel voor deze job en voel bovenal in mijn onderbuik dat dit toch wel iets is dat ik zou willen doen.
Maar ook nu knaagt die twijfel. Opnieuw twijfel ik aan mezelf. Het is belangrijk dit kairos-moment aan te grijpen! Ten slotte is het eindeloos veel beter geprobeerd te hebben en gefaald, dan nooit zelfs maar de moed te vinden een poging te ondernemen.

Grijp je kansen, grijp het moment!

dinsdag 2 juni 2015

Ik was mezelf niet - of toch wel?

Er bestaat soms de neiging te denken dat vooral onze beste momenten representatief zijn voor wie we ‘echt zijn’. Over slechtere dagen zullen we dan weer geneigd zijn te zeggen: ‘ik was niet helemaal mezelf’.

Echter, de beste én de slechte momenten zijn een evenwaardig deel van wie we zijn. Dit niet erkennen is een deel van onszelf ontkennen, onszelf loochenen.
Bovenal verliezen we potentiële groei, we ontnemen ons van de kans ook de 'slechtere' manifestaties van onszelf te transformeren. 
Waarom onszelf ontkennen? Misschien uit angst voor afkeuring. Misschien vinden we onszelf geen leuke persoon meer als we erkennen dat we slechte kantjes hebben. Ik weet het niet.

Maar wat ik wel weet is dat het erkennen en aanvaarden van onze mindere kantjes, zonder onszelf daarom af te keuren, het begin is van een krachtige zelftransformatie. Het is door die erkenning dat we de ruimte krijgen veranderingen en verbeteringen aan te brengen.
Zich realiseren dat men bijvoorbeeld ‘boertig’ is in een gespannen situatie, ja, dat eenvoudige morele sentiment kan ons aanzetten in de toekomst gepaster te handelen. Het is een parel van zelfinzicht!

En zeg nu zelf: het is maar al te gemakkelijk deugdelijk te zijn en het juiste te doen wanneer alles ons voor de wind gaat, maar een ware meester in het zichzelf-zijn slaagt er in ten allen tijden deugdelijk te zijn.

Misschien een onhaalbaar ideaal… maar zeker een prachtig streefdoel!

maandag 25 mei 2015

Escapisme, virtuele wereld: een persoonlijke kijk

Ik weet niet goed hoe deze gedachte te verwoorden, maar het is niet omdat je in een virtuele wereld zit, dat die ervaring daarom minder echt is, dat het geen deel uitmaakt van je echte leven. Escapisme en ‘echt leven’ hoeven elkaar niet in de weg te staan.

Als ik bijvoorbeeld terugdenk aan mijn tijd in Clan U42, de Warcraft III clan, dan zijn die herinneringen en ervaringen volwaardig en betekenisvol. Het was een goede, leuke tijd waarin ik bijgeleerd heb en avonturen beleefd heb met andere mensen die mijn vrienden werden. Het was een volwaardige menselijke ervaring.
Mijn tijd in de clan heeft me eigenlijk door een erg moeilijke periode van mijn leven geholpen – het was een lichtpunt voor mij, iets om naar uit te kijken.

Dit geldt escapisme in het algemeen. Het is niet omdat je ergens van wegloopt, iets niet (direct) onder ogen wil of kan komen, dat je daarom een minderwaardig leven leidt. Je terugtrekken kan een strategie zijn.

Veel van de zaken die ik doe zijn escapistisch van aard en net om die reden betekenisvol: het is een veilige manier om emoties te verwerken, aan zelfonderzoek te doen, even te ontspannen en vanzelfsprekend me zelfs te amuseren.

Neem schrijven als een voorbeeld. Als ik schrijf trek ik me in feite terug van de buitenwereld en keer in mezelf. Dat is zeker het geval wanneer ik over fantasiewerelden schrijf. Maar het blijft een creatief en transformatief proces.
Terwijl ik die wereld verken, verken ik in feite mezelf. Emoties krijgen een plaats of worden in een ander licht gezien en ik kan op een veilige manier experimenteren met verschillende reacties op sociale situaties. Ik leer bij! En toegegeven: soms kan het ook gewoon enorm leuk zijn je personages te plagen, net zoals het ook leuk is je vrienden te plagen. Is er eigenlijk een verschil?

Ik mag bovendien niet uit het oog verliezen dat een ervaring pas haar betekenis verliest wanneer onze aandacht elders is, wanneer we bezig zijn te wensen dat we ergens anders waren of in angst zitten te hopen dat een andere situatie niet gaat gebeuren. Ik denk dat ik eindelijk begin te begrijpen wat men bedoelt met in het moment leven.

zaterdag 9 mei 2015

7 huishoudtips voor de ziel

Korte lijstjes met levensadvies of leuke wetenswaardigheden zijn in de mode. Dus bij deze een lijstje met mijn strategieën om om te gaan met lastige emoties, melancholie en worstelingen met mezelf. 
In feite zijn het een paar persoonlijke antwoorden op de vraag: 'hoe zorg ik ervoor dat het goed wonen is in mezelf?'

Maar serieus, ik vind het gewoon leuk dingen te delen (zie puntje 2 en 5). :)

1. Analytisch vermogen
Het kan nuttig zijn om een vriendelijk, open en begripvol vraaggesprek met jezelf te houden.
Heel vaak wanneer we geplaagd worden door negatieve emoties, een gevoel van betekenisloosheid of onwennigheid met onszelf, gaat dit gepaard met negatieve gedachten. …
Die negatieve gedachten doen meer kwaad dan goed. Toch is het geen goed idee ze te ontkennen, tegen te spreken of proberen verdrukken. Beter is er naar te luisteren en ze serieus te nemen, maar op een kritische manier.

En dat is waar het analytisch vermogen aan te pas komt: om te begrijpen waar die gedachten vandaan komen. Hoe kom ik erbij dit te denken? Op welke onderliggende ervaringen en opvattingen steunen ze? Passen ze eigenlijk wel  bij mijn ervaringen of zijn het eerder overhaaste veralgemeningen? Is het niet mogelijk dit ook anders te zien dan op die negatieve manier?

Een vraaggesprek met met jezelf dus! Om jezelf beter te begrijpen en te corrigeren indien nodig, maar niet om te berispen of af te keuren.

2. Praten met anderen
Één van de meest nuttige en waardevolle dingen die je volgens mij kan doen wanneer je ergens mee zit is een goed gesprek voerenje verhaal kunnen doen, er met iemand over praten…

Niet in de hoop of met de verwachting dat die andere persoon er iets aan gaat doen, of zelfs maar eender wat doet behalve luisteren. Hoewel het natuurlijk heel leuk en goed is wanneer iemand je aanbiedt te helpen, steunen of medeleven en begrip toont. Maar het hoeft niet.

Dat je je verhaal kan doen is al fantastisch! Het helpt je ook voor jezelf dingen in perspectief te plaatsen, te relativeren, en het stelt gerust: wat er ook met me aan de hand is, hoe ik me ook voel, het mag er zijn, ik mag er zijn en ben geen probleem.

Het is net door er over te zwijgen en het stil te houden, dat die zaken een eigen leven gaan leiden en onhandelbaar worden. Dat geldt trouwens ook voor stress: kunnen en durven zeggen dat je bang of nerveus bent mildert deze emoties. En ook in staat zijn uit te drukken hoe boos of gefrustreerd je bent helpt je wat innerlijke rust te herwinnen, in plaats van onverwacht te 'ontploffen'.

In mijn ervaring is het wel een aanrader om te proberen in te schatten wie voor welk onderwerp en op welk moment het beste is om mee te praten. Als je echt niemand hebt op een bepaald moment, kan je het nog altijd opschrijven. :) (Zie puntje 5)

3. Zwaardmeditatie
Zwaardmeditatie bestaat uit enkele oefeningen, vaste zwaardbewegingen die ik telkens weer tot in de perfectie probeer uit te voeren, met de juiste mindset. Er is altijd ruimte voor verbetering, dus ik probeer telkens ik oefen ook een nieuw aandachtspunt toe te voegen.

Leren omgaan met imperfectie: aanvaarding en blijven volharden. Een manier om angst, woede of stress een plaats te geven en innerlijke rust te vinden. Bovendien is het een uitstekende methode om mijn focus te verscherpen en lichaamsbewustzijn te cultiveren.

Maar het belangrijkste dat zwaardmeditatie kan brengen is een enorme doelgerichtheid, helderheid ontrent wat (op dit moment) belangrijk voor me is en de onbreekbare moed en vastberadenheid om mijn dromen, wensen en veralangens na te streven.

4. Aikido-ademhaling
Een ademhalingstechniek, geleerd in de aikido. Diep inademen, zo diep je kan, en dan langzaam uitademen, meestal via de mond.
Tijdens het uitademen ontspan je de spieren van een lichaamsdeel (bijvoorbeeld schouders). Maak ze zo slap mogelijk en gebruik eventueel meerdere keren uitademen, tot dat lichaamsdeel volledig ontspannen is. Verschuif dan je aandacht naar een ander lichaamsdeel en doe hetzelfde.

Variaties hierop zijn proberen je gehele lichaam in één keer te ontspannen en je ademteugen tellen.

Dit is een goede manier om tot rust te komen, even te bezinnen of om te gaan met sociale stress. Ook versterkt dit het lichaamsbewustzijn.

Een leuk extra'tje is dat dit in mijn ervaring een uitstekende manier is om in slaap te vallen 's avonds, zeker wanneer ik de ademteugen tel.

5. Schrijven
Schrijven is een andere methode die in mijn ervaring uitstekend werkt om emoties als angst, verdriet, woede… een plaats te geven en tot uitdrukking te brengen.
Het helpt ook jezelf beter te begrijpen wanneer je met jezelf worstelt, of waar de hevige emoties vandaan komen. Je kan jezelf beter in perspectief plaatsen en eventueel de situatie relativeren dankzij schrijven. Of het lucht gewoon op. :)

Wanneer ik het over schrijven heb bedoel ik dat heel breed: filosofische essays, een logboek voor mezelf, fictie… wanneer je merkt dat schrijven iets is dat je kan helpen adviseer ik te experimenteren met verschillende stijlen, aangezien ze je elk op een andere manier helpen.
Bepaal ook voor jezelf welke schrijfsels bedoelt zijn voor publiek en welke niet, of enkel voor vrienden.

6. Tijd voor jezelf
Veel hevige emoties of onwennigheid met jezelf gaan gepaard met gevoelens van chaos en verwarring. Je weet niet goed wat er gaande is, maar er is duidelijk wel iets aan de hand. Of het is gewoon te veel om te overzien.

Inzicht in en vertrouwdheid met jezelf zijn cruciaal om die zaken het hoofd te bieden. Ten slotte: als je wil dat het aangenaam wonen in jezelf is, doe je er goed aan het huis dat je bent te kennen, te weten waar het dak lekt en welke kamer lekker warm is in de winter. Wat goed is en wat beter kan.

Letterlijk tijd nemen voor jezelf is iets dat je hiermee kan helpen. Zet je in alle rust neer op een comfortabele plek, weg van de drukte van anderen, en laat je gedachten en emoties gewoon hun gang gaan. Er is niets dat je niet mag denken, zien of voelen. Laat het maar allemaal stromen.

In het begin kan dit wat ongemakkelijk, saai of nutteloos voelen. Maar na ongeveer een kwartiertje (niet naar de klok kijken!) zullen diepere gedachten en emoties wel beginnen vloeien - ten minste: dat is toch mijn ervaring.
Tijd nemen voor onszelf is iets wat we tegenwoordig te weinig doen, naar mijn mening.

7. Geheugensteuntjes
Al dat nadenken, schrijven, ademhalen… leidt idealiter tot persoonlijke inzichten.
Een probleempje met mensen is dat ze nogal vergeetachtig zijn. Zeker op momenten van hevige emotie is het moeilijk vaak complexe persoonlijke inzichten terug voor de geest te halen.

Een handig trucje hiervoor is het moment dat je dat inzicht had terug voor ogen halen door een beeld of ervaring. Zo kan ik mijn persoonlijk inzicht dat ik 'genoeg ben' oproepen door terug te denken aan de telefoon in de living en waar ik zat in de zetel.

Maar de meeste inzichten zijn helaas niet gekoppeld aan zo'n beeld. Daarom heb ik de neiging mijn belangrijkste inzichten samen te vatten in korte kernpuntjes, zoals bijvoorbeeld het Pentapharmacon (zie rechts vanboven op deze site).

Deze, en andere, heb ik gememoriseerd door ze een jaar lang dagelijks in mijn hoofd te herhalen, met alle bijhorende bedenkingen en nuances. Het voordeel daarvan is dat ik nu altijd toegang heb tot mijn diepste inzichten op lastige momenten.
Ik beschouw het Pentapharmacon als een sleutelbos: op lastige momenten is de vraag alleen welk sleuteltje de deur naar een zinnige oplossing zal openen. Een kwestie van proberen en ervaring. :)

~~~
Vanzelfsprekend heb ik nog meer strategieën. En eigenlijk passen deze 7 niet in hokjes. Maar het presenteert wel mooi. :)
Merk ook op dat dit simpelweg is wat ik doe. Het zijn geen universele mirakeloplossingen voor de hele mensheid, hoewel ik oprecht hoop dat je er iets aan hebt.

vrijdag 8 mei 2015

Epicurisme & omgaan met verlies

Van alle antieke Hellenistische scholen is het epicurisme altijd mijn favoriet geweest, hoewel ik ze natuurlijk allemaal kan smaken. :)

Het eenvoudige idee plezierig maar met mate te leven en vooral veel tijd door te brengen met vrienden spreekt me aan. Epicuros hechtte groot belang aan vriendschap en vriendelijkheid.
En ook het advies ervoor te zorgen dat je voldoende tijd voor jezelf hebt, om je gedachten te ordenen en je emoties te laten bezinken raakt een gevoelige snaar.

Ik heb echter altijd moeite gehad met het epicureïsche standpunt tegenover onze eindigheid, tegenover de dood. We hoeven de dood niet te vrezen, want wanneer wij er zijn is de dood er niet, en wanneer de dood er is zijn wij er niet (meer) – zo luidt het befaamde advies van het Tetrapharmacon.

Maar dit klopt niet! We komen de dood wel degelijk tegen in ons leven. Meer nog: de dood is omnipresent! We komen voortdurend dingen tegen die dood zijn, of dood gaan.
Epicuros’ advies heeft me nooit een houdvast gegeven voor één van mijn grootste zorgen: het besef dat niet alleen ik eindig ben, maar ook alles en iedereen waar ik van hou en waar ik om geef! 
Het is zo goed als onoverkomelijk dat we in ons leven personen waar we om geven gaan verliezen – al hoeft dat natuurlijk niet door de dood te zijn.

Daarom dat ik in mijn eigen filosofie een alternatief geneesmiddel voor de ziel voorschrijf: heb genoeg aan jezelf, maar wees blij met een ander.

Anderen komen en gaan, maar aan jezelf zit je vast. Zorg ervoor dat je voor jezelf kan zorgen en doet wat je leuk vindt, dat je tevreden bent met wie je bent, ja, dat het goed wonen is in jezelf.
En als het goed wonen is in jezelf, is het ook een goede plaats om anderen te onvangen: ze zijn welkom, de deur staat open en wees blij met iedere gast die over de vloer komt, met al het leuke dat jullie samen kunnen beleven en delen. Genieten van elkaars gezelschap.

Maar besef dat ze ook weer kunnen weggaan, op een bepaald moment verlaten zij het huis. Wie weet tot een volgende keer. Of niet. Dus heb genoeg aan jezelf. :)

woensdag 29 april 2015

Pintje bier, geentje hier?

Ik lust wel eens een pintje. Wie me kent zal dit met een glimlach kunnen beamen. Echter, het afgelopen jaar heb ik de hoeveelheid binnengekapt gerstenat stevig teruggeschroeft.

Ik zeg dit niet om mee te zijn met de zoveelste gezondheid-en-voedingshype die aan de gang lijkt te zijn, noch omdat het me grote moeite zou kosten en ik bevestiging wil in mijn moeizaam proces – hoewel ik vanzelfsprekend veel respect heb voor wie ontwenning een worsteling is.

Nee, ik schrijf dit om mijn ervaringen te delen. De reden voor mijn vermindering is simpelweg dat het niet meer leuk is, dat het niet meer opweegt tegen wat het kost, en dan heb ik het nog niet eens over de toenemende prijzen van bier.

Ik merk dat het mijn focus en scherpte verzwakt. Niet alleen na het drinken, maar ook en vooral de dag erna. Het is alsof ik met mijn mentale zwaard ruw door een berg zand heb staan hakken: volledig bot en vol krassen!
Daarnaast vermindert het mijn zelfcontrole: ik ben meer overgelevert aan automatische impulsen op wat er in mijn omgeving gebeurt, ook de dag erna. Dus het zwaard is niet alleen bot, maar ik kan er ook niet meer recht mee snijden, en het beeft.

Dat geldt trouwens ook voor mijn lichaam: ik ben minder handig en heb minder uithoudingsvermogen de dag nadat ik bier gedronken heb. En soms beef ik dan. 

Wat misschien nog het vervelendste is, is dat het fungeert als een emotioneel vergrootglas: zowel op het moment zelf, als de dag erna versterkt het mijn niet altijd even positieve emoties. En in combinatie met verminderde zelfcontrole, wil dat zeggen dat ik hopeloos overgelevert ben aan vaak irrationele en bovendien sterk uitvergrootte emoties.

Ook het aangename gevoel, de roes, voelt minder aangenaam dan vroeger. Enkel een soort ongecontroleerde verdoving blijft.
Goed, een paar pintjes helpen me nog steeds vlotter te zijn in de sociale omgang, dat is zeker hun meerwaarde, maar die weegt nauwelijks op tegen al het andere, waaronder bijvoorbeeld de dorstige hoofdpijn die soms als een venijnige zandstorm over me heen raast na een zware nacht.
Na zo’n nacht ben ik trouwens ook sowieso minder uitgerust, en dat terwijl oververmoeidheid op zich reeds een probleem is waar ik mee kamp. 

Nu ja, de smaak mag er natuurlijk ook wel wezen, maar behalve in gezelschap kan ik me er simpelweg minder en minder toe brengen alcohol te consumeren. Dus, om een stokoude woordgrap te maken: drink met mate(n) :)

zondag 12 april 2015

Tragedie van de weirdo

Waanzin als discours van (ab)normaliteit, een discours van rede en redeloosheid – wie er binnen valt wordt serieus genomen, wie er buiten valt bazelt per definitie onverstaanbare onzin.
Foucault geeft aan dat er een (schijnbaar) onoverbrugbare kloof tussen beiden geslagen is. En dat terwijl normaliteit en abnormaliteit eigenlijk op een continuüm staan, met een fluctuerend middenpunt.

Het is de tragedie van de waanzin en de tragedie van onze tijd. Wie om wat voor reden ook buiten het normale valt, verliest zijn stem in de groep, hij verliest zijn sociale identiteit en daarmee zijn vermogen zichzelf verder te leren kennen en zijn manier van leven te verfijnen.

Ik heb er een hele tijd geleden al over geschreven: om te beginnen met weten wie we zijn of hoe we ons leven moeten leiden, hebben we andere mensen nodig. Eenvoudig gezegd: we hebben een sociale rol nodig.
Daar komt bovendien nog bij dat het uitzonderlijk belangrijk is voor onze soort om deel uit te maken van een groep en aan iets bij te dragen dat groter is dan onszelf, dat, en vanzelfsprekend het hebben van vriendschappen en betekenisvolle relaties – die zaken zijn in mijn bescheiden ervaring cruciaal!

In mijn masterproef (2012) heb ik beschreven hoe het vormen van onze persoonlijke levenswandel en identiteit aan de hand van interactie met anderen afhangt van een gemeenschappelijk ideaal, of beter gezegd: een normatief mens- en wereldbeeld. Een min of meer samenhangend geheel van opvattingen over hoe mensen en de wereld werken, wat de moeite van het nastreven waard is en hoe daar te komen. 

Hoewel ik sinds de aanvang van het schrijven ervan in 2011 veel positieve ontwikkelingen zie, was één van mijn conclusies van toen dat de samenleving ziek is, of beter gezegd: het dominante mensbeeld is in een staat van necrose, waardoor het de mensen langzaam maar zeker psychologisch, sociaal en spiritueel wegvreet.

Authenticiteit, persoonlijke vrijheid en originaliteit worden zo hoog aangeschreven als ideaal in onze samenleving. Personen die het op eigen kracht maken, los van anderen, zijn het summum bonum der mensheid.
Zoals ondermeer de bekende psychoanalyticus Paul Verhaeghe betoogt, gebiedt dit ideaal bovendien dat competitie de hoogste en beste vorm van sociale interactie is, naar analogie met concurrerende bedrijven op de ‘vrije’ markt.

In 2012 was ik diep geschokt me te realiseren wat dit impliceert: een op culturele schaal geïmplementeerde achterdocht en wantrouwen. Of simpel gesteld: aangezien iedereen een (mogelijke) concurrent is, een potentiële vijand, is niemand te vertrouwen.
Het is een mens- en wereldbeeld waarin we alleen staan in een bloedige strijd tegen al de anderen, dit wordt als normaal en zelfs goed beschouwt. Eenzaam, hopeloos en dreigend.

Nu, zo losgekoppeld van de anderen is het mijns inziens moeilijk zin en betekenis te vinden, het is nagenoeg onmogelijk deel uit te maken van een groter geheel – mystieke inzichten terzijde gelaten – en de gepropageerde manier van leven is kil en bikkelhard.

Maar zelfs in dat mens- en wereldbeeld staan we nog steeds in interactie met elkaar, het is nog steeds mogelijk een identiteit en manier van leven op te bouwen in deze interactie – weliswaar een niet erg bevredigende, en voor de meeste mensen is het onwenselijk of extreem moeilijk te bereiken en vol te houden.
Denk bijvoorbeeld aan burn outs – tegenwoordig een hot topic.

Ik kan me vergissen, maar hierin zie ik de tragedie van de waanzin: een gebrek aan (de juiste) personen om ons aan te spiegelen, of een ideaal dat onrealistische en ongepaste dingen van ons mensen vraagt, is een broeihaard voor waanzin, of ten minste: voor deviantie van de heersende norm.
Net zoals Verhaeghe betoogt, meen ook ik dat het heersende individualistische en competitieve ideaal exact dat als effect heeft: het laat veel mensen uit de boot vallen, en de meesten die er zich aan kunnen vastklampen zijn niet gelukkig of gaan zelfs in een overlevingsmodus. Depressie, angstaanvallen, burn out… noem maar op.

Als het inderdaad zo is dat de kloof tussen normaliteit en abnormaliteit in onze samenleving onoverbrugbaar is (gemaakt), dat wil zeggen: wie niet voldoende binnen de zogenaamde krijtlijnen van de samenleving valt is een dwaas die niet serieus te nemen is, een weirdo of freak – een fenomeen dat misschien in onze nogal exhibitionistische sensatiecultuur enige vluchtige amusementswaarde heeft, bij voorkeur van achter het veilige scherm van onze smartphone, maar niet iets dat we ernstig overwegen. ‘Hij moet maar niet zo raar doen. Niemand kan begrijpen wat er door het hoofd gaat van die psycho loser – hij hoort zeker stemmen!’
Ja, als die kloof inderdaad op een dergelijke manier onoverbrugbaar is gemaakt, dan is dit diep-tragisch omdat het verandering en verbetering blokkeert. Het is net door betekenisvolle interactie met elkaar dat onze idealen en levenswijzen op elkaar afgestemd raken, dichter naar elkaar toe groeien, of toch op zijn minst een evenwicht ontwikkelen. Op die manier kunnen beiden groeien in wie ze zijn en hun manier van (samen)leven.

Vandaar het belang van een continuüm met fluctuerend middenpunt. Door interactie kunnen we zowel onze eigen positie hierop bijstellen, als we in staat zijn dat middenpunt te wijzigen. Maar als we in het ijle blijven grijpen, geen houvast aan elkaar vinden – want de ander is toch maar een psycho – is die verandering en toenadering niet mogelijk.

Gelukkig zijn er sinds 2012 veel positieve evoluties geweest! En ook ik pleit persoonlijk voor een in een groep ingebed individualisme: we zijn onze eigen persoon en vormgever, maar ons blikveld gaat verder dan enkel de spiegel. Een deel van onze persoonlijke aspiraties liggen in het welzijn en samenwerken met anderen – wie weet zelfs in het verbeteren van onze samenleving, of de wereld als een geheel.
Ik heb het niet over het opgeven van ons eigenbelang – dat nooit! – maar wel over het cultiveren van het dieper besef deel uit te maken van een groter geheel, of meerdere gehelen, alsook het inzicht oprecht te geven om andere mensen (en dieren) en dat een deel van ons persoonlijk plezier en welzijn gevoed wordt door het besef dat het goed gaat met de mensen (en dieren) waar we om geven.

Met andere woorden: sociaal ingebedde zelfzorg.

dinsdag 31 maart 2015

Leefwereld

Leefwereld

Harmonieus
Maar in beweging

Wetmatig
Maar vrij

Gedetermineerd
Maar doelloos

donderdag 12 maart 2015

Wees een zwaard

Wees een zwaard. Zwaarden stimuleren deugden geschikt voor het slagveld, ze belichamen de houding van wie zich bevindt in de oorlog van allen tegen allen, een strijd op leven en dood. Scherpte, concentratie, ernst, precisie, doelmatigheid, vastberadenheid, onverschilligheid tegenover onheil en dood. Erg bruikbare eigenschappen!

Een idee dat sinds enkele maanden in mijn geest ontkiemt is die eigenschappen te ‘lenen’ voor je eigen doeleneinden. De kracht van het zwaard kan gebruikt worden om twijfels, angsten en onzekerheden naast je neer te leggen, te doorklieven, zeg maar. Je niet meer laten leiden door de vrees te falen: enkel de poging telt. Je niet meer laten leiden door angst voor de gevolgen, angst voor pijn, afwijzing, verlies in status en zelfs de dood. Enkel je doelen nastreven is nog belangrijk.

Pijn, negatieve gevolgen en de dood zijn slechts relevant in de mate dat ze je doelen in de weg staan. Goed, als je dood bent kan je geen doelen meer nastreven. Maar als je opgeeft, als je zelfs niet probeert, heb je niet eens geleefd. Wat ben je dan nog? Erger dan dood, lijkt mij! 

Je kan echter niet altijd een zwaard zijn. Het moet een keuze zijn, een strategie. Net zoals je fysiek je zwaard kan trekken, net zo kan je dat mentaal doen – wanneer de situatie zich ertoe leent. 
Wie altijd gewapend rondloopt is in feite in een voortdurende staat van oorlog met de wereld. Die ongenadige scherpte en doelmatigheid constant aanhouden zorgt ervoor dat het zwaard jou wordt, of anders gezegd: dat je je waarden langzaam laat vervangen door die van de oorlog van allen tegen allen, dat je je hart laat verkoelen en alle vriendelijke emoties uitdooft in ruil voor een genadeloze competitie op leven en dood.

Wees scherp als een zwaard, maar wees je ten allen tijde bewust van wie je bent, wat belangrijk voor jou is, wat je leuk vindt, van wie je houdt en wat je graag doet. Dat is belangrijk! Niet welke strijd er te strijden valt. De meeste zaken zijn te bereiken zonder strijd. Vriendschap, liefde en integriteit zijn de hoogste waarden in het leven. Toch voor mij. :)

zaterdag 7 maart 2015

Onbedoelde verliefdheid

Misschien herken je het volgende wel: er is iemand die in de problemen zit, of in de knoop met zichzelf, of verlegen in een hoekje zit en niet echt mee doet met de groep.
In een vlaag van bezorgdheid en vriendelijkheid probeer je te helpen, of gewoon aardig te zijn, te luisteren naar diens verhaal. Ten slotte is het niet leuk als iemand zich niet zo goed voelt.

Je slaagt er in te helpen, die persoon op zijn gemak te stellen, zich even wat beter te laten voelen. En algauw ontstaan er vriendschappelijke gesprekken. Jullie blijken best wel goed overeen te komen, samen goed te kunnen lachen of diepe gesprekken te voeren. 
Dat is tot die persoon totaal onverwacht zegt verliefd op jou te zijn! Wat een schok! Dat zag je niet komen! Je wou gewoon aardig zijn en dacht dat jullie vrienden waren geworden.

Uiteindelijk probeer je voorzichtig duidelijk te maken dat jij je niet zo voelt, dat jij geen amoureuze gevoelens voor die persoon koestert. Maar tot overmaat van ramp wordt deze kwaad, beschuldigt je of begint meelijwekkend te doen. 
‘Waarom ga je dan om met mij als je je niet zo voelt? Hoe kan je mij dit aandoen!? Ik dacht wel dat iemand als jij nooit van mij kon houden, ik ga nooit iemand vinden…’ zijn enkele van de vele voorbeelden. 

Het eindresultaat is dat beiden zich slechter voelen dan voordien, dat er van vriendschap geen sprake meer is en dat met elkaar omgaan op zijn best erg ongemakkelijk voelt. Een slechte zaak voor beide personen, als je mij het vraagt. Iets wat de twee partijen nodeloos in eenzaamheid kan doen wegzakken. 

De enige aanpak die ik kan bedenken voor dit soort sociale situaties is eerlijke en open communicatie (Parrhesia) en voldoende zelf- en mensenkennis. Leer uit je ervaringen! 

Als je weet dat dit kan voorvallen, als je al meegemaakt hebt dat mensen onbedoeld verliefd op je worden, hou je aandacht er dan bij. Je hoeft niet achterdochtig te worden, maar wanneer je vermoedt dat iemand zich tot jou aangetrokken begint te voelen, vraag er dan zo snel mogelijk naar. 
Hoe vlugger je er bij bent, hoe beter. Dat geeft minder pijn voor de verliefde en jij weet sneller waar je aan toe bent. Misschien kan je toch vrienden blijven! Of niet… je weet het ten minste.

Ook wanneer jij de verliefde bent zou ik hetzelfde advies geven: weet van jezelf dat je geneigd bent verliefd te worden op wie aardig of behulpzaam met je is. 
Hoe moeilijk ook: probeer de moed te vinden om die andere persoon te vragen of die zich ook zo voelt, wanneer je je verliefd begint te voelen. 
Probeer jezelf ook mentaal voor te bereiden voor een afwijzing. Ja het doet pijn, maar je kan het die andere niet kwalijk nemen. Het is vast niet zo bedoeld, en in feite bewijst die je een dienst door zo eerlijk mogelijk te zijn – je lange tijd in het ongewisse laten over diens eigen emoties, om dan na een lange tijd toe te geven niets voor je te voelen is zo veel pijnlijker. Beter de korte pijn. En wie niet waagt niet wint. ;)

Indien je zelf een dergelijk verhaal hebt en je het graag eens aan iemand kwijt wil, kan je mij gerust contacteren. Mijn email en facebook staan onderaan de Over mij pagina. :)

donderdag 5 maart 2015

Denken, doen, samenleven

Mijn levensstrategie heeft een grote wending genomen. Ik ben altijd op zoek geweest naar een antwoord op de vraag: ‘hoe moet ik leven?’ Om die reden begon ik met filosofie, een oefening van de geest.

Mijn moeizame filosofische onderneming was een zoektocht naar, een oefening in en het verfijnen van een denkstijl. Een goede manier van leven heeft namelijk nood aan een passende manier van denken. Dat geloof ik nog steeds.

Maar het leven omvat meer dan denken alleen. We hebben ook een lichaam, we zijn fysieke wezens die zich doelen stellen, zaken willen verwezenlijken. Daarom verdient niet alleen het denken, maar ook bewegen en handelen aandacht. 
Een goede manier van leven heeft evenzeer nood aan een passende manier van handelen. Die kan niet enkel gevonden worden door na te denken.

En er is nog een derde dimensie. Niet alleen zijn we denkende wezens met een lichaam, maar we zijn ook sociale wezens. We functioneren bijna altijd in groepen, we gaan om met andere mensen. 
Dat wil zeggen dat een goede manier van leven ook nood heeft aan een passende manier van samenleven. Die kan niet enkel gevonden worden door na te denken en jezelf fysiek te vormen op je eentje. Er is interactie voor nodig.

Mijn geest is meer dan voldoende gevormd. De andere twee wil ik ook verder vormen.

vrijdag 23 januari 2015

De ethiek van de hulpverlener

Sommige mensen beschouwen het als hun taak, roeping of zelfs plicht anderen te helpen. Zo ken ik er heel wat persoonlijk. Erg aardige, bezorgde en gedreven mensen die alles zouden doen voor anderen. In die mate zelfs dat ze zichzelf vergeten.

Ik meen echter dat het van cruciaal belang is dat zij zichzelf niet vergeten, dat zij ook voor zichzelf zorgen. Niet alleen omdat ik bezorgd ben om hun persoonlijke welzijn, maar ook omdat goed voor jezelf zorgen en voldoende sterk staan voorwaarden zijn indien je anderen een dienst wil bewijzen.

Denk aan deze metafoor: wanneer je steunt op iemand die zelf niet stevig staat, vallen beide personen omver. Je moet in staat zijn om effectief iets nuttig te doen, voor je kan helpen.

Nee, ik meen dat indien je de rol van hulpverlener opneemt, het je morele plicht is te zorgen dat je in goede vorm bent. Net zoals het de plicht is van een kok te zorgen dat zijn kookgerief schoon is, en zijn ingrediënten vers zijn.

Toch koste wat het kost willen helpen wanneer je niet kan is gevaarlijk, je doet er meer schade dan goed mee.
Kan je niet helpen, dan is het eveneens je plicht af te zien van hulpverlening op dat moment, en indien mogelijk het uitstellen naar later of doorverwijzen naar een bekwame collega. Zorg eerst voor jezelf!

donderdag 15 januari 2015

Parrhesia: spreek, mijn vriend!

Parrhesia, of het vrije (franke) spreken zoals beoefend door de Cynici. Het is lang geleden dat ik dit concept nog eens onder de aandacht bracht, zeker bij die naam. 

Er zit iets van grote waarde in Parrhesia, iets dat ik zelfs impliciet geïnternaliseerd heb in mijn pentapharmacon. Namelijk het belang van te spreken, in plaats van te praten. Spreek over wat er op je hart ligt, zeg onverbloemd eerlijk wat je wil, hoe je je voelt en wat je denkt! 

Persoonlijk vind ik het een bevrijdend en heerlijk gevoel: om direct en eerlijk te kunnen zeggen wat ik voel, denk en wil, zeker als dat betrekking heeft op anderen, maar zonder veel rekening te houden met hoe ik op hen over kom. 
Het doel is iets van onszelf en onze relatie met de ander verbaal tot uitdrukking te brengen. Of dat nu beledigend of vleiend is: beide zaken doen er niet toe. We mikken niet op het vleien, noch het treffen van de ander. Enkel op het eerlijk tot uitdrukking brengen van iets wat in ons leeft. 

Zo bracht ik daarnet oprecht tot uitdrukking dat ik de schilders toch zal missen hier in de gang, na maanden hard werk. Wat me opviel, was dat ik dit niet zei om hen blij te maken of een goed gevoel te geven, maar omdat ik me echt zo voelde. Een prettige ervaring.