zondag 3 juni 2018

Zijn gevangenissen conceptueel zinvol?

Een goede vriend legde me ooit uit dat als gevangenissen efficiënt willen zijn in wat ze doen, dat ze dan eerst moeten kiezen wat exact hun doel is.
Is het de samenleving veilig stellen, of misdadigers straffen? Afhankelijk van het doel, zal je anders te werk gaan. En nu lees ik in de krant dat er nog een derde doel is: misdadigers herintegreren in de samenleving.

Ik denk dat het moeilijk is deze drie doelen tegelijk waar te maken. Ze zijn tot op zekere hoogte tegenstrijdig met elkaar.

Het afstotende element van straf botst met de herintegratie, want mensen worden doorgaans niet beter van gevangenisstraf. Het botst ook enigszins met de samenleving veiliger maken. Ja, mensen gaan minder misdaden begaan omdat ze bang zijn gestraft te worden. Maar zij die reeds misdaden begaan hebben, worden enerzijds kwader en gefrustreerd, en worden anderzijds blootgesteld aan misdadigers met nog gevaarlijker ideeën.
Het gevolg hiervan is dat men misdadigers niet meer zou mogen vrijlaten, wil men de samenleving veiligstellen. Better safe than sorry. Dit botst uiteraard compleet met het idee van re-integratie, en het botst ook met het algeheel gevoel voor rechtvaardigheid – een dergelijke straf zou in veel gevallen disproportioneel zijn.

Nu, het idee van herintegratie botst ook met het idee van straf: als gevangenissen eerder een opvoedende functie krijgen, is er nog weinig schrikwekkend aan. Goed, heropgevoed moeten worden is niet leuk, maar het klinkt betekenis- en hoopvoller dan simpelweg opsluiting.

Herintegratie botst ook mogelijk met veiligheid: want hoe goed je heropvoeding ook is, je kan niet verzekeren dat er geen recidive meer zal plaatsvinden. Of je heropvoeding moest al de vorm van indoctrinatie aannemen, een praktijk waar uiteraard zeer sterke morele bezwaren tegen zijn.

Mogelijk heb ik nog enkele interne conflicten tussen deze drie verschillende doelen gemist. Maar dit is wat ik er op het eerste zicht van kan maken.