donderdag 15 augustus 2013

Over smaken en kleuren valt wél te twisten

Als er één culturele tendens is die ik jammer vind, dan is het wel doorgedreven relativisme. Dit kan algauw dienen als een excuus om totaal geen standpunt meer in te nemen – alles is toch relatief, so who cares?

Deze neiging kom ik het allervaakst tegen wanneer het gaat over waarden en appreciaties.

Men schijnt te denken: wat iemand leuk of goed vindt, is enkel zijn zaak; zo lang hij mij niet schaadt doet hij maar wat hij wil en heb ik daar niets op te zeggen.

Daar is natuurlijk ook veel voor te zeggen. Deze houding is een reactie op het paternalisme, waar men van uit een autoritaire houding bepaalt wat wij goed en niet goed moeten vinden. Maar doorgedreven relativisme neigt net iets te veel naar de andere pool, naar laissez faire. Onverschilligheid.

Er zijn ten minste twee argumenten te geven waarom dit relativisme twijfelachtig is.
Aan de ene kant impliceert de gedachte dat wij absoluut niets te zeggen hebben op de waarden en voorkeuren van onze medemensen, dat wij fundamenteel van hen verschillen. Alsof mijn buurman een andere diersoort is! 
(Eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik er soms toch wel aan twijfel of mijn buurman een mens is.) 

Maar als je daar nu eens serieus over nadenkt: andere mensen maken soortgelijke dingen mee in hun leven. En misschien zijn hun ervaringen niet exact hetzelfde als de mijne, maar ze zullen voldoende gelijkaardig zijn. Daarom kunnen anderen soms waardevol advies geven. 

Laat me een voorbeeld geven. Stel dat ik enorm hou van comazuipen. Dan lijkt mij het advies van anderen om het niet te doen waardevol, zeker als ze er ervaring mee hebben.

De laissez faire houding zou zeggen dat dit mijn eigen keuze is, en ik daar volledig zelf de verantwoordelijkheid in heb. En dat is ook zo. Maar het is niet omdat het mijn verantwoordelijkheid is, dat anderen me niet op de vingers kunnen tikken en me duidelijk maken dat ze denken dat ik fout bezig ben. Wat ik met hun advies doe is nog altijd mijn zaak.

Het andere argument leunt daarbij aan: we zijn eigenlijk het beste in staat onze waarden en voorkeuren vorm te geven in confrontatie en dialoog met anderen. Het is net door de opmerkingen, bedenkingen en suggesties van anderen, dat we er over beginnen nadenken en we in staat zijn onze waarden te verfijnen. 

Zo zou ik na de opmerkingen over comazuipen tot de conclusie kunnen komen dat het fijn is te drinken en soms eens dronken te zijn, maar dat dit wel met mate moet gebeuren, en niet tot ik bewusteloos ben.

Het is belangrijk zich te realiseren dat wij wel degelijk veel te zeggen kunnen hebben over elkaars waarden, al hebben we er natuurlijk niets over te bepalen.

zondag 11 augustus 2013

Why should I be moral, 5 jaar later

Vijf jaar geleden kreeg ik een opdracht: ik moest een antwoord schrijven op de vraag 'why should I be moral?'
Vandaag dringt het tot me door hoe paradoxaal die vraag eigenlijk is. Waarom? Omdat de enige redenen die men kan geven om moreel te zijn ofwel cirkelredeneringen zijn, ofwel geen morele redenen.

Cirkelredeneringen: men vooronderstelt reeds de aanwezigheid van moraliteit, en doet daar een beroep op om te argumenteren waarom men moreel moet zijn.
Zo kan men beroep doen op situaties en voorbeelden die een moreel gevoel opwekken. 'Als we oude man niet helpen, zal hij een heel pijnlijk aftakelingsproces moeten ondergaan,' 'als we dat arme weeskind een goed pleeggezin geven, zal het een gelukkig leven tegemoet gaan'.
Ook wordt er wel eens beroep gedaan op het maatschappelijk belang: een betrekkelijke vredige samenleving heeft nood aan moraliteit.
Maar al deze argumenten vóóronderstellen de aanwezigheid van een zekere moraliteit. Als de persoon in kwestie niets geeft om pijn en plezier van anderen, noch om het welvaren van de samenleving, dan zal geen enkel moreel argument kunnen overtuigen.

De andere optie zou wel kunnen overtuigen, maar betreft geen morele redenen. Men zou iemand kunnen aanzetten moreel te handelen door hem te verleiden met beloftes en beloningen.
Zo zou de oude man waarvan sprake je uit dankbaarheid een deel van zijn erfenis kunnen nalaten. Goede motivatie! Alleen niet echt moreel te noemen.

De beloning hoeft niet eens materieel te zijn. Waardering en prestige zijn sinds oudsher krachtige drijfveren van menselijk gedrag.
Wanneer je een arm weeskind helpt een goed pleeggezin te vinden, kan dit de waardering van je omgeving oproepen. Het kan je sociale status verhogen. Ook een goede reden! Alleen niet echt moreel te noemen.

Een andere optie is mensen aanzetten tot het juiste gedrag – of fout gedrag voorkomen – door te dreigen met straf of negatieve gevolgen.
Zo zou je kunnen zeggen dat handelen in het belang van de samenleving ook in je eigen belang is: de samenleving kan je beschermen tegen geweld en diefstal.
Maar men hoeft het zo groot niet te zien. De befaamde GAS-boetes zijn een goed voorbeeld van wat ik bedoel: wie ongewenst gedrag vertoont, krijgt een boete, dus men doet er maar goed aan zich te gedragen. Nu, of GAS-boetes in hun opzet slagen is een heel andere kwestie. 

Het zal je echter wel duidelijk zijn dat persoonlijke schade proberen vermijden net zo min een morele reden is als persoonlijk voordeel opdoen. Je kan mensen niet moreel maken. Ze moeten het al zijn.

zaterdag 3 augustus 2013

Zelfkennis, je lichaam en behoeften

Wanneer we bepaalde behoeften hebben, heeft dit een merkbare weerslag op ons lichaam. Afhankelijk van het soort behoefte is dit merkbaar op een andere manier en in andere lichaamsdelen.

Zo voelen we honger vooral in de buik, slapper wordende spieren of een gevoel van jachtigheid. 
Dorst zal zich eerder manifesteren in het droog aanvoelen van de mond, en duizelingen wanneer het te lang aanhoudt. 
En dat seksueel verlangen zich afspeelt in de geslachtsdelen, maar ook de onderbuik, zal niemand verbazen.

Nu, ik schrijf dit niet om een volledige lijst te maken van hoe verschillende behoeften ervaren worden. Wel schrijf ik dit omdat ik werkelijk nieuwsgierig ben naar in hoeverre onze behoeften fysiek voelbaar zijn. Vooral de minder voor de hand liggende.

Het kan natuurlijk strikt persoonlijk zijn, maar ik ervaar bijvoorbeeld de behoefte aan sociaal contact en erkenning als een spanning in mijn middenrif. 
En wanneer ik nood heb aan veiligheid, ervaar ik dat mijn lichaam heel vlug reageert op prikkels, zoals geluiden, een aanraking, iets dat voorbij flitst. Mijn schouders zullen dan geneigd zijn omhoog te klimmen, terwijl mijn hoofd wegzakt in mijn nek en mijn lichaam zich liefst op een bolletje zou rollen – zich klein maken.
Voorts vermoed ik dat wanneer ik de nood voel intiem te zijn met iemand, er zich een merkbare spanningsknoop vormt twee centimeter onder mijn navel. 

Ik weet helemaal niet zeker of behoeften door iedereen op zo'n manier ervaren worden. Waarschijnlijk reageren verschillende lichamen anders. Ik weet zelfs niet eens zeker welke lichamelijke reacties er allemaal aan welke behoeften gekoppeld zijn, al twijfel ik er niet aan dat behoeften waarneembaar zijn in ons lichaam. 
Het leren lezen van die reacties kan erg nuttig zijn om onszelf beter te begrijpen.

donderdag 1 augustus 2013

Een meester in het jezelf-zijn

Ik wil even één van de meest wijze dingen die ik recent gelezen heb met julie delen. Het komt uit Aikido Journal en gaat over een miraculeuze techniek die mensen kan uitschakelen zonder hen aan te raken. In feite, een vorm van pseudo-wetenschap, maar dan in Budō.

Het citaat gaat als volgt:

Instead of wasting your life and years chasing after a non-existent and impossible magical ability …, a wise person will seek to improve their authentic and functional skill.

Ik leer hier uit dat het verstandiger is te proberen verfijnen van wat je reeds kan, dan op zoek te gaan naar wat er niet is. 
Want alles wat je reeds bereikt hebt, en wat je zal bereiken, is voortgebouwt op wat je daarvóór al kon. Het moet ergens vandaan komen, en niet uit het niets op magische wijze verschijnen.

Ik denk dat deze boodschap veralgemeenbaar is. Ze geldt voor alles wat je wil bereiken in je leven: bouw op wat je reeds kan en hebt, en verfijn dat. Word een meester in het jezelf-zijn.

Laten we roeien met de riemen die we hebben, in plaats van te mijmeren over een motorboot. En laten we exact die riemen die we gekregen hebben beter leren gebruiken!