zondag 22 januari 2012

Waarom iemand geen doelen kan stellen

Ik geef toe: onderstaande is niet erg rechtstreeks in functie van de vraag: 'hoe moet ik leven?'. Het is eerder een voorzichtige analyse hoe iemand er toe zou kunnen komen moeite te hebben met duidelijk te maken wat hij of zij wil, waarom iemand fundamenteel moeite heeft met het plaatsen, houden en hebben van intenties, waarom in sommige gevallen iemand met dubbele tong spreekt en er niet in slaagt te stellen waar hij of zij voor staat - ja, dat alles is wat ik hier in feite onderzoek.
Waarom is dit relevant? Wel, het stellen van doelen is, zo meen ik, een erg belangrijke vaardigheid voor het goed leven, evenals het nuttig is voor een vlotte sociale omgang.

Vragen zijn natuurlijk welkom, evenals constructieve kritiek. :)

Met hartelijke groeten, ^^

Mieralunar

---

Iemands 'normatieve persoonlijkheid' wordt aldus Gibbard gevormd door sociale druk, die geneigd is om consistentie te vragen. Anders gezegd, in de vorming van onze persoonlijkheid (zie mijn definities) pogen we deze consistent te maken met onze omgeving, met wat belangrijke medemensen van ons vragen.
Nu, als de vraag van die omgeving zelf uiterst inconsistent is, als het niet mogelijk is een steekhoudende, eenduidige houding te ontwikkelen tegenover deze omgeving, ja, simpel gesteld: als wat de omgeving van je verwacht onmogelijk is, dan kan het een begrijpelijke keuze zijn simpelweg niet te proberen zijn.
Gibbard spreekt er over dat deze sociale druk ons er toe brengt een normatieve positie in te nemen – met andere woorden: ons aanzet duidelijk te maken waar wij voor staan.
Indien onze omgeving het ons dus onmogelijk maakt om op een consistente manier standpunt in te nemen, is, zo meen ik, een zinnige reactie simpelweg geen standpunt in te nemen. Een andere mogelijke reactie is dat we bij het innemen van ons standpunt – en dus van het bepalen van wie wij zijn – ophouden met rekening te houden met onze omgeving. Ten slotte is deze toch onmogelijk en waarom zouden we aan de verwachtingen proberen voldoen van het onmogelijke?
Nu is het die eerste reactie die me interesseert. Gibbard spreekt in termen van 'normen', ik spreek liever in termen van 'doelen', 'wil' of 'intenties'. Echter, een onderscheid maken is hier niet relevant, want waar het over gaat is handelingen: wat je probeert te doen en wat je probeert te vermijden.
Oppervlakkig gesteld meen ik dat de doelen en intenties die we stellen bepalen wat ons karakter is. Ons karakter en zelfs identiteit vloeit direct voort uit wat we als belangrijk zien, uit wat we willen verwezenlijken. Het is dus niet zo ver gezocht om met Gibbard te aanvaarden dat ons karakter bestaat uit de normen die we aanvaarden. Met andere woorden: uit wat we denken te moeten doen en wat we denken niet te mogen doen. Uit wat ons handelen bepaald. (Ik ben er me van bewust dat het voorgaande misschien enigszins vaag en chaotisch is. Het weze zo.)
Nu, om terug te komen tot de reactie van het niet innemen van een standpunt, wegens de onmogelijke eisen van de omgeving: dit komt er eigenlijk op neer dat die omgeving ons het vormen van een persoonlijkheid, een karakter afraadt. Ruw gesteld: de omgeving probeert ons te ontkennen. Dit is natuurlijk zo goed als nooit intentioneel!
Dan lijkt de tweede optie toch nog zinniger. Waarom zijn er dan toch mensen die in een situatie zitten zoals ik die beschrijf, maar niet voor de tweede optie kiezen? Overigens wil ik verduidelijken dat ik met 'kiezen' niet bedoel dat het een bewuste keuze is, waar een heus deliberatieproces aan vooraf gaat – meestal is het eerder intuïtief. Maar goed: waarom zijn er zo mensen?
Ik meen dat dit afhangt van de machtverhoudingen. Wat is de macht die de omgeving heeft over de persoon wiens persoonlijkheid ze afraadt? Indien deze persoon om één of andere reden erg afhankelijk is van de grillen van de omgeving, is het zinniger geen positie in te nemen, dan de omgeving te negeren en gewoon zijn eigen ding doen, uit angst voor represailles.

Laat me een héél simpel voorbeeld geven. Stel dat deze persoon voor voedsel volkomen afhankelijk is van zijn omgeving, die onmogelijke eisen stelt. Indien deze persoon dan kiest voor het negeren van deze omgeving, en dus onvermijdelijk actief tegen de verwachtingen van deze omgeving in gaat, zou het heel goed kunnen zijn dat hij geen voedsel meer krijgt – als een stout kind dat zonder eten naar bed moet!
Daarentegen, als hij geen positie inneemt zal hij nooit tegen de wil van deze omgeving in gaan, al is het natuurlijk wel zo dat hij de verwachtingen van deze omgeving zal teleurstellen. Het ergste en bijna noodzakelijke gevolg hiervan is dat de omgeving hem zal negeren, vergeten! Ja, dramatisch en simplistisch gepresenteerd is dit het mechanisme van de ontkenning van een persoonlijkheid, een identiteit en zelfs van een hele persoon. Een mens wordt uitgewist!

zaterdag 21 januari 2012

De dingen naar waarde zien

Het is natuurlijk maar een hypothese, maar ik vermoed dat er drie typen van geestelijke ongezondheid – of beter gezegd: bronnen van vermijdbaar geestelijk ongemak – zijn, vanuit een intern perspectief gezien dan. Meer dan een jaar geleden had ik, zonder een echt aanvoelen, de mond vol over: 'de dingen zien zoals ze zijn'.
Meer exact komt dat neer op: kijken wat er is, kijken wat de gevolgen daarvan zijn en kijken wat de waarde er van is. Evident zijn de drie nauw verweven.
Een beetje in de trant van hoe ik Socrates interpreteer is het belangrijkste aspect hiervan het zien van de dingen voor wat ze waard zijn. Kijken hoe belangrijk dingen voor je zijn. Wat de waarde is. Dat is wat het leven draaglijk en zelfs aangenaam maakt!
Nu, zoiets is niet gemakkelijk. Toch meen ik een formule te hebben, hoe ontoereikend ook. Om te weten wat de waarde van iets voor jou is, moet je het aftoetsen aan je doelen, aan je intenties, aan je wil. Naief gesteld: ga na wat je van plan bent, wat je planning is, en kijk dan wat het aandeel ergens van is in functie van die planning.
Stel nu dat je intens bang bent te falen voor het examen, zoals ik momenteel ben in feite. Dan ga je na wat de plannen zijn. Ik wil slagen, ik wil goed overkomen bij de prof, ik wil dit vak niet opnieuw doen, enzovoorts. Nu, om mijn faalangst te temperen ga ik de waarde na van die angst. Hoe belangrijk is het eigenlijk om te slagen? Wat gebeurd er wanneer ik het niet zo goed doe? Waarom is dat erg?
Wat mezelf betreft kom ik ertoe dat het niet leuk is te falen, maar dat het wel veel minder erg is dan ik aanvankelijk voelde. Bij wijze van spreken realiseer ik me dat falen niet het einde van de wereld is, en zelfs niet eens het einde van mijn studiemogelijkheden.
Maar dat is slechts voor mijzelf. De reden waarom ik hier mezelf als voorbeeld geef, is om een bepaalde manier van denken te demonstreren, eerder dan je te zeggen wat te doen en waar (niet) bang voor te zijn.

Overigens: er volgen later meer blogberichten. Twee zijn in de maak, maar het combineren met studeren is niet makkelijk. :) Veel succes aan iedereen met het filosoferen en het leven! ^^