zondag 18 november 2012

Filosofische muziek?

Ik ben van opleiding een filosoof. Dat zorgt ervoor dat ik nogal veel de nadruk leg op 'theorie'. Echter, goed leven gaat net over een 'doen', een doorvoelde en doorleefde praktijk die rechtstreeks betrekking heeft op het dagelijkse leven.

Zo-ook mijn filosofie-als-manier-van-leven, het pentapharmacon. Hoewel de woorden belangrijk zijn, gaat het eigenlijk over een goede manier van omgaan met wat me overkomt in mijn leven.

Ik plan in de toekomst meer tastbare, praktische levenswijsheid aan te bieden. En als voorproefje daarvan laat ik je even luisteren naar het volgende liedje:

http://www.youtube.com/watch?v=2m94FDVwW_w

Naast de naar mijn mening in vervoering brengende rif, bevat de tekst een boodschap die sterk in lijn is met mijn filosofie. Bekijk de tekst eens op je gemak en hou mijn 'vrees niet te falen' in je achterhoofd.

Mits de tijd me dat toelaat zal ik zelf een analyse geven van dit liedje in het kader van mijn filosofie, maar tot dan: veel luisterplezier en nog een prettige dag. :)


woensdag 7 november 2012

De zin: geluk en vrijheid

Met enige vertraging presenteer ik het doel van mijn filosofie: geluk. Eigenlijk gaat deze tekst ook, met een zwaar woord, over de 'zin' van mijn leven.
Terwijl het vorige zondag ging over hoe ik ertoe gekomen ben te filosoferen hierover, en terwijl de rest van deze blog gaat over wat nu eigenlijk te doen om een gelukkig leven te leiden, gaat deze tekst over het doel zelf. Over geluk en vrijheid.

Ik hoop dat ik je kan helpen of een plezier doen met deze toegankelijke tekst.

Herfstgroetjes,

Mieralunar

---

Wie een tekst voor zich heeft doet er goed aan te weten waar deze naartoe gaat, wat het voor ogen gestelde doel is. De meeste teksten van enige kwaliteit bevatten eigenlijk maar een handvol gedachten, de doelstellingen waar dan een hele verhaaldraad rond geweven wordt. Zo ook met mijn recente werk. Omdat je niet geheel onterecht de indruk kan krijgen dat ik tot nu toe losse en nauwelijks met elkaar verwante uitspraken geponeerd heb, wil ik graag eens duidelijk maken waar het mij eigenlijk om te doen is, wat mijn doelstelling is. En dat is niets meer dan het bereiken van geluk en vrijheid. Geluk en vrijheid, twee onlosmakelijk verbonden termen.
Het is zowel doodsimpel als toch niet evident om in basis te vatten wat ik bedoel, omdat het heel goed mogelijk is dat je een beetje van opvatting verschilt over zowel geluk als over vrijheid. Wanneer ik klaar ben met deze schets, zou het heel goed kunnen zijn dat je zegt: ‘dat is allemaal goed en wel, maar voor mij zijn geluk en vrijheid toch iets anders’.
Voor mijn part behoud je je opvattingen over wat geluk en vrijheid zijn. Ik denk dat het goed is zelf je ideeën te vormen. Maar deze tekst presenteert alvast het doel van mijn filosofie. Idealiter is die filosofie een kaart die je kan gebruiken om de weg te vinden naar de toestand die ik geluk noem; die losse fragmenten waarvan sprake zijn eerder een soort richtingsaanwijzers, bordjes – suggesties voor een goede richting of een mooie wandelroute.

Maar goed, waar te beginnen? Om te kunnen vatten wat geluk is moeten we weten wat we zelf zijn, moet jij weten wat je zelf bent. 
Mijn uitgangspunt is dan ook dat mensen voldoende goed werkende eenheden in functie van één doel zijn. Dat is het bondigst gezegd wat we volgens mij zijn. Te bondig, te abstract en zeer zeker niet toegankelijk voor de lezer.
Misschien helpt dit. We zouden een mens kunnen zien als een voetbalploeg en het leven als een speelveld. Er zijn meerdere spelers. Zij hebben elk hun functie. De ene is spits, de ander middenvelder of keeper. Toch zijn zij een eenheid want ze vormen een team. Net zo hebben ze één doel: winnen. Het zijn vaardige spelers en wanneer zij elk hun functie vervullen en samenwerken, zijn zij het beste in staat te scoren. Natuurlijk, zelfs het beste team faalt wel eens.

Nu is het van belang te begrijpen dat ik het vooral over de menselijke geest heb met al zijn ervaringen, gedachten en verlangens. Niemand twijfelt er aan dat hij of zij lijfelijk 'uit één stuk' is. Zo-ook de geest. Net zoals een lichaam armen en benen, een lever en een hart heeft, zo heeft ook onze interne wereld woede en verdriet, rede en lust. Dat zijn de zaken die ons drijven, die ons laten handelen, maken dat we doen. Zo kunnen we bijvoorbeeld handelen omdat we kwaad zijn, omdat we ons seksueel aangetrokken voelen of omdat we een reden of motief hebben. 
Die verschillende mentale drijfveren op basis waarvan we handelen, zijn deel van het geheel. Het zijn de verschillende spelers van Team Geest. Mensen zeggen vaak dat ze tegenstrijdige gevoelens hebben, of dat het rede versus emotie is. Alleen, dat klopt niet. Aan de oppervlakte kunnen die elkaar inderdaad tegenwerken, maar aangezien onze geest één en slechts één uiteindelijk doel heeft, zijn zij eigenlijk teamgenoten. Ze staan aan dezelfde kant. Daarom dat ik ook 'voldoende goed werkende eenheid' zeg: onze geest werkt in functie van één doel, en doet dat voldoende goed – het is dus niet nodig voor de keeper om de taak van de spits over te nemen. Elk heeft zijn plaats op het veld.

Wat ik versta onder vrijheid, is dat de drijfveren die ons handelen bepalen in harmonie met elkaar zijn, samenwerken in plaats van tegenwerken. Als één van hen actief is, is het dat het nodig is in die situatie. Zoals het cliché zegt: verdring niets. De vrije mens handelt op zo'n manier dat alle op dat moment actieve drijfveren het er mee eens zijn en er dus geen spanning is. Vrij zijn is letterlijk het volgen en zijn wie je bent. Laten komen wat komen zal en zijn wat gekomen is. We zijn voldoende goed gebouwd om te leven! 
Geluk wordt bereikt door vrij te zijn. Niet zomaar echter. Het voetbalteam heeft namelijk ook een arts en een coach. Wanneer er een ongeval gebeurt met één van de spelers wordt de wedstrijd stilgelegd, de gewonde onderzocht en vervolgens verzorgd door die arts. 
Welnu, onze geest heeft ook zo'n 'dokter' die in werking treedt als er iets mis loopt. Eveneens de coach, die om een time-out vraagt, kan het spel stilleggen, bijvoorbeeld wanneer het team niet goed op elkaar inspeelt of een speler steeds dezelfde fouten maakt. Dan gaat deze de strategie bespreken opdat het team weer ingespeeld kan raken en die speler niet meer hetzelfde geknoei zal vertonen. 
Droger gesteld: wanneer het volgen van onze drijfveren problemen of intern conflict veroorzaakt, leggen we onszelf even lam, sluiten we ons af voor de buitenwereld en zijn we in onszelf gekeerd. Dat zijn die momenten waarop we bij uitstek zelfbewust zijn, dit is de introspectie. Wat we dan doen is zelfonderzoek, kijken hoe de dingen nu zitten en terugdenken aan herinneringen van gelijkaardige situaties in een poging daar iets uit te leren zodat we het in de toekomst niet meer opnieuw mis gaan doen, of op zijn minst toch beter. Zelfverbetering, zo noem ik het graag. Wij doen aan autogenesis, met een moeilijk woord.

Nog een beeld dat kan helpen is dat van de automechanieker. Wanneer we vlot en probleemloos rijden, kijken we niet in de motorkap. Maar wanneer er iets aan de auto schort – hij maakt geluiden, schokt, heeft een klapband, enzovoort – dan gaan we de wagen stilleggen en de mechanieker er naar laten kijken of eventueel zelf de geklapte band vervangen. 
Ook die zelfverbetering is één onzer drijfveren die we moeten laten zijn en die deel van het geheel is, deel van onze geest. Houd in rekening: zonder autobestuurders geen automechaniekers en je kan je wagen niet herstellen terwíjl je aan het rijden bent. Onze drijfveren leiden ons leven, maar we kunnen ons leven niet leiden wanneer we in onszelf gekeerd aan het sleutelen zijn. 
Geluk is die toestand waarin we onze innerlijke wereld vrij volgen zonder dat er aan de auto gesleuteld moet worden. Dit komt eigenlijk neer op een vlot, goed en geslaagd leven waarin we op een ongedwongen manier maximaal gebruik maken van onze kansen en mogelijkheden.

zondag 4 november 2012

Wat doe ik toch?

In dit bericht probeer ik duidelijk te maken waar de filosofie die ik presenteer in deze blog vandaan komt.

Het was de lezing van de wijze platonist Pierre Grimes die me stimuleerde en de moed gaf dit bericht te posten. 
Hij stelt dat metafysica niets meer is dan een manier om onze meest diepgaande en uiteindelijk mystieke ervaringen begrijpelijk te maken. De moeilijkheid, zegt hij, is dat er vandaag bitter weinig mystieke ervaringen zijn. Dit herinnerde me aan de oorsprong van mijn eigen filosofie…
Voor geïnteresseerden:


Later presenteer ik een begrijpelijke tekst over het doel van mijn filosofie: geluk en vrijheid.

Ik hoop dat jullie hier wat aan aan hebben.


De hartelijkste groeten,

Mieralunar

---

Ik denk dat ook mijn filosofische stijl toelichting kan gebruiken. Mijn methode is eerder een manier van handelen dan van denken. Wat ik met filosofische stijl bedoel is eigenlijk niet meer dan de manier waarop ik tot mijn methode gekomen ben. Zij is niet zomaar bij mirakel uit de lucht komen vallen.
Ze is enigszins onorthodox en ik verwacht ook niet, nee, ik wens ook niet dat anderen haar gaan overnemen. Ten eerste kan ik er niet solide voor argumenteren en ten tweede heb ik voor mezelf reden om aan te nemen dat de meeste anderen nergens zouden uitkomen, noch er een boodschap aan hebben, mochten zij deze stijl hanteren. Maar goed, waar heb ik het nu toch over?

Mijn vertrekpunt is altijd al geweest dat ik ervaar. Zelfs het krachtigste, meest op de spits gedreven scepticisme kan hier geen afbreuk aan doen. Het staat voor mij buiten kijf dat ik iets ervaar, dat er ervaring is. Daarmee is niet gezegd dat die ervaring ergens mee overeen komt. Maar aangezien dat ik ervaar onbetwijfelbaar is, heb ik de ervaring als mijn vertrekpunt genomen.
Goed, maar nu zou je je kunnen afvragen wat het eigenlijk is dat ik ervaren heb. Wel, ik heb ervaren dat ik bepaalde noden en verlangens heb. Dat er dingen zijn die ik wil, dingen die ik wens te bereiken. Heel erg in lijn van de metafysica van Schopenhauer is me onbetwijfelbaar voorgekomen dat ik Wil, dat er Wil in mijn ervaring is.
Eveneens heb ik ervaren dat er in mij mechanismen zijn – tendensen, methoden, manieren om die wil te bevredigen. Met andere woorden: dat er in mij een soort heuristieken (ik mis echt het juiste woord hiervoor) aanwezig zijn om de verschillende noden die ik onbetwijfelbaar ervaar te bevredigen. Meer abstract: dat er ingebakken methodologieën zijn voor het bereiken van mijn doelen.

Nu, zonder om die reden als profeet of iets dergelijks beschouwd te willen worden, zeg ik hier helder en duidelijk dat de zaadjes van mijn methode ontkiemd zijn dankzij een mystieke ervaring. Haar beschrijven is een onbegonnen werk, maar laat ik toch kort proberen het voornaamste toe te lichten.
Het was als een volledig ervaren van mezelf, het ervaren van mezelf als één geheel. Een ervaring waarin ik als het ware een momentopname van mezelf in werking zag, als een samenhangend en samenwerkend geheel. In feite was het alsof er kort een vuurpijl doorheen het donkere labyrint van mijn geest ging, een vuurpijl die heel even alles belichtte, om vervolgens weer uit te doven.
Zonder verder uit te weiden over andere inzichten, kan ik zeggen dat mijn methode hier geboren werd. Ik zag in dat de in mij aanwezige mechanismen om mijn noden te bevredigen voldoende goed waren voor het vervullen van die functie. Merk op dat dit niet onfeilbaarheid betekent!
Ook zag ik in dat alle noden, wensen en verlangens die in me opkwamen eigenlijk slechts in functie van van één primordiale wil, één oerverlangen stonden. Ik merkte dat het geheel van die systeempjes en mechaniekjes in mij me uniform in één richting wezen. In feite dat er slechts één einddoel is, één 'weg', één zin van mijn leven.

Het kan niet moeilijk zijn om nu in te zien waarom mijn filosofische stijl niet voor iedereen is. Ik weet niet zeker of de systeempjes bij anderen ook voldoende goed zijn, evenals ik niet weet of anderen hun richting en streefdoel al gevonden hebben.
Ik ben er me van bewust dat het volgende zowel enorm tautologisch als clichématig klinkt, maar wat ik probeer te doen is te worden wie ik ben. Mijn basisovertuiging is dat ik op mijn capaciteiten kan vertrouwen, dat zij voldoende goed zijn om mijn noden en verlangens te bevredigen, om mijn doelen te bereiken en om mij te leiden.
Echter, dat mijn capaciteiten feilbaar zijn zorgt er voor dat ze er soms niet in slagen om noden te bevredigen, of dat ik soms me vergis en het verkeerde materiaal voor de verkeerde taak gebruik. Mijn methode is eigenlijk een poging tot het expliciet maken van hoe ik – en misschien anderen – best te werk kan gaan wanneer ik ervaar dat er iets mis loopt bij het bereiken van mijn doelen.
Concreet uit dat misgaan zich meestal in zogenaamde negatieve emoties als angst, verdriet, woede, frustratie, melancholie en pessimisme.
Onder die negatieve emoties zitten altijd negatieve opvattingen. Negatieve opvattingen kunnen nooit veroorzaakt worden door het onproblematisch slagen van het vervullen van verlangens. Daar gaat altijd een soort malfunctie mee gepaard. Ik spreek eigenlijk liever over negatieve ervaringen, want de ervaring blijft mijn fundament. Met andere woorden over het als onprettig ervaren van een situatie of toestand.
Die negatieve ervaringen dienen als signaal, als aanwijzing dat er ergens iets niet helemaal goed gaat. Voor mij is een onprettige ervaring synoniem met 'niet goed werken'.

Echter, de manier waarop ik tot mijn concrete methode gekomen ben is via ervaring, via het kijken naar hoe dit interne probleem-oplossende mechanisme te werk gaat. Dit heet introspectie.
Een metafoor die ik graag gebruik om dit aanschouwelijker te maken is de volgende: de mechaniekjes om mijn noden te bevredigen zijn als de motoren van een auto; het mechaniekje om problemen met de motor op te lossen is als een automechanieker.
Wat ik gedaan heb, en nog steeds doe door aan mijn ervaring te blijven toetsen, is kijken hoe die mechanieker te werk gaat, om hem vervolgens volledig bewust na te doen. Het is dus eigenlijk een bewust worden en proberen beschrijven van de manier waarop ik mezelf kan herstellen wanneer ik niet goed functioneer. Dat is mijn filosofie.
En niet alleen vertrouw ik er op dat de aanwezige methode voldoende goed is voor het herstellen van dergelijke 'malfuncties', maar eveneens is het zo dat ik niets anders heb. Als ik het hier niet mee kan doen, waar dan wel?

De assumptie die ik maak is dat de mechanieker van een Volvo ook wel in staat moet zijn om een Fiat te herstellen. Met andere woorden: dat mijn methode ook waardevol kan zijn voor anderen. Is deze assumptie terecht? Mijn antwoord zou zijn dat ik slechts kan werken met de middelen die ik heb, ook als ik andere mensen wil helpen.
Een andere, laatste, verhelderende metafoor is de spreuk dat we moeten roeien met de riemen die we hebben. We moeten het doen met wat we 'gekregen' hebben. Ik aanvaard dit ten volle en besluit de cadeautjes uit te pakken, ik besluit nu eindelijk eens te kijken naar wat het is dat ik gekregen heb en ik besluit eveneens na te gaan wat ik er nu allemaal wel en niet mee kan doen. Wat mijn mogelijkheden zijn – die moet ik op mijn verlangens betrekken.