woensdag 21 maart 2012

Identiteit op basis van sociale impact?

Een uitermate interessante gedachte is dat de kracht van een aangereikte identiteit bepaald wordt door de autoriteit, het sociale gewicht van de persoon die deze aanreikt. Dat wil zeggen: hoeveel mensen er achter die persoon staan. Hoe meer er achter hem staan, hoe waardevoller hij is voor de vorming van onze eigen identiteit.
Vergelijk en speel met wat voor een identiteit het oplevert indien je je op verschillende manieren tot anderen verhoud. De vriend zijn van de koning, levert een andere identiteit op dan van de plaatselijke slager. Lid zijn van de oudercontact groep van je kind in de lagere school levert iets anders op dan lid zijn van de vrijmetselaars.
Er zijn twee interessante polen. De ene is sociale impact: hoe groot is de groep en hoe machtig is zij? De andere is de duur: hoe lang bestaat ze al of heeft ze bestaan. Zeggen dat je behoort tot het groepje koffie-drinkers dat vorige week toevallig samen stond na een receptie heeft een andere impact dan lid zijn van bijvoorbeeld de Socialistische partij.
Evident heeft een groep die langer bestaat gemiddeld een grotere macht, maar dat hoeft niet.

Wie ik ben, word bepaald door hoe ik me tot zo'n persoon/groep verhoud. Ik hoef er daarom geen lid van te zijn. Bijvoorbeeld: 'ik ben een vijand van de paus' is anders dan 'ik haat mijn buurman hartgrondig'.

Ik moet hier verder over nadenken!

Indien een lezer hier constructieve en goedbedoelde bedenkingen bij heeft, zou ik het appreciëren indien deze zijn mond open deed.
Deze gedachte is een deel van mijn masterproef (thesis), vandaar de expliciete vraag.

donderdag 8 maart 2012

Het Reële versus het virtuele, ofwel de terugkeer naar de realiteit

Get real!

Niet durven kijken, denken en meer algemeen ervaren komt neer op een angst voor het zogenaamde 'Reële'. De wereld zoals zij is, meer specifiek het lichaam zoals het is en hoe dat lichaam de interactie en registratie van die wereld ervaart. Simpel gesteld: het leven! Het is een angst voor het leven, voor wat dat leven met ons (lichaam) zal doen.
Punt is dat die angst ongegrond is, er voor zorgt dat we de dingen niet naar waarde zien en vooral dat we de werkelijk angstaanjagende aspecten van dit bestaan al helemaal niet meer aankunnen – hoewel… in mijn ervaring vallen zelfs de meest vreselijke dingen, op de keper beschouwd, best wel nog mee, eenmaal ik er echt in sta. Het is eerder de spreekwoordelijke sprong van de springplank die vreeswekkend is, dan het ding an sich. Maar dat ligt aan mij persoonlijk.
Ik kan me heel goed voorstellen dat menig mensen van mijn generatie en jonger nog geen werkelijk hard contact gehad hebben met het leven, dat zij nog niet werkelijk de verscheurende wreedheid aan den lijve ondervonden hebben, een wreedheid die hoewel niet altijd aanwezig, toch inherent aan het bestaan is – een reële mogelijkheid!
Dit wordt bewerkstelligd door een leven geleid in het virtuele, illusoire en fantasierijke – dat, en in de euforische roes van genotmiddelen. Facebook, videogames, (fantasy)romans, excessief druggebruik en behoorlijk schokkende methoden om alcohol tot zich te nemen zijn hier allemaal uitdrukkingen van.
Ons contact met het Reële, met het leven is niet zelden indirect – vanuit de veilige virtuele ruimten van het internet. Zo is het niet ongewoon heden ten dage mensen online te leren kennen, eerder dan in real life. Tenslotte: dat is toch ook veel veiliger? De confrontatie met wat daar werkelijk buiten zit, wordt door het diffuse licht van een computerscherm afgezwakt, verbleekt en getemd weergegeven – de realiteit doet me stellig denken aan een gekooid dier in de zoo, dat we van op een veilige afstand kunnen bekijken en waar we gewoon voorbij kunnen wandelen als het ons niet aanstaat.
Wij vrezen dit inderdaad soms harde leven. Maar ons ervoor verstoppen, meer nog: ons (ver)hullen met een surrogaat in de vorm van een virtueel second life of een MMORPG, zal ons niet voor dat leven behoeden. We verbergen onze bange geesten in virtuele werelden, terwijl we haast lijken te vergeten dat we lichamelijk aan het bestaan gekluisterd zijn – zo lang ons lijf en leden diep geworteld zijn in de wereld, in het Reële, ja, zo lang is het onmogelijk werkelijk rust te vinden in het virtuele en het ideële. Het zou als het ware nodig zijn dat we eerst onszelf uploaden op het internet… maar ach, ook dat internet is ultiem gegrond in het materiële.
Hoe je het ook draait of keert: we ontkomen niet aan het leven. Dat proberen is onmogelijk. En zoals ik elders al schreef: wil alleen het mogelijke. Stel geen doelen die je toch niet kan bereiken, want dat levert alleen frustratie en teleurstelling op. Ontken ook niet wat is: laat komen wat komen zal en zijn wat gekomen is. Het leven, zoals het is, in al haar wreedheid maar net zo goed in al haar schoonheid, moeten we omhelzen als een moeilijke maar geliefde vriend – iemand die wel eens lastig doet, maar wiens gebreken we aanvaarden, ja, we houden zelfs van hem omwille die gebreken, omwille wie hij is!
Er is maar één manier om werkelijk te ontsnappen aan de wreedheid van het bestaan, indien die wreedheid inderdaad zo zwaar is… maar die mogelijkheid ga ik niet eens ter sprake brengen. Een voldoende intelligente of zwartgallige lezer weet direct waar ik het over heb.

Nu, wat is de reden dat ik deze tekst neerschrijf?
Zoals het een echte persoonlijke filosofische tekst betaamd is ook dit een zelfreflectie, een ordening van mijn gedachten en een poging begrip te krijgen in waarom bepaalde dingen in mijn leven gaan zoals ze gaan.
Wat ik me afvroeg was waarom ik me vaak slechter voel wanneer ik op facebook zit. Ik vroeg me af waarom ik moeilijker bij mijn dagtaak kan blijven wanneer ik te lang of te vroeg op mijn computerscherm gestaard heb, ik vroeg me af wat maakt dat ik weiger een dagplanning te maken na het lezen van mooie boeken en waarom terugkeren uit de nevelen van de droomwereld, na een heerlijk nachtje slapen, zo'n worsteling is.
Het antwoord is vrij simpel: ook ik ben bang van het Reële, ook ik vrees het leven en ga er van uit dat het virtuele en ideële pakken veiliger is.
De reden waarom ik het moeilijk heb te plannen en besluiten te vormen is omdat ik door, bijvoorbeeld, mijn computer het contact verlies met de realiteit. Een reden waarom ik me slechter voel door facebook, is omdat mijn contact met de wereld ingeruild wordt door angst voor de wereld. De leegte veroorzaakt door het niet meer kijken naar de wereld om me heen wordt door ongegronde angstdromen gevuld.
Dit bemoeilijkt evident de terugkeer naar die wereld. En dat is net wat we steeds voor ogen moeten blijven houden: de mogelijkheid, ja, de noodzaak van een terugkeer naar de wereld, een terugkeer naar het bestaan, zoals het is. Er is in se niets mis met ontspanning in het virtuele. En facebook is uitermate nuttig om contact met anderen niet te verliezen – zo lang het maar geen surrogaat voor Reëel contact wordt!
Trouwens, een ander gevaar – een gevaar dat ook ik ervaar – is dat de noden van het Reële, van dat lichaam waar we niet van los kunnen komen, zich zullen gaan projecteren op het virtuele. Daar zullen wij tevergeefs op zoek gaan naar bevrediging van die noden.
Een ironisch maar tragisch en extreem voorbeeld hiervan is de urban legend die stelt dat er een jongen zou zijn die verhongerd is omdat hij dacht dat hij mana nodig had in plaats van voedsel.
Nu, of dit klopt of niet doet er niet toe. Het punt is dat het virtuele nooit of te nimmer het Reële echt kan bevredigen. Net zoals een kookboek onze honger niet kan stillen, net zo kan facebook onze sociale dorst niet lessen, noch onze nood aan veiligheid sussen.

Wat doet dit in het kader van mijn filosofie? Wel, deze heeft als functie contact met het leven te behouden en zelfs proberen er een mooi leven van te maken. Wij moeten onze ogen en oren open houden voor wat er zich rond ons afspeelt, wij moeten onze ogen en oren open houden voor wat we zelf willen en wij mogen absoluut niet de moed verliezen om over deze zaken na te denken, om probleemoplossend te zijn, eerder dan conflictvermijdend.