dinsdag 2 oktober 2018

Dat vertrouw ik toch niet, ze!

Zoals de meeste van jullie misschien weten, heb ik het niet altijd even gemakkelijk met vertrouwen – vertrouwen in mezelf, en vertrouwen in anderen.
Recent heb ik een manier gevonden om naar de wereld te kijken die me helpt mijn gebrek aan vertrouwen in perspectief te plaatsen. Omdat sommigen van jullie er misschien ook iets aan hebben, wil ik haar graag neerschrijven in dit kort blogberichtje.

Wereld (zie diagram) 
De wereld is in feite een chaotisch soepje van op elkaar inwerkende krachten. We kunnen dat fysisch zien, maar om wantrouwen beter te begrijpen, is het handiger enkel de aandacht te vestigen op de sociale wereld – met andere woorden: op de mensen om ons heen.

Nu, de krachten in de wereld (pijltjes in diagram) kunnen drie mogelijke relaties tot elkaar hebben:
1) of ze zijn in conflict, ze botsen (C in diagram);
2) of ze zijn in harmonie, ze werken samen (S in diagram);
3) of ze zijn neutraal, ze beïnvloeden elkaar niet (N in diagram).

Sociaal gezien gaat het hier over hoe belangen en gedrag van de ene mens zich verhouden tot de belangen en het gedrag van de andere. 

Zelfvertrouwen
Nu, wij zijn zelf ook een kracht in de wereld ('Ik' in het diagram). Wie weinig zelfvertrouwen heeft, gelooft dat zijn eigen kracht (Ik) zwak is. Deze persoon denkt dat het niet mogelijk is voldoende effect op de wereld te hebben om de eigen belangen te behartigen.

Of anders verwoord: hij voelt zich te zwak om de eigen dromen en wensen te realiseren, ja, soms zelfs te zwak om voor zichzelf te zorgen. De wereld voelt als een genadeloze machine waarin alles al vast ligt en verandering niet mogelijk is. Men kan enkel deelnemen en hopen dat het ten goede uitdraait. 

Men kan zichzelf fysiek niet vertrouwen en de gedachte hebben dat men niets kan, onhandig is, alles verprutst, lichamelijk niet mee kan…ect. 
Maar men kan zichzelf ook sociaal niet vertrouwen. Dan heeft men de gedachte bij conflict (C) overmeesterd te zullen worden door de ander, en/of dat niemand met hem zal willen samenwerken (S).

Mijn advies hier is nagaan of je effectief zo macheloos bent. Kan je werkelijk je doelen niet nastreven of je belangen niet behartigen? Niemand is volkomen machteloos. En bovendien kunnen we oefenen, trainen.

Anderen vertrouwen
Wanneer we wantrouwig staan tegenover andere mensen, denk ik dat we een iets te nauw idee van de sociale wereld hebben: we zien niet dat samenwerking (S) ook mogelijk is. We denken dat de wereld enkel uit strijd (C) of onverschilligheid (N) bestaat, of beiden.

Echter, niet iedereen is voortdurend in conflict met iedereen. De meeste mensen laten de meeste andere mensen koud. Voorbijgangers op straat zoeken geen excuus voor conflict, zijn er niet op uit op je te beroven of op eender welke manier kwaad te doen. Nee, ze zijn met hun gewone, dagdagelijkse zaakjes bezig.

Maar niet iedereen is onverschillig. Sommige mensen staan je meer aan het hart, en omgekeerd. En ook tussen vreemden is empathie mogelijk. Een oud vrouwtje dat valt, een kind dat huilt omdat haar fietsketting er af ligt: we zijn geneigd bezorgdheid te voelen en te helpen. 
Ook op een meer zakelijke manier is samenwerking schering en inslag. Mensen werken voortdurend  met elkaaar samen om dingen te bereiken, ook met jou! 

Denk aan je vrienden, familie, medestudenten, collega’s… er zijn tal van voorbeelden te vinden die bewijzen dat ook samenwerking mogelijk is. Mijn voorstel is deze voorbeelden in gedachten te houden, en niet slechts conflict of onverschilligheid te verwachten. 
En geef zelf ook eens het goede voorbeeld: help eens iemand! Werk samen! Zie wat voor een band en dankbaarheid dat met zich mee kan brengen.