zondag 27 april 2014

Sociale zelfzorg, lichaam & Budō deel 2

Gisteren had ik het er over dat de zoektocht naar de juiste manier van leven er ook altijd één is naar de juiste manier van samenleven.
Vandaag wil ik het hebben over waar een manier van leven op neer komt, namelijk het gebruik van je lichaam.

Reeds lang heb ik opvallend veel oog gehad voor manieren van leven, zelfs wanneer ze goed verstopt zaten onder stijf academisch jargon. In feite, het opsporen van de manier van leven die ademt doorheen een cursus of tekst is altijd mijn studiemethode geweest, en de reden dat ik met vrij weinig tijd best goede resultaten kan boeken.
Het heeft me altijd enorm geboeid. Ik heb van die zoektocht zelfs mijn masterproef proberen maken, naar voorbeeld van de Socratische traditie in de Hellenistische Periode. Toch heb ik nooit de verassend voor de hand liggende vraag gesteld wat voor iets een manier van leven nu eigenlijk is.

De reden daarvoor ligt denk ik in het feit dat ik de Lebensform (Wittgenstein) bijna uitsluitend in taal onderzocht heb, in een wereld van grammatica en denkstructuren, terwijl haar hart net klopt in ons borst, in ons lichaam. Het heeft zo weinig van doen met denken en alles met doen.

Na een gesprek over krijgskunst (Budō) met een goede vriend van me, begreep ik dat een manier van leven eigenlijk een manier is om dingen met je lichaam gedaan te krijgen.
Pakweg: hoe we te werk gaan om onze doelen of verlangens te realiseren, wat we doen met obstakels en tegenslagen, hoe we meevallers benutten; onze strategie, hoe we ons lichaam inzetten.

Mijn filosofie is in feite een zoektocht naar, een oefening in en een continu verfijnen van een goede manier van leven, ofwel: het zoeken naar hoe ik mijn lichaam efficiënter kan gebruiken om mijn doelen te bereiken.

Wat voor jou de juiste manier van leven is heeft vanzelfsprekend enorm veel te maken met het soort doelen je nastreeft, wat je wil bereiken.
Dat wil niet zeggen dat je zomaar eender wat als doel kan stellen. Veel daarvan is afhankelijk van omstandigheden en het soort persoon je bent, vooral je karakter. (Zie: Ken je Ziel)

De voor jou juiste manier van leven en de doelen die je stelt hangen natuurlijk ook af van andere zaken, zoals je fysiek, geslacht, sociale positie, woonklimaat, technologie, wereld-, mens- en zelfbeeld, … enzovoorts.

De relatie met krijgskunst begint eindelijk een beetje te dagen: een manier van je lichaam te gebruiken in verhouding tot anderen. Daarover meer in het laatste luik van deze reeks.

zaterdag 26 april 2014

Sociale zelfzorg, lichaam & Budō deel 1

Mijn filosofie verandert! Er zit evolutie in mijn zoektocht naar de juiste manier van leven. Aan de hand van een driedelige reeks wil ik toelichten wat krijgskunst (Budō) ons kan leren over die zoektocht.

Hoewel het basisidee van mijn filosofie altijd hetzelfde is gebleven, slaag ik er meer en meer in mijn vinger op de nuances te leggen. Zo legde ik in een recent bericht uit dat zelfzorg en vriendelijkheid van groot belang zijn. In die lijn wil ik verdergaan. 

Onlangs ben ik tot het besef gekomen dat mijn manier van leven in feite een ingebedde zelfzorg is. Ingebed in een sociaal weefsel, of eenvoudiger gesteld: vrienden, familie, collega's, gemeenschap.

Het is niet alleen onvermijdelijk dat je met anderen zal moeten omgaan, maar zelfs aan te raden! Niet alleen is het samen makkelijker om zaken gedaan te krijgen, waardoor je een soort wederkerigheid krijgt, maar ook is het een belangrijk stuk van ons natuurlijk verlangen: we willen tot een groep horen, relaties aangaan, vriendschappen sluiten, samenwerken, en liefst aan een groter, gezamenlijk doel. Wanneer dat aspect ontbreekt of te zwak is, voelen we ons eenzaam, zwaarmoedig of zelfs leeg. 

Dit alles om maar te zeggen dat mijn filosofie niet alleen een manier van leven is, maar ook een manier van samenleven, met anderen omgaan.
En een groot deel van mijn methode van positief denken is gericht op het opheffen van sociale barrières zoals een laag zelfbeeld en een te sterk wantrouwen of ongeloof in anderen.

Voor jezelf zorgen is deelhebben aan, gebruik maken van en rekening houden met een sociaal gebeuren bij het nastreven van je doelen en verlangens, zeg maar: sociaal zijn.

Krijgskunst en vooral het beoefenen daarvan kan enorm bijdragen aan dat sociale aspect, zoals zal blijken uit het laatste deel.
Morgen gaat het over de lichamelijkheid van een manier van leven.

zaterdag 5 april 2014

YOLO! Hiphoi! Of toch niet?

YOLO! (You Only Live Once!) is een kreet die de laatste jaren vaak gebruikt wordt om roekeloos en ondoordacht gedrag te verantwoorden. Denk aan fenomenen zoals planking op gevaarlijke plaatsen of elkaar uitdagen voor het drinken van gevaarlijke hoeveelheden alcohol terwijl men ondersteboven hangt, om er twee te noemen.

Het spreekt voor zich dat YOLO dan ook een negatieve bijklank heeft. Maar dat hoeft niet.
Als sympathisant van het epicurisme wil ik de kracht en het goede van YOLO beklemtonen, aangezien het eigenlijk een moderne variant is van Horatius' Carpe Diem-gedachte.

YOLO spoort ons aan de waarde van elk moment te zien en voelen… te appreciëren. Want het leven is kort, onze tijd beperkt en dus waardevol. Het dient niet om kwistig om te springen met ons steeds verouderende lichaam alsof het er toch allemaal niet toe doet.
In feite, zoals sommige jongeren zich gedragen is helemaal niet trouw aan de betekenis van Carpe Diem. Het leven is niet kort voor hen. Nee, zij leven alsof ze onsterfelijk zijn en dus alles kan. Zo doen ze de waarde van hun eigen leven te kort.

Dat het leven eindig en vaak kort is moet een aansporing zijn om niet bij de pakken te blijven zitten. Een hart onder de riem om te durven risico's nemen bij het nastreven van onze dromen, een hand op onze schouder om te zeggen dat falen niet erg is, een duwtje in de rug om niet te lang te blijven stilstaan bij falen en verlies – want het leven is kort! Deze tijd is alles dat je hebt!

Het is echter geen excuus om allerhande dwaasheden te begaan, om opzettelijk gevaar en risico op te zoeken, gewoon omdat het kan.
Ja, inderdaad, dat is net het absurde: YOLO wordt gebruikt als een excuus om eender welk gedrag te stellen, terwijl het net bedoelt is als een aanwijzing om goed na te denken over wat wel en niet te doen – en dat is zeker niet eender wat!