donderdag 28 februari 2013

De troost van de eindigheid

Ik ben sinds enkele dagen een boek aan het lezen over doodsangst en de omgang daarmee. Uit dat boek komt vrij overtuigend naar voor dat de overgrote meerderheid van onze echte zorgen gefundeerd zijn in het besef van onze eigen sterfelijkheid, en bijhorende existentiële angst die daaruit geboren wordt.

De schok die zo'n besef teweeg brengt wanneer het bewust onder ogen gekomen wordt kan een enorme positieve invloed op je leven hebben. Je wordt er een beter mens van. Je leert beter leven. 
Om die reden beoefenden de stoïcijnen dan ook dagelijks de kunst van het zich voorstellen dat het allerergste ook werkelijk ging gebeuren. Oefeningen in het sterven.

Maar wat ik niet helemaal kan bevatten is hoe dit alles te rijmen met een persoonlijke ervaring die ik vaker had. Ook daarnet. De gedachte aan mijn eindigheid is een enorme troost! 
Niet dat ik wil sterven, verre van! Maar wanneer ik overmand word door angst, verdriet, verveling of ongeduld werkt de gedachte dat het eindig is enorm kalmerend. Het gaat wel over. En dat is ook zo, argumenteer ik dan voor mezelf, want je gaat ten slotte dood. 

Dit klinkt nu wel heel donker, maar dat is het niet. De dood is slechts een troefkaart die de eindigheid van wat ik ook mag doormaken garandeert. 
Maar door daar aan te denken wordt ook mijn herinnering gewekt: in mijn herinnering was alles ook eindig. Rouw, angst, verveling, pijn, frustratie, woede. Er kwam altijd wel een moment waarop het stopte. Dus wat ik nu voel, dat moet toch ook ooit eens stoppen? 

Kalmeer maar, het gaat wel over.

zondag 24 februari 2013

Wat is filosofisch denken?

Sinds kort volg ik een cursus Socratisch ondervragen. Deze cursus heeft me vandaag geïnspireerd één aspect van het pentapharmacon met een grote helderheid uit te leggen.

Ik weet dat wat volgt enigszins abstract en technisch is, maar het is een goede toelichting op 'stel doelen'.

---

De kunst van het aanleren van filosofie zou aldus Nelson liggen in het er toe brengen van de student om zijn eigen rede (vermogen tot logisch denken) te koppelen aan concrete voorbeelden uit zijn eigen ervaring, zodat hij dankzij deze koppeling tot een oordeel komt. 
Dit vind ik een interessante combinatie. Het is ook exact wat er vervat zit in de eerste peiler van het pentapharmacon: namelijk rondkijken (zintuigen gebruiken) en de rede hierop betrekken (conclusies trekken en inconsistenties wegwerken). 

Twee gerelateerde aanvullingen echter. In het pentapharmacon kijkt men niet alleen om zich heen, maar ook in zichzelf: herinneringen, aanwezige opvattingen en wat nog veel belangrijker is: de eigen emotionele wereld. Ook daarop wordt de rede toegepast. Ten slotte zijn dit ook ervaringsgegevens: 'ik ben kwaad' is even feitelijk als 'ik zit op een stoel'.

Nu, in emoties zit steevast een curieus staartje verstopt, genaamd onze verlangens. Emoties bevatten altijd een component van verlangen of intentie.
Wat het pentapharmacon voorschrijft is niet alleen een betrekking van ervaring en rede op elkaar, maar eveneens een betrekking van de wil op beiden. De ware oefening in filosofie ligt dus voor mij in het koppelen van de eigen rede aan de eigen verlangens, gebruikmakend van de eigen ervaringen om zo tot een praktisch oordeel te komen.

woensdag 20 februari 2013

Verander je wereld

Een heel eenvoudig en evident principe waar ik net over struikelde is het volgende. Het is allemaal goed en wel om bijvoorbeeld in alle situaties onze rust en kalmte te kunnen bewaren, maar we moeten het onszelf ook niet moeilijker maken dan nodig is. Het is veel interessanter ons leven en de wereld om ons heen zo te organiseren dat het gemakkelijker is om kalm te blijven. 

Zo komt voor mij het principe van kalmte neer op zich niet gehaast of opgejaagd te voelen, dat wil zeggen, geen al te grote druk voelen om snel ergens anders te moeten zijn, maar integendeel ervaren dat ik nu nergens anders ben dan waar ik zou willen zijn
Dus zorg ik er simpelweg voor dat situaties die druk veroorzaken tot een minimum worden gereduceert, zonder daarom dingen op te moeten geven. 
Om maar voorbeelden te geven: vertrek op tijd, stel geen taken uit tenzij je daar héél goede redenen voor hebt, neem niet te veel hooi op je vork, gun jezelf tijd om te rusten, na te denken of te ontspannen, … 

Hetzelfde geldt eigenlijk voor eender welk ideaal dat we ons voor ogen kunnen stellen. Bijvoorbeeld als we genoeg willen hebben aan onszelf, dan proberen we ons leven zo te organiseren dat we zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van anderen. 
Als we positief willen denken, dienen we de eigen omgeving zo positief mogelijk te maken. Want in alle eerlijkheid, het is eenvoudiger een mooie lekkere maaltijd positief te waarderen dan een hoopje verkoolde asse dat ooit doorging voor voedsel.

zondag 17 februari 2013

De ogen van de dood

Verdriet komt door gemis. Mijn gemis. 
Als je van iemand houdt dan doet diens dood eigenlijk maar mild zeer: de mate waarin de dood voor die persoon een slecht iets was, ofwel het geluk dat hij of zij gemist heeft. Dat is erg, maar niet vreselijk. Toch niet voor mij. Want ik ben die andere persoon niet. 
De dood is niet erg. Ik heb de dood in de ogen gekeken, maar hij keek niet terug. Dode ogen kijken je niet aan, nee, ze kijken los door je heen. Ze zijn dromerig, afwezig en spreken over niets dan zachtheid.

Daarentegen, wat werkelijk zeer doet is mijn gemis, wat ik allemaal niet meer kan doen dat ik had willen doen. Onze hoop, dromen en verlangens zijn enorm vervlochten met de levens van onze vrienden en naasten. Het wegvallen van één van hen scheurt het netwerk van dromen en verwachtingen aan flarden. En dat is wat er zo enorm pijn doet. 
Het is misschien schokkend en erg om te zeggen. Maar voor het grootste deel rouwen we om onszelf en onze aan flarden gescheurde dromen. Het rouwproces is dan ook het herschikken van ons wereldbeeld zodat we nieuwe dromen vorm kunnen doen krijgen.

vrijdag 15 februari 2013

Pijn, een taboe?

Mensen houden er tegenwoordig de raarste gewoonte op na wat rouwen betreft. Eenmaal ze door hebben dat ze een 'pijnlijk' onderwerp bij je hebben aangesneden, zoals liefdesverdriet of rouw om een overlede, zullen ze de allergrootste moeite doen van onderwerp te veranderen en zich bovendien uitgebreid excuseren.

Ik zeg niet dat dit altijd en voor iedereen zo is, maar het liefst zwijgen veel mensen verdriet dood, waardoor de rouwende alleen achterblijft en in stilte zijn verlies moet dragen. 
Verdriet wordt taboe! En dat terwijl het delen en bespreekbaar maken van verdriet het niet alleen aanzienlijk verlicht, maar zelfs een eerste stap in de verwerking is. Doordat anderen het verdriet ook erkennen, krijgt het een plaats.
Emoties en herinneringen die een plaats hebben, zullen minder geneigd zijn de rest van ons leven te beheersen, waardoor onze levenskwaliteit omhoog gaat.

Eigenlijk beschouw ik het praten over en delen van verdriet als het ontsmetten van een wonde. Inderdaad, het prikt en steekt, maar uiteindelijk is het resultaat positief. Verdriet dat alleen gelaten wordt gaat vaak etteren en zweren. 
Evident bedoel ik nu niet dat we koste wat het kost erover moeten praten, zonder zwijgen. Dat is een ander extreem. Ik bedoel enkel dat het pad open moet liggen en dat we niet te terughoudend moeten zijn, laat staan ons excuseren.

donderdag 14 februari 2013

Eenzaamheid en delen

In mijn ziel ben ik bovenal altijd een verteller geweest. Van uit dit persoonlijke perspectief bestudeer ik in deze blog eenzaamheid en menselijke communicatie.

Het was niet mogelijk geweest deze blog te schrijven zonder het diepgaande gesprek met mijn goede vriend Gert. Waarvoor dank. :)

---

Een verteller? Ja. Maar ik wil vooral ervaringen delen. Daarmee bedoel ik eigenlijk niet per se ervaringen mededelen, maar werkelijk in zo groot mogelijke mate gedeelde ervaringen hebben. En als je dit met een zekere nuchterheid bekijkt is het glashelder: ik wil niet alleen zijn. 

Nu, een beetje filosoof beseft algauw dat ervaringen nooit werkelijk gedeeld kunnen worden. Het enige dat bereikt kan worden is dat onze ervaringen op elkaar lijken.
Indien we bijvoorbeeld dezelfde wandeling gemaakt hebben, kan je er van uit gaan dat er gelijkenissen zullen zijn. En toch zijn er verschillen, aangezien het twee verschillende personen betreft, met verschillende voorkeuren, een verschillend verleden en droogweg verschillende tijd-ruimtelijke coördinaten. We zijn dus altijd wel een beetje alleen.

Ik ben me reeds lang bewust van dit probleem. Het is eigenlijk niet echt een probleem, maar eerder een persoonlijk vraagstuk, het vraagstuk hoe ik ervaringen kan laten overlappen. 
De koele en onverbiddelijke logica van de rede dwingt me te aanvaarden dat dit nooit totaal mogelijk zal zijn. Men moet ten allen tijden zijn doelen bijstellen aan zijn mogelijkheden, anders komt men triest en bitter uit.
Gelukkig is er nog iets anders dat wij mensen voor handen hebben: de illusie van gedeelde ervaringen, of voor de meer nuchtere mensen: de aanname dat er voldoende overlap is om elkaar te begrijpen. 
Oh, hoe heerlijk ironisch toch! Mensen menen zo enorm vaak elkaar wel te begrijpen, te weten wat er in de ander omgaat en bovendien te weten wat die ander van hen verwacht, evenals ze menen dat die ander ook weet wat zij zelf verwachten. Ze denken zo graag dat ze wel voldoende duidelijk geweest zijn.

Want ja, beste vrienden, volgens mij komt duidelijk communiceren op niets anders neer dan het in voldoende mate delen van ervaringen.
Wanneer ik je vraag me een mes te geven om de worteltjes te snijden, want ik wil wortelstoemp maken, dan is die communicatie voldoende helder wanneer beide personen zich een beeld kunnen vormen van een mes, diens functies en eventueel zelfs van wat wortelstoemp is en hoe een mes zich functioneel kan verhouden tot het klaar maken van de stoemp. 
Nu, dit neemt niet weg dat verschillende mensen verschillende ervaringen zullen hebben. Voor de één smaakt in zijn herinnering de stoemp anders, met meer room, dan voor de andere. Terwijl die andere dan weer aan een aardappelmes denkt, terwijl die ene eerder een botermes in zijn hoofd heeft. 

Maar goed, ik begin een beetje af te wijken van mijn onderwerp. Een belangrijke reden dat ik graag schrijf, is dat een goede schrijver in staat is een grotere controle te bereiken over de ervaringen die hij bij andere mensen oproept. 
Persoonlijk maak ik erg graag gebruik van beeldtaal. Door er voor te zorgen dat het beeld dat ik gebruik een soortgelijk beeld in de geest van mijn lezer oproept, slaag ik er in de mate waarin we een ervaring delen te vergroten, en hopelijk ook mijn boodschap begrijpelijker over te brengen. 
Misschien is dit geen verstandig project. Wat bereik je met het delen van ervaringen? Eventjes voelen dat je niet alleen bent misschien. Maar dat is zo een enorm trieste doelstelling, al is zij natuurlijk wel erg begrijpelijk voor een sociaal dier dat in ongewoon geïsoleerde tijden leeft, ook al zijn we nog nooit met zo veel geweest. Paradoxaal, hé?

woensdag 13 februari 2013

Controledwang, wantrouwen en levenskunst

Afspraken, adviezen, aanwijzingen: het zijn informatieve en goedbedoelde aansporingen die samenwerking in de hand werken. Als mensen willen samenwerken, moeten ze communiceren.

Echter, het voorschrijven van strikte gedragsregels en verboden (met boete of straf bij overtreding) zijn van een geheel andere aard. Tenzij wie ze oplegt voldoende macht heeft ben ik van mening dat zij de zaken er eigenlijk erger op maken en samenwerking, rust en vrijheid hinderen. En dan nog…

Maar waarom? Denk eens na over de onderliggende veronderstellingen bij verplichtingen en nog meer bij verboden. Het is ten eerste de opvatting dat je medemens niet te betrouwen is! De regel gaat er van uit dat mensen het juiste gedrag wel niet zullen stellen, tenzij het afgedwongen wordt. Dat ze slecht van wil zijn, en bovendien dat ze niet fatsoenlijk voor zichzelf kunnen beslissen. 
Denk hier eens over na. Iemand die van het begin af slecht over je denkt. Hoe sta je daar tegenover? Onwillig natuurlijk! Als hij zonder reden denkt dat je een klootzak bent, ben je niet bepaald geneigd erg vriendelijk te blijven. En helaas wordt op die manier het wantrouwen een self fulfilling prophecy. Men gaat zich als een klootzak gedragen, of toch daartoe geneigd zijn.
Nu, de sfeer van competitie en tijdsdruk waar ik het gisteren over had is hier ook een mooi voorbeeld van. Als er continu een strijd van allen tegen allen is, dan wil dit natuurlijk tot op een zekere schaal zeggen dat je medemensen niet te betrouwen zijn - want ze zijn de competitie.
Ik zeg niet dat die regels en controledwang de oorzaak zijn van zo'n onaangename sfeer. Het is eerder andersom. Maar ik weet wel dat de controledwang het verder in de hand werkt, dat het een self fulfilling prophecy op culturele schaal aan het begaan is.

Nu, daarnet sprak ik over onderliggende veronderstellingen. Meervoud. De tweede aanname die onder regels en verboden ligt is die van het vrezen te falen. Daarmee bedoel ik dat de regels gericht zijn op het voorkomen van bepaald gedrag, in plaats van het willen bereiken van iets - zoals samenwerking.

Ik weet dat het een subtiel onderscheid is, en misschien kan ik het niet van de eerste keer duidelijk maken, maar zelfs regels die iets verplichten vallen in deze valkuil. En dit zal je wellicht verbazen, want op het eerste zicht hebben verplichte regels toch een positief doel? Bijvoorbeeld: betaal je belastingen. Dat is een positieve handeling, en geen vermijdingsgedrag. 
Maar schijn bedriegt! Onderliggend zit er wel een negatief doel, namelijk: men wil niet dat je niet betaalt. Snap je? Een dubbele negatie. Aangezien het een plicht is, wil men voorkomen dat je verzuimt te betalen. Indien de vrees te falen niet aan de wortel van deze regel had gelegen, dan was het eerder een verzoek of een advies geweest.
Anders gezegd bestaat de vrees te falen ook uit de gedachte dat als die regel niet gevolgd wordt, als het doel niet bereikt wordt, het wel eens slecht zou kunnen aflopen. Bijvoorbeeld zou de staatsstructuur bedreigd kunnen worden wanneer belastingen niet afdwingbaar waren.

Waarom is dit nu zo erg? Wel, hoe meer iemand een houding van 'ik mag niet falen' heeft, dan 'ik kan het maar proberen, wie weet', hoe minder hij gericht zal zijn op samenwerking. De neiging tot competitie wordt groter, de rust neemt af, onzekerheid groeit. Eigenlijk gaat die persoon meer gaan overleven, en minder gaan leven.
Regels die een gevoel van onveiligheid in de hand werken en een sfeer van overleven cultiveren worden best tot een minimum beperkt. Want het is volgens mij een verdienste van cultuur om ons net in staat te stellen ons te verheffen boven het overleven en ten minste voor sommige dingen in het leven de kans geeft een levenskunst te beginnen in plaats van een levensstrijd.
We zouden eigenlijk toe moeten werken naar een cultuur die het goede leven op zo veel mogelijk domeinen van ons leven mogelijk maakt. En dat voor zo veel mogelijk leden van onze cultuur, en misschien zelfs soort…


Edit: GAS-boetes zijn trouwens een voorbeeld van die controledwang.

dinsdag 12 februari 2013

Boswandeling van de tijd

We moeten meegaan met de tijd.

Doen we dit niet, raken we verder en verder achterop. Want hoe langer we vast houden aan voorbije tijden, hoe minder geschikt onze gedachten zijn om om te gaan met nieuwe tijden.

Toch is deze metafoor zonniger dan ze lijkt. Want hoewel iemand die werkelijk ver achterop geraakt een hele weg te gaan heeft wil hij de groep inhalen, is het wat de levenswandel betreft op elk moment mogelijk het verleden los te laten en de ogen te openen voor het zonlicht van vandaag, voor de veelbelovende mogelijkheden die er nu zijn.

Het verleden loslaten en niet meer blijven stilstaan bij dezelfde dode boom wil niet zeggen die boom vergeten, noch hem niet meer belangrijk vinden. Het komt er enkel en alleen op neer te beseffen en aanvaarden dat de boom dood is en we nu een heel ander panorama aanschouwen. Angst noch verdriet zijn goede redenen om vast te houden.

De waarde blijft, maar het is plaats ruimen voor iets nieuws.

Rustig, vrijer en vredevoller leven vandaag

Rustig, vrijer en vredevoller leven vandaag. Dat is min of meer de opzet van deze blog, zoals gisteren ook beloofd.

Hopelijk zijn jullie hier iets mee. :)

---

Als we vlug een diagnose van onze samenleving zouden maken, dan vallen ten minste de volgende drie symptomen op:

1) een te grote tijdsdruk, want alles moet zo snel en efficiënt mogelijk gebeuren, volgens de deadline;

2) een toenemende nood aan controle, voorspelbaarheid en dus formalisering, want alles moet volgens de voorschriften, wet, veiligheidsregels en vooral -verboden zijn;

3) steeds toenemende competitie met andere mensen, want we moeten het beter doen dan de ander, die onze concurrent is, de tegenstander! 

Ruw gesteld: mensen leven enorm gehaast, willen geen fouten maken vanwege de bikkelharde competitie en proberen daarom hun omgeving maximaal te beheersen. Daarom stel ik een remedie voor om de negatieve effecten van deze cultuur op ons persoonlijke leven wat te temperen.


Zo zouden we eens moeten proberen ons niet altijd te haasten, eens te voet te gaan in plaats van met de fiets of de auto, indien dat kan natuurlijk.
Wanneer we door de straten wandelen of aan het winkelen zijn, zouden we er eens op kunnen letten: mensen schieten schichtig langs elkaar heen, vaak geïrriteerd door het wat tragere oude koppel dat op hun pad loopt. Vaak kunnen we ook onszelf betrappen op het gevoel: 'ik moet hier snel weg zien te komen, ik moet doorstappen'.
Echter, lieve vrienden, tenzij we een aanwijsbare goede reden hebben, is er geen nood aan om ons zo te haasten. Waarom niet ons gemak te houden, eens rond kijken en proberen te genieten? Zelfs het stadsleven is gevuld met prachtige momenten, die allemaal aan ons voorbij gaan wanneer we ons haasten.
Goed, de ADHD-samenleving vraagt het van ons dat we snel zijn, maar alsjeblieft, laat ons proberen die haast geen deel van onszelf te maken en alle kansen aangrijpen om onze rust te bewaren.
En zelfs als er een grote tijdsdruk achter zit, meen ik dat we niet sneller dan nodig hoeven te zijn. Indien we niet snel genoeg kunnen zijn, wel, lieve vrienden, neem dan genoeg aan het besef dat we eigenlijk niet meer kunnen doen dan ons best.
Ja, ze kunnen ons berispen en zelfs beboeten. Maar waarom in vredesnaam het eigen gemak opgeven in een poging het beter te doen dan we eigenlijk maar kunnen, in een poging anders te zijn dan we eigenlijk zijn?
Heb genoeg aan jezelf! 


Naast de rust en het gemak, stel ik een terugkeer naar de spontaniteit voor. Geef toe aan spontane opwellingen (en bruisende ambities). Kom los van de vrees of het wel mag en volg je wensen, dromen en verlangens. Deze worden telkens geboren in het moment zelf, en niet vooraf bepaald door regels en verboden.
De enige echte goede reden om een handeling niet te stellen, is omdat je zelf vindt dat ze fout is, of omdat je zelf inziet dat het geen goed idee is. Bepaal dus uit jezelf wat je al dan niet gaat doen.

Ik wil hierbij ook nog opmerken dat iets niet fout is omdat een regel het verbiedt. 't Is eerder zo dat er een prijskaartje aan die daad verbonden is. En dat alleen maar wanneer mensen die de regel opleggen het te weten komen.
Wat ik in dit blokje tekst probeer te zeggen is: laat je gedrag en je plannen niet zomaar belemmeren door angst voor risico (vb falen, fysiek of sociaal schade oplopen) of het overtreden van regels. Vrees niet te falen, en je (her)vind je persoonlijke vrijheid!


Ongedwongen maar rustig, zo raad ik het u aan.

Een derde zinnig advies in deze stressvolle tijden waarin de toestand vaak hopeloos maar niet ernstig is, is dat van de vriendschap of vriendelijkheid.
Dit wil zeggen dat we in de eerste plaats steeds moeten pogen andere mensen niet als competitie of als vijand te zien. En zelfs als anderen ons als concurrent zien, doen we er goed aan zo veel mogelijk de competitie te mijden, tenzij strikt noodzakelijk.
We kunnen proberen meer aandacht te hebben voor de mogelijkheden en kansen die anderen ons bieden, en minder voor de hindernis of belemmering die ze zouden kunnen vormen, zodat we bewust worden van de dingen die we samen kunnen doen.

Kenmerkend aan vriendschap, is dat we een over het algemeen positieve waardering voor de persoon van onze vrienden hebben, en dat we geven om hun welzijn. Om het simpel te zeggen: hun zorgen zijn ook een beetje onze zorgen, en niet omdat we van hen afhankelijk zijn of we iets van hen willen, maar louter omdat we om hen geven.
Dus, meer praktisch stel ik voor te proberen in de sociale omgang kleine, vriendelijke gebaren te stellen. Glimlach regelmatig. Indien de kans zich voordoet: help je medemens – maar steeds op een rustige en ongedwongen manier, want het is geen plicht. Geef complimentjes en bemoedig vrienden en collega's die tegenslag hebben.
Ga na wanneer je plannen maakt of een werk probeert af te krijgen of je niet met anderen kan samenwerken om voor beiden het werk te verlichten. Schroom er ook niet voor hulp te vragen. Tenzij je goede redenen hebt, hou wat je doet niet verborgen voor de ander, maar praat er openlijk over en luister naar wat hem bezig houdt. 

Heb genoeg aan jezelf, maar wees blij met een ander!

maandag 11 februari 2013

Triade van deugd

Mijn filosofie, het pentapharmacon, is gericht op mijn eigen goede leven. Maar de triade van deugden die ik samenbracht is bedoeld als geneesmiddel tegen bepaalde negatieve instellingen in de manier van leven van onze samenleving.
Dat klinkt allemaal groot. Een echt geneesmiddel zal het nooit worden, maar ik ben er wel rotsvast van overtuigd dat de triade de gemoedsrust en zelfs het samenleven ten goede komt.

Triade van deugd: ik vermoed dat dat de roepnaam geworden is van rust, spontaniteit en vriendschap.
De symptomen die deze zou moeten terugdringen heten: tijdsdruk, controledwang en competitiviteit.

In mijn volgende blog meer hierover. :)

vrijdag 8 februari 2013

Waterval van het heden

Deze nacht toen ik voor mijn doen uitzonderlijk vroeg probeerde te slapen, gebruikte ik verschillende ontspannende meditatie-technieken die ik in de loop der jaren heb geleerd.

Eentje daarvan is een zelf verzonnen maar vrij eenvoudige beeld-meditatie. Zij komt er op neer dat ik probeer een visueel beeld voor mijn ogen te zien, zo realistisch mogelijk. Het doet er niet toe welk beeld, dat laat ik aan mijn fantasie en onderbewuste over. Eenmaal dat beeld er is, laat ik het zijn gang gaan. Het begint dan meestal te bewegen, maakt geluiden, ja, in feite: het komt tot leven.

Deze nacht zag ik het beeld van een witte tempel. Een prachtig geval, maar wat er nog het speciaalst aan was, was dat zij hoog aan een klif en in het midden van een gigantische waterval bengelde als een zich welbewust vast grijpend arendsnest.
Nu, in tegenstelling tot anders, bewoog dit beeld niet alleen. Er gebeurde meer! Mijn fantasie fladderde als een onzichtbare vlinder door de geesten van de bewoners van die tempel. En wat ik daar aantrof is wat ik jullie in deze ietwat uitzonderlijke blog wil vertellen.


Visioen van een witte tempel, een pagode, hoog hangend in de mist van een grote, blauwe waterval.
Ze mediteren er.

Over het leven in het 'nu'.

Daarmee bedoelen ze niet dat je je enkel bewust moet zijn van het heden – eerder dat je het heden niet mag vergeten.
Ze bedoelen dat je je niet aan een oud heden moet vast houden, aan het verleden. Want de tijd stroomt met dezelfde kracht als de donderende waterval voorbij. We kunnen dat gewoon niet vast houden.
Ook bedoelen ze dat je een nog ongeboren heden niet moet proberen grijpen voor het er is; dat wil zeggen: de toekomst niet dwingen te worden zoals jij dat zou willen. Want net zoals we het stromen van de waterval niet kunnen sturen, net zo moeten we het stromen van de tijd ongeforceerd haar gang laten gaan.

Betekent dit dat er geen houvast is? Integendeel!
Aangezien er net altijd een nieuw heden is, is er altijd een houvast. Er is altijd nieuw vers water, wanneer dan ook, wat wil zeggen dat we telkens opnieuw vanuit het heden onze kansen moeten nemen en onze mogelijkheden moeten afwegen. En dit zonder te blijven hangen aan wat al voorbij gestroomd is, en zonder te proberen sturen van wat toch onze kracht volledig te boven gaat.

Dat is de rust van stromend water.

maandag 4 februari 2013

Jezelf niet verliezen in vriendschap of liefde

Wie werkelijk goed wil doen voor een ander, gebruikt zijn eigen wensen, wil of verlangen op zo een manier dat het die ander goed uit komt. Anders gezegd zet je jouw verlangen in voor het bevredigen van het verlangen van een ander.
Dit is een moeilijke manier om te zeggen dat we iets delen, dat we samenwerken.

De grote kracht van deze houding is dat het onmogelijk is hierbij onszelf te verliezen in de hulp van de ander, aangezien het eigenlijk altijd onze eigen verlangens betreft. Wat natuurlijk niet wegneemt dat we oprecht kunnen verlangen naar het welzijn van de ander.

Hou altijd wat je zelf wil in het oog, maar verruim je blikveld. :)

zondag 3 februari 2013

De zin van het leven - absurd!

De vraag naar de zin van het leven is voor mij een vrij grappige, want absurde vraag. Vaak wanneer men me deze vraag stelt reageer ik als volgt: 'het vragen naar de zin van het leven is hetzelfde als vragen of een jas gekleed is of een schoen geschoeid'.

Het ligt net in de aard van de schoen om wie hem draagt 'geschoeid' te kunnen noemen. Hetzelfde geldt voor het leven. Het is net de aard van het leven om diegene die het leeft zin te geven. Het leven zelf bepaalt de zin en schenkt ons doelen en idealen, wensen en dromen om na te streven.
Een zinvol leven, is een leven dat gebruik maakt van deze wensen en idealen, en dat hen gegeven je persoonlijke omstandigheden op de best mogelijke manier probeert te realiseren.

Aangezien verschillende mensen verschillende dromen hebben, en aangezien verschillende mensen verschillende vaardigheden hebben en in verschillende omstandigheden verkeren, zal de zin van hun leven inhoudelijk verschillen. De enige die de zin van je leven kan bepalen – of misschien correcter: ontdekken – ben jij zelf. 
Maar je kan je natuurlijk wel door anderen laten inspireren en helpen bij het bereiken van je idealen. :)

Ik kan je alleen maar de les mee geven dat wat je leven ook is, probeer er een goed leven van te maken, waarin je je dromen nastreeft en waarvan je achteraf geen spijt hebt dat je het zo geleefd hebt.

Verslaving en (on)geluk

Ik vraag me af of verslavingen sterker naar voor komen, meer de overmacht krijgen op momenten waarop het slecht gaat met iemand. Aangezien het eigenlijk vaste gewoontes zijn die doorgaans wel een bepaald genoegen verschaffen. Men rookt, men drinkt, speelt games of kijkt series voor het scherm, gaat zich te buiten aan vleselijke geneugten…

In slechte tijden kan die structuur en die zekerheid van genoegen – het herkenbare, het voorspelbare, het vaste – eigenlijk een vorm van steun zijn, een beschermingsmechanisme. Dankzij verslavingen kunnen we stand houden. Ze bieden een veilige haven, met vertrouwde tavernes en bekende gezichten. 

Echter, er is pas werkelijk sprake van een verslaving wanneer we er ook in vaste tijden niet meer uit geraken, wanneer we er van afhankelijk blijven en zeker wanneer deze afhankelijkheid de oorzaak wordt van slechte tijden en ellende. 
Ja, dat lijkt me het gevaarlijkste punt. Want zoals gezegd zijn we net in die slechte tijden enorm ontvankelijk voor, jawel, verslavingen. Als een alles omknellende wurgslang.