donderdag 16 augustus 2012

Verliefdheid, erotische liefde, epicurisme


Epicuros, of ten minste Lucretius, is wat zijn levensfilosofie betreft gekant tegen de hevige emoties die voortkomen uit erotische liefde, en hij heeft daarin gelijk. Alleen was ik op het eerste gezicht vrij gechoqueerd. Is er in het epicurisme nog wel plaats voor de zachte, tedere gevoelens van affectie die je voor je geliefde kan ervaren? Want de epicureïsche wijze man 'does not fall in love'.

Zowel vanuit Lucretius als vanuit mijn eigen filosofie is hier geen probleem. Het punt is niet verliefd te worden. Verliefdheid gaat gepaard met hevige emoties, emoties van ophemeling, onzekerheid, dwangmatig verlangen en een bijna onhoudbare nood om bij de geliefde te zijn, vaak maar niet steeds met oog op seksuele gemeenschap.
Zoals mijn grote liefde me ooit uitlegde is verliefdheid niet hetzelfde als liefde. Het voelen van liefde gaat net gepaard met kalme emoties – de hand van Aphrodite is zacht en leidend, niet hard en dwingend. Het is enkel tegen die hevige, zelfs kwellende emoties dat Epicuros te keer gaat.
En zo-ook vanuit mijn filosofie. Verliefdheid is een bitterzoete vloek omdat zij bijna altijd onverantwoorde elementen van negatief denken in zich vervat – tenzij goden echt bestonden en we verliefd werden op een god of godin.

Aan de ene kant zijn wij geneigd het object van onze verliefdheid enorm op te waarderen, er een bijna kosmisch belang aan te hechten. Maar ook indien dit niet gebeurt, gaat die emotie gepaard met een prangende, onverzoenlijke nood – de nood bij hem of haar te zijn, het gevoel dat we iets fundamenteels missen, dat we zonder haar niet compleet zijn, dat we indien we niet bij hem zijn iets enorm belangrijks gemist hebben, iets dat we niet hadden mogen missen.
Ik geef grif toe dat ik de emoties nu een beetje opblaas, wat meer in de verf zet. Maar wat vermoedelijk wel klopt, is dat de meeste mensen zich er in meerdere of mindere mate wel in kunnen herkennen. Nog los van het hemelse, zweverige en ronduit zalige gevoel van zoete verliefdheid, is het altijd wel zo dat we onze geliefde hoger gaan inschatten dan die werkelijk is, ofwel dat we het gemis van die geliefde als erger gaan beoordelen dan het werkelijk is.

Nu, ik heb niets tegen positieve gedachten. Het is mijns inziens zelfs altijd beter een beetje positiever te denken dan toegelaten, dan negatiever – zie daarvoor mijn blogbericht: Ignorance is Bliss* – maar ik meen uit ervaring te kunnen spreken dat ophemelende gedachten het gevaar in zich houden negatief denken aan te wakkeren.
Zo heb ik nog niet erg lang geleden even de proef op de som genomen en geprobeerd in tekstvorm mezelf maximaal op te hemelen, ongehinderd door bewijs van het tegendeel. Algauw bleek dat negatieve gedachten als een spontaan addergif uit schrijverspen vloeiden – ik begon heel even te denken dat ik beter was dan de rest, dat de wereld me dankbaar moest zijn en in volle devotie op de knieën vallen.
Nu, voor de duidelijkheid: dit was niet meer dan een experiment, maar het was genoeg om te wijzen op het gevaar, aangezien ik negatieve gedachten had over mijn medemens, negatieve gedachten over hun capaciteiten en intenties zonder zinnige verantwoording.

Waarom deze uitweiding? Ik meen dat er een soortgelijk gevaar bestaat in de verliefdheid. Wij riskeren zowel over andere mensen dan onze geliefde als, jawel, over onszelf op een ongegrond negatieve manier te beginnen denken. Want ja, als de geliefde zo geweldig goddelijk groots en belangrijk is, dan moeten arme wij toch wel miezerig klein en onbetekenend zijn? Dan moet het toch wel zo zijn dat wij waarschijnlijk haar verheven liefde niet waardig zijn en we onszelf enorm gelukkig mogen prijzen haar te hebben?
Zie je welke richting ik uit ga? Negatieve gedachten over onze eigen waarde, en over ons eigen kunnen, want wat dat laatste betreft leggen ze de beantwoording van die liefde volledig buiten onze eigen macht. In realiteit is het zo dat hoe we ons gedragen wel degelijk een verschil maakt in hoe een potentiële geliefde zich tot ons zal verhouden, of is het wel degelijk zo dat ons gedrag er toe kan bijdragen dat onze geliefde bij ons blijft of niet.
Wederom, ik blaas de emotie op. Wat ik wil zeggen is dat hoe hoger we onze geliefde inschatten, hoe groter de kans dat we onszelf als negatief gaan inschatten en hoe hoger de kans dat we het verkrijgen van liefde (of seks) buiten onze eigen macht gaan leggen – we worden afhankelijk.

Een ander gevaar van de ophemeling in de verliefdheid bestaat uit het negatief kijken naar anderen, vooral andere potentiële partners. Want ten slotte: niemand kan toch zo geweldig zijn als hij, niemand kan aan zijn gratie voldoen, niemand lacht zo lief en spreekt zo aardig, niemand kan zo geweldig beminnen als hij.
Goed, strikt genomen zijn geen twee mensen hetzelfde. Daar ben ik het mee eens. Maar ik ben het niet eens met de achterliggende gedachte nooit iemand te vinden die gelijkwaardig of zelfs nog beter is. Liefde is geen wederzijdse erotisch geladen ophemeling, maar een krachtige, wederzijdse erotisch geladen vriendschap. Dat meen ik in ieder geval.

De andere, hierbij horende reeks negatieve gedachten en verlangens die ik in lijn met het epicurisme kan onderscheiden in de verliefdheid, is het maar al te bekende gevoel 'niet zonder hem of haar te kunnen'. Komaan zeg, we zijn toch allemaal volwassenen onder elkaar?
Te sterke verlangens naar het samen zijn met een geliefde ander – ook seksueel trouwens – zijn een overschatting en wat erger is een overmatige aantasting van je persoonlijke vrijheid, van je autarkie, om met Aristoteles en menig Hellenistisch filosoof te spreken.
Waarom verlies je teveel vrijheid? Omdat je afhankelijk wordt van het object van je liefde of lust. 't Is als een ambrosia, een verslavende nectar van de goden: je wil meer en zou er alles voor doen, zonder uitzondering, geen genade.
Alleen, zo hard heb je het feitelijk gezien nu ook weer niet nodig, het is niet van levensbelang om de genegenheid van je partner te krijgen, noch is het van levensbelang elkaar in bed te ontmoeten in een wilde, stomende vrijpartij – niet om te zeggen dat dat laatste met momenten niet leuk is, integendeel, maar het doet er niet echt toe.
Wanneer je in je verliefdheid je geliefde te hoog waardeert, bestaat de voornaamste negatieve gedachte uit de negatieve waardering van andere verlangens en interesses die je kan hebben – ten slotte, de meeste van je tijd spendeer je, mag ik hopen, niet aan het dagdromen over je geliefde. Op het moment van verliefdheid wordt alles en iedereen, behalve de geliefde, saaier, bleker, onbelangrijker – en dit is net een negatieve gedachte, of meer bepaald: een negatief waardeoordeel.

Maar er is nog een scherp kantje aan de verliefdheid, eentje waar velen onder jullie naar ik meen kennis mee gemaakt hebben: het liefdesverdriet, het gevoel alles verloren te hebben dat er toe doet. Wederom, een overduidelijk amalgaam van negatieve gedachten en negatieve waardeoordelen. Deze krachtige negatieve emoties van verlies zijn ten dele het gevolg van de ophemeling, de overwaardering die we geven aan onze geliefde.
Echter, ik meen dat een breuk met een geliefde – maar evengoed een goede vriend – noodzakelijk een hoop pijn en ellende met zich mee brengt, zelfs al schatten we de relatie en de waarde van die persoon realistischer in. Want van elkaar houden, op een niet-ophemelende manier, blijft het hebben van een positieve band. Indien dit wegvalt, is het als plotsklaps een been breken: dat doet zeer, soms zelf zo erg dat het een litteken veroorzaakt.
Zo is het leven en daar is denk ik niets aan te doen, want het alternatief zou zijn om geen relaties aan te gaan. En mijns inziens wegen goede relaties op tegen het mogelijke gevaar van het verlies, want het is net in onze liefdevolle verhouding tot anderen dat we onszelf echt kunnen ontplooien tot wie we zijn, het is pas in die verhouding dat we werkelijk zin kunnen geven aan ons leven, aan wat er toe doet, en veel belangrijker nog: dat we plezier en zelfs geluk kunnen bereiken.

Ik weet niet of ik nu met het epicurisme tegen verliefdheid moet zijn of niet. Dat is voor mij persoonlijk niet duidelijk. Maar wat in ieder geval duidelijk is, is dat we voorzichtig moeten zijn met de hevige emoties en de onverantwoorde gedachten die het met zich mee brengt.
Wel vermoed ik dat de zachte, tedere emoties van de liefde toegelaten zijn en zelfs aangemoedigd worden door het epicurisme. Ik moedig ze in ieder geval zelf aan in mijn filosofie. 


* http://chelonta.blogspot.be/2011/12/ignorance-is-bliss.html – een inleidende blog over mijn filosofie. Zeker de moeite van het lezen waard!