Epicuros,
of ten minste Lucretius, is wat zijn levensfilosofie betreft gekant
tegen de hevige emoties die voortkomen uit erotische liefde, en hij
heeft daarin gelijk. Alleen was ik op het eerste gezicht vrij
gechoqueerd. Is er in het epicurisme nog wel plaats voor de zachte,
tedere gevoelens van affectie die je voor je geliefde kan ervaren?
Want de epicureïsche wijze man 'does not fall in love'.
Zowel
vanuit Lucretius als vanuit mijn eigen filosofie is hier geen
probleem. Het punt is niet verliefd te worden. Verliefdheid
gaat gepaard met hevige emoties, emoties van ophemeling, onzekerheid,
dwangmatig verlangen en een bijna onhoudbare nood om bij de geliefde
te zijn, vaak maar niet steeds met oog op seksuele gemeenschap.
Zoals
mijn grote liefde me ooit uitlegde is verliefdheid niet hetzelfde als
liefde. Het voelen van liefde gaat net gepaard met kalme emoties –
de hand van Aphrodite is zacht en leidend, niet hard en dwingend. Het
is enkel tegen die hevige, zelfs kwellende emoties dat Epicuros te
keer gaat.
En
zo-ook vanuit mijn filosofie. Verliefdheid is een bitterzoete vloek
omdat zij bijna altijd onverantwoorde elementen van negatief denken
in zich vervat – tenzij goden echt bestonden en we verliefd werden
op een god of godin.
Aan
de ene kant zijn wij geneigd het object van onze verliefdheid enorm
op te waarderen, er een bijna kosmisch belang aan te hechten. Maar
ook indien dit niet gebeurt, gaat die emotie gepaard met een
prangende, onverzoenlijke nood – de nood bij hem of haar te zijn,
het gevoel dat we iets fundamenteels missen, dat we zonder haar niet
compleet zijn, dat we indien we niet bij hem zijn iets enorm
belangrijks gemist hebben, iets dat we niet hadden mogen missen.
Ik
geef grif toe dat ik de emoties nu een beetje opblaas, wat meer in de
verf zet. Maar wat vermoedelijk wel klopt, is dat de meeste mensen
zich er in meerdere of mindere mate wel in kunnen herkennen. Nog los
van het hemelse, zweverige en ronduit zalige gevoel van zoete
verliefdheid, is het altijd wel zo dat we onze geliefde hoger gaan
inschatten dan die werkelijk is, ofwel dat we het gemis van die
geliefde als erger gaan beoordelen dan het werkelijk is.
Nu,
ik heb niets tegen positieve gedachten. Het is mijns inziens zelfs
altijd beter een beetje positiever te denken dan toegelaten, dan
negatiever – zie daarvoor mijn blogbericht: Ignorance is Bliss* – maar ik meen uit ervaring te kunnen spreken dat ophemelende
gedachten het gevaar in zich houden negatief denken aan te wakkeren.
Zo
heb ik nog niet erg lang geleden even de proef op de som genomen en
geprobeerd in tekstvorm mezelf maximaal op te hemelen, ongehinderd
door bewijs van het tegendeel. Algauw bleek dat negatieve gedachten
als een spontaan addergif uit schrijverspen vloeiden – ik begon
heel even te denken dat ik beter was dan de rest, dat de wereld me
dankbaar moest zijn en in volle devotie op de knieën vallen.
Nu,
voor de duidelijkheid: dit was niet meer dan een experiment, maar het
was genoeg om te wijzen op het gevaar, aangezien ik negatieve
gedachten had over mijn medemens, negatieve gedachten over hun
capaciteiten en intenties zonder zinnige verantwoording.
Waarom
deze uitweiding? Ik meen dat er een soortgelijk gevaar bestaat in de
verliefdheid. Wij riskeren zowel over andere mensen dan onze geliefde
als, jawel, over onszelf op een ongegrond negatieve manier te
beginnen denken. Want ja, als de geliefde zo geweldig goddelijk
groots en belangrijk is, dan moeten arme wij toch wel miezerig klein
en onbetekenend zijn? Dan moet het toch wel zo zijn dat wij
waarschijnlijk haar verheven liefde niet waardig zijn en we onszelf
enorm gelukkig mogen prijzen haar te hebben?
Zie
je welke richting ik uit ga? Negatieve gedachten over onze eigen
waarde, en over ons eigen kunnen, want wat dat laatste betreft
leggen ze de beantwoording van die liefde volledig buiten onze eigen
macht. In realiteit is het zo dat hoe we ons gedragen wel degelijk
een verschil maakt in hoe een potentiële geliefde zich tot ons zal
verhouden, of is het wel degelijk zo dat ons gedrag er toe kan
bijdragen dat onze geliefde bij ons blijft of niet.
Wederom,
ik blaas de emotie op. Wat ik wil zeggen is dat hoe hoger we onze
geliefde inschatten, hoe groter de kans dat we onszelf als
negatief gaan inschatten en hoe hoger de kans dat we het
verkrijgen van liefde (of seks) buiten onze eigen macht gaan leggen – we worden afhankelijk.
Een
ander gevaar van de ophemeling in de verliefdheid bestaat uit het
negatief kijken naar anderen, vooral andere potentiële partners.
Want ten slotte: niemand kan toch zo geweldig zijn als hij, niemand
kan aan zijn gratie voldoen, niemand lacht zo lief en spreekt zo
aardig, niemand kan zo geweldig beminnen als hij.
Goed,
strikt genomen zijn geen twee mensen hetzelfde. Daar ben ik het mee
eens. Maar ik ben het niet eens met de achterliggende gedachte nooit
iemand te vinden die gelijkwaardig of zelfs nog beter is. Liefde is
geen wederzijdse erotisch geladen ophemeling, maar een krachtige,
wederzijdse erotisch geladen vriendschap. Dat meen ik in ieder geval.
De
andere, hierbij horende reeks negatieve gedachten en verlangens die
ik in lijn met het epicurisme kan onderscheiden in de verliefdheid,
is het maar al te bekende gevoel 'niet zonder hem of haar te kunnen'.
Komaan zeg, we zijn toch allemaal volwassenen onder elkaar?
Te
sterke verlangens naar het samen zijn met een geliefde ander – ook
seksueel trouwens – zijn een overschatting en wat erger is een
overmatige aantasting van je persoonlijke vrijheid, van je autarkie,
om met Aristoteles en menig Hellenistisch filosoof te spreken.
Waarom
verlies je teveel vrijheid? Omdat je afhankelijk wordt van het object
van je liefde of lust. 't Is als een ambrosia, een verslavende nectar
van de goden: je wil meer en zou er alles voor doen, zonder
uitzondering, geen genade.
Alleen,
zo hard heb je het feitelijk gezien nu ook weer niet nodig,
het is niet van levensbelang om de genegenheid van je partner te
krijgen, noch is het van levensbelang elkaar in bed te ontmoeten in
een wilde, stomende vrijpartij – niet om te zeggen dat dat laatste
met momenten niet leuk is, integendeel, maar het doet er niet echt
toe.
Wanneer
je in je verliefdheid je geliefde te hoog waardeert, bestaat de
voornaamste negatieve gedachte uit de negatieve waardering van andere
verlangens en interesses die je kan hebben – ten slotte, de meeste
van je tijd spendeer je, mag ik hopen, niet aan het dagdromen over je
geliefde. Op het moment van verliefdheid wordt alles en iedereen,
behalve de geliefde, saaier, bleker, onbelangrijker – en dit is net
een negatieve gedachte, of meer bepaald: een negatief waardeoordeel.
Maar
er is nog een scherp kantje aan de verliefdheid, eentje waar velen
onder jullie naar ik meen kennis mee gemaakt hebben: het
liefdesverdriet, het gevoel alles verloren te hebben dat er
toe doet. Wederom, een overduidelijk amalgaam van negatieve gedachten
en negatieve waardeoordelen. Deze krachtige negatieve emoties van
verlies zijn ten dele het gevolg van de ophemeling, de overwaardering
die we geven aan onze geliefde.
Echter,
ik meen dat een breuk met een geliefde – maar evengoed een goede
vriend – noodzakelijk een hoop pijn en ellende met zich mee brengt,
zelfs al schatten we de relatie en de waarde van die persoon
realistischer in. Want van elkaar houden, op een niet-ophemelende
manier, blijft het hebben van een positieve band. Indien dit wegvalt,
is het als plotsklaps een been breken: dat doet zeer, soms zelf zo
erg dat het een litteken veroorzaakt.
Zo
is het leven en daar is denk ik niets aan te doen, want het
alternatief zou zijn om geen relaties aan te gaan. En mijns inziens
wegen goede relaties op tegen het mogelijke gevaar van het verlies,
want het is net in onze liefdevolle verhouding tot anderen dat we
onszelf echt kunnen ontplooien tot wie we zijn, het is pas in die
verhouding dat we werkelijk zin kunnen geven aan ons leven, aan wat
er toe doet, en veel belangrijker nog: dat we plezier en zelfs geluk
kunnen bereiken.
Ik
weet niet of ik nu met het epicurisme tegen verliefdheid moet zijn of
niet. Dat is voor mij persoonlijk niet duidelijk. Maar wat in ieder
geval duidelijk is, is dat we voorzichtig moeten zijn met de hevige
emoties en de onverantwoorde gedachten die het met zich mee brengt.
Wel
vermoed ik dat de zachte, tedere emoties van de liefde toegelaten
zijn en zelfs aangemoedigd worden door het epicurisme. Ik moedig ze
in ieder geval zelf aan in mijn filosofie.
* http://chelonta.blogspot.be/2011/12/ignorance-is-bliss.html – een inleidende blog over mijn filosofie. Zeker de moeite van het lezen waard!
* http://chelonta.blogspot.be/2011/12/ignorance-is-bliss.html – een inleidende blog over mijn filosofie. Zeker de moeite van het lezen waard!