Wat voor mij het filosofische debat tot een waardevolle oefening in een manier van (samen)leven maakt, is dat men hierbij de gesprekspartner moet respecteren, moet laten zijn, de kans geven zijn standpunt(en) onder woorden te brengen.
Het doel van een filosofisch gesprek is niet winnen of je gelijk halen. Nee, het is luisteren naar de ander en zijn standpunten, en op een eerlijke manier onderzoeken hoe deze in elkaar zitten en hoe zij zich verhouden tegenover je eigen standpunten – een wederzijdse poging elkaar te begrijpen, te zien hoe wat de ander zegt past in jouw wereldbeeld en idealiter tot een oprechte consensus te komen.
Waardevol is die aanvaardende en respectvolle zoektocht naar overeenkomst, eerder dan het al dan niet bereiken van die overeenkomst.
Los van de intellectuele oefening leert men samenwerking en dat het helemaal niet erg is om van standpunt met iemand te verschillen, dat daar geen conflict uit moet voortvloeien. Bovendien is de ervaring dat iemand je respecteert, serieus neemt en probeert samen te werken ondanks verschillen erg aangenaam.
Louter voor mezelf sprekende kan ik zelfs zeggen dat het erg bevrijdend en aangenaam voelt iemand platform te geven zonder er tegen in te gaan. Even het eigen standpunt aan de kant zetten en meegaan met wat de ander te vertellen heeft.
En ook: loskomen van dat gevoel in de conversatie waarin je simpelweg wacht tot het jouw beurt is zonder echt aandacht te hebben voor wat je gesprekspartner te zeggen heeft – een filosofisch gesprek hoort geen machtsstrijd te zijn voor wie het langste aan het woord is.
Je staat met twee in de schijnwerpers, niet alleen. Het gaat over jullie gezamenlijke optreden, wat je er samen van kan maken, niet hoe jij individueel schittert.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten