Gisteren had ik het er kort over dat we in ons leven onze verwachtingen min of meer realistisch moeten houden, dat we geen onbereikbare verlangens als zoete sehnsucht moeten koesteren, simpelweg omdat dit een garantie inhoudt voor bittere teleurstelling, zelfbeklag en frustratie.
Aan de andere kant schreef ik met evenveel vuur over mijn ideaalbeeld: een bijna tot in de perfectie vorm gegeven leven aan de hand van mijn pentapharmacon.
Zo een leven is volslagen optimistisch en tegelijk realistisch. Het getuigt van de hoogst mogelijke vorm van onafhankelijkheid en tevens interne vrijheid. Eveneens impliceert het dat men voorbereid is op alle mogelijke gebeurtenissen zodat men deze met gemoedsrust en een vriendelijke attitude tegemoet kan treden. En men aanvaardt zichzelf, anderen en de wereld volledig zoals zij zijn, zonder daarbij defaitistisch te worden - in feite: men schat alles exact naar waarde en is volmaakt tevreden met dit alles.
In de oudheid werd deze toestand wijsheid of geluk genoemd, en er was dan ook een hele traditie van 'de wijze man' die als ultiem voorbeeld en streefdoel diende. Vooral de filosofie uit de Hellenistische periode (323 v. Chr.–146 v.Chr.) was gericht op het bereiken van deze toestand, van wijsheid.
Ik beschouw mijn pentapharmacon als een erfgenaam, zo niet zelfs een revitalisatie, van die traditie.
Echter, een reeds in die periode gangbare kritiek was exact de onhaalbaarheid van het ideaal van wijsheid. Onhaalbare idealen lijden tot teleurstelling, frustratie, bitterheid, … en hetzelfde zou dus over mijn filosofie gezegd kunnen worden.
Is wat ik schrijf onhaalbaar? Nee, ik meen van niet! En dat om de simpele reden dat wijsheid bereiken eigenlijk niet het streefdoel is van mijn filosofie, of beter: toch niet helemaal.
Het ware streefdoel is steeds maar weer mijn leven verfijnen, bijstellen en verbeteren: pogen er een zo goed, aangenaam en mooi mogelijk leven van te maken. Dat op zich is natuurlijk géén onbereikbaar doel! Integendeel! Het is een doel dat op eender welk moment in ons leven volledig te realiseren valt, telkens opnieuw.
Maar wat komt die wijsheid er dan bij doen? Waar dient zij dan wel voor? Wel, ik beschouw wijsheid als mijn richtlijn tijdens het vormgeven van mijn leven, ja, ik beschouw wijsheid als een vuurtoren. En net zoals een schip (hopelijk) nooit tot bij de vuurtoren komt, evenzo kom ik nooit volledig in een toestand van wijsheid. Toch is de felle lichtbundel die zij uitgooit op de zee des levens een boei langswaar ik me kan voorttrekken, ja, zij is als het ware een hand die me hogerop helpt.
Wie dit begrijpt, zal ook begrijpen waarom ik zeg dat de afwezigheid en zelfs de onmogelijkheid van perfectie garant kan staan voor een zinvol leven. Dit feit staat ons namelijk toe het leven voortdurend zin te geven. Want aangezien het nooit perfect is, is er altijd wel iets te doen, is er altijd die openheid onszelf te verbeteren, steeds opnieuw.
Merk nog op dat dit voortdurende verbeteren niet iets is dat we voor anderen doen, maar louter voor onszelf. En eveneens dat het aanvaarden van onszelf zoals we nu zijn, met alle beperkingen én mogelijkheden, een voorwaarde is om onszelf werkelijk te kunnen verbeteren.
Onszelf verbeteren vertrekt niet uit ontevredenheid met hoe en wie we zijn. Het is geen wens anders te zijn dan we zijn, maar eerder een wens om wat we reeds zijn, nog beter te zijn. Het materiaal verder uitbouwen en er meester over worden.
Of met een metafoor. We moeten beter leren roeien met de riemen die we hebben, in plaats van ons te beklagen over de slechte kwaliteit en te wensen dat we andere roeiriemen hadden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten