zondag 4 januari 2009

Kettingprincipe: de minimale vereiste van een (goede) zin

"Een goede zin, werpt licht op een vorige zin, maar is tevens de schaduw van een volgende."

Vooropgenomen dat de lezer geboeid is door het onderwerp van de tekst, moeten zo veel mogelijk van diens zinnen voldoen aan het kettingprincipe, wil ze de lezer ook vast grijpen en mee sleuren.
Tijdens zijn lectuur kan de lezer ineresse hebben naar de tekst, en willen weten wat er staat en gaat gebeuren, maar een goede tekst is als sterke handboeien: de lezer kan zich niet losrukken van wat hij of zij leest, er is een gevoel van ‘ik kan niet stoppen, ik wil verder lezen en weten wat er gaat gebeuren’. De oorzaak hiervoor ligt in de combinatie van de interesse en het kettingprincipe. Een goede zin is er zodoende een die aan dit principe beantwoordt.
Ruwweg en in zijn basisvorm zegt dit principe: "Een goede zin, die geen openings- of slotzin is, werpt licht op de/een vorige zin, maar is tevens de schaduw van de/een volgende."

Het is een simpel mechanisme dat zich oneindig kan herhalen: de volgende zin werpt een schaduw op de voorgaande, zodat de lezer weet/vermoedt dat iets onthuld gaat worden of dat iets te gebeuren staat. Daardoor ontstaat (wanneer dit met diens interesse gepaard gaat) de nood aan het lezen van de volgende zin. Deze zin staat niet in haar eigen schaduw, en zo ‘belicht’ ze iets dat ‘duister’ was in de vorige zin. Maar daar tegenover staat dat de volgende zin al reeds zijn schaduw over de nieuwe zin werpt. En zo gaat dit door.

Dus, een werkdefinitie:
Een goede zin, als deze geen openings- of slotzin is, verduidelijkt iets van een (of meerdere) voorgaande zin(nen), en onthult minimaal iets van een (of meerdere) volgende zin(nen).

Met iedere zin wordt de honger, opgewekt door voorgaande zinnen, een beetje bevredigd, maar komt er een nieuwe overheerlijke belofte bij.
Een interessante tekst die genoeg zinnen heeft die voldoen aan het kettingprincipe, is een lange aaneenschakeling van ketens die leiden van de openings- tot de slotzin. De lezer ervaart het gevoel dat hij de rit in een keer moet afleggen, het ‘leest als een trein’.

Geen opmerkingen: