zondag 4 januari 2009

De vrije keuze bij een bevel

Hier volgt een uiteenzetting waarin ik argumenteer dat wanneer je verplicht wordt of wanneer iemand je een bevel geeft, je nog steeds een keuze hebt: je kan namelijk kiezen het bevel niet op te volgen. Een bevel lijkt noodzakelijk, het lijkt alsof je niet anders kan en alsof je het moet opvolgen, maar dat is niet zo (al is het doorgaans wel de beste keuze).

Inleiding
In deze tekst zal ik steunend op het verschil tussen moeten en ‘moeten’, dat ik in het eerste deel zal belichten, proberen duidelijk maken dat wanneer we verplicht zijn/worden, we ons niet noodzakelijk aan deze plicht hoeven houden, al dat we dat doorgaans wel het beste doen.
‘Plicht noch bevel impliceren dat de actor geen keuze heeft’ is het centrale punt van wat ik in wat volgt wil aantonen.
Opmerking: er kan wat herhaling plaats vinden binnen deze tekst, dit is bijvoorbeeld om goed duidelijk te maken wat het onderscheid tussen moeten en ‘moeten’ is.


moeten ‘moeten’?
Zoals ik in een eerdere paper (Why Should I be Moral? 2008) heb geargumenteerd kent het woordje ‘moeten’ in het dagelijkse taalgebruik ruwweg twee betekenissen of gebruiken.
Door het niet expliciet bewust zijn van dit tweezijdig gebruik, is het een vaak gemaakte fout ze te verwarren. Ik belicht die fout verderop.
De verschillende betekenissen (of gebruiken) van het woord moeten die ik onderscheid, zijn (1) die van moeten in de zin van noodzakelijk of onvermijdelijk enerzijds, en anderzijds (2) die van ‘moeten’ als een advies of raad. Als ik iets ‘moet’, dan wil dat zeggen dat hetgeen ik ‘moet’, gegeven wat ik weet en gegeven mijn omstandigheden, de meest voordelige/minst nadelige keuze is.
(Moeten - met cursief - zal ik gebruiken voor moeten als 'noodzakelijk en (dus) geen keuze mogelijk'; 'moeten'- met aanhalingstekens - zal ik gebruiken in de andere zin, die van een advies, als 'het is gegeven mijn context de zinnigste/minst nadelige keuze'.)

Een voorbeeld van moeten: 1+1 moet gelijk zijn aan 2 binnen de wiskunde. Een steen moet op de grond terecht komen wanneer ik die laat vallen. Deze moeten is die van 'noodzakelijk en (dus) geen andere keuze mogelijk'. Als het moet dan kán het niet anders.
(Je kan terecht opmerken dat ik hier geen voorbeeld geef van het moeten van menselijk handelen, terwijl dat weldegelijk kan… dit doe ik verderop in deze tekst, maar nu zou dat alleen voor verwarring zorgen.)

Een voorbeeld van ‘moeten’: ik ‘moet’ mijn katje voederen.
Dit is niet noodzakelijk en er is een alternatieve keuze mogelijk: ik voeder haar niet. 'Moeten' is dus een advies.

Het gebruik van ‘moeten’ is net nuttig in een context waar alternatieven mogelijk zijn. De ‘moeten’-uitspraak wijst er net op welk van de keuze- of handelingsmogelijkheden (alternatieven) het meest aan te raden is aldus de spreker, het is een advies. Het kan zijn dat ik mijn katje niet voeder, dus kan iemand me er terecht op wijzen dat ik dat ‘moet’ doen, omdat dat de meest te verkiezen keuze is.
Aan de andere kant: als ik iets moet doen, dan is het voor mijn handelen niet zinnig dit te zeggen, want ik ga het toch al doen, aangezien het noodzakelijk is, en het niet anders kan (ook dit verduidelijk ik later).

Dit onderscheid (tussen 'moeten' en moeten) wordt gedeeltelijk belichaamd in het Duits, zoals terecht opgemerkt in discussies tijdens de hoorcolleges Hedendaagse Ethiek: Anglo-Amerikaanse Traditie. Dit is namelijk (deels) het verschil tussen müssen en sollen. Müssen betekent: ‘het is logisch dat’ of wordt gebruikt als dringend advies (je moet dat doen, of anders…). Sollen echter wordt gebruikt als er twijfel in het spel is of bij een persoonlijk bevel.
Als we daar respectievelijk moeten en ‘moeten’ van maken dan lijkt de gelijkenis duidelijk, al argumenteer ik dat een dringend advies niet van de vorm moeten is (cf. infra). Waarom is dit zo? Omdat een advies een implicatieve vorm heeft, een als-dan vorm. En een als-dan impliceert geen noodzakelijkheid. Als ik iets ‘moet’ doen, moet ik het niet doen.
Maar ik maak dit duidelijk met het voorbeeld van mijn katje.

Ik ‘moet’ mijn katje voederen, want als ik dat niet doe, dan zijn er gevolgen die ik niet wil (ze loopt weg, gaat dood, wordt ziek,…), en daarom ‘moet’ ik haar voederen. Deze moeten is dus een advies (en adviezen worden net gegeven als er meer dan één keuze beschikbaar is, waardoor vergissing mogelijk is, en advies dus raadzaam kan zijn): ‘je zou je katje best voeden’. Niet: ‘je moet je katje voederen’ als was er geen keuze mogelijk (wat wel zo is, want ik kan haar niet voederen). Als er geen keuze meer mogelijk is, spreken we van moeten, van noodzakelijk.
Iets dat ik ‘moet’ wil zeggen dat ‘gegeven mijn omstandigheden en wat ik weet is hetgeen ik ‘moet’ de voordeligste/minst nadelige keuze’. Ik ‘moet’ haar dus voederen omdat dat gewoonweg het beste/minst slechte is, niet omdat het noodzakelijk of logisch volgt.


De vergissing
Het verschil tussen (1) de ‘moeten’ in de zin van een dringend advies - ik noem het vanaf nu exteem 'moeten' - en (2) de moeten in de zin van ‘noodzakelijk en geen keuze mogelijk’, is er één waar gemakkelijk over gekeken kan worden.
Het eerste betekend namelijk: er is maar één zinnige keuze, want de alternatieven wegen er helemaal niet tegen op. Dit wil ‘er is geen keuze’ zeggen in de zin dat het een ‘evidente’ keuze lijkt, dat ieder weldenkend persoon daarvoor zou kiezen zonder veel twijfel:
Bojan moet er wel voor kiezen zijn katje te voederen (want hij weet wat de alternatieven zijn, en die wil hij niet; het is de zinnigste keuze het katje te voederen).
Nog een ander voorbeeld: wanneer een overvaller met een pistool op je hoofd gericht vraag je geld te geven, dan ‘moet’ je dat geld geven, want dat is de minst nadelige keuze, de keuze die de gemiddelde, weldenkende mens zou nemen. Je kán er echter wel voor kiezen het geld niet te geven, al weegt dat niet op tegen de risico's.

Het verschil met moeten, is dat er bij extreem ‘moeten’ wel een keuze is, maar geen zinnige alternatieven voor die keuze. Bij moeten is er geen keuze, zelfs geen irrationele (zoals het voorbeeld met het pistool), mogelijk omdat er gewoonweg geen alternatieven zijn.
Omdat de keuze bij extreem ‘moeten’ zo voor de hand liggend is (ik geef mijn geld af/voed katje), neigt het taalgebruik ernaar extreem ‘moeten’ als moeten te behandelen. Hoewel het geen echt moeten is, lijkt de extreme ‘moeten’-keuze noodzakelijk, want na even rationeel denken, volgt daar schijnbaar noodzakelijk uit dat het niet anders kan. Vandaar de vergissing. Dat er geen zinnige keuze is, wil niet zeggen dat er geen keuze is!

Moeten is overigens ook veel persuasiever, en dus in het voordeel van de al reeds voor de hand liggende keuze. Het is voor mijn katje veel beter als jij mij doet geloven dat ik haar moet voederen, omdat dat impliceert dat het ook daadwerkelijk zal gebeuren, terwijl waar 'moeten' gebruikt werd er (ten minste in theorie) de mogelijk bestaat dat ik haar laat verhongeren. Het gebruik van moeten waar ‘moeten’ het geval is, is eigenlijk een poging de (toekomstige) actor het deliberatieprocces dat bij ‘moeten’ voor komt (zou ik mijn katje nu voederen of niet/zou ik mijn geld nu geven of niet) te laten over slaan, zodat de foute beslissing (aldus de overtuiger) niet genomen kan worden.
Desalniettemin hamer ik er op dat zulke praktijken, ondanks een zeker pragmatisch voordeel, tot fouten kunnen leiden, want de overtuiger kan er zelf ook naast zitten, en zo overhalen tot een foute handeling. Verder is mijn protest er één tegen het ontnemen van vrijheid en autonomie. Wanneer een ‘moeten’-situatie voorgesteld wordt als een moeten-situatie, dan betekent dit een verarming van vrijheid/autonomie voor de persoon die ‘moet’/moet, want die krijgt de kans niet meer te delibereren, te beslissen, zélf de alternatieven te overwegen en in te zien welke nu het beste is, gegeven zijn context. De mogelijkheid (wat betreft die specifieke handeling) tot keuze wordt hem/haar ontnomen.


moeten met betrekking tot handelen
De voorbeelden van zaken die moeten die ik tot dusver gegeven heb, lijken in de eerste plaats geen betrekking tot menselijk handelen te hebben. Vragen rijzen dan ook op: Zijn er situaties in welke ons handelen noodzakelijk is? Zijn er omstandigheden waarin er maar één handelingsmogelijkheid is – en niet waarin er veel keuzen zijn, waarvan slechts één zinnige? Zijn er zaken die we moeten? (!) Hierop antwoord ik bevestigend, en verwijs naar het handcuff-principle van D. Evans. (Emotion, 2001, p. 48-56)
De evolutionaire verklaring van Evans laat ik hier achterwege, maar wat van tel is, is het bestaan van dergelijke handelingen, het bestaan van een zeker moeten. Ik geef enkele voorbeelden uit Evans’ boek:

Iemand die zich oprecht schaamt/schuldig voelt, moet blozen. (P. 50) Iemand die waarlijk verliefd is op een en slechts een iemand moet trouw blijven op het moment dat die de verliefdheid ervaart. ‘If Jack commits himself to Jill because of an emotion he did not ‘decide’ to have (and so cannot decide not to have), an emotion that is reliably indicated by such physiological signals as tachycardia and insomnia, then Jill will be more likely to believe he will stay with her than if he had chosen her after coolly weighing up het good and bad points.’ (P. 51-52, mijn vet.)
Verder zijn er ook situaties waarin je wraak moet nemen: een bekend gevoel, iemand heeft je erg onrechtvaardig behandeld en gaat deze keer te ver, je verliest de controle en moet wraak nemen. (P. 52)
Bij deze wil ik er ook op wijzen dat net als bij ‘moeten’, ook moeten van persoon tot persoon en van context tot context verschilt. Sommige mensen worden bijvoorbeeld sneller oncontroleerbaar kwaad (of worden sneller verliefd) dan andere mensen, en het hangt ook nog van de situatie af (bij iemand die veel groter en sterker dan jij is, kan het langer duren om zo kwaad te worden, eveneens: je wordt niet verliefd op eender wie).
Het handcuff-principle heeft betrekking op (emotionele) beloftes en bedreigingen. Om beiden werkzaam te maken, zit er een noodzakelijksprincipe in deze beloftes en bedreigingen. ‘You must show you are “handcuffed”’ (P. 53-54) Ze impliceren een moeten.

Er bestaan dus inderdaad handelingen die moeten, en het zal wel duidelijk zijn dat de uitspraak ‘jij moet dat doen’ een compleet andere functie heeft dan ‘jij ‘moet’ dat doen’.
Wanneer ik het laatste zeg, geef ik een advies, en zeg ik welke volgens mij de meest voordelige/minst nadelige keuze is. Wanneer ik echter het eerste zeg, is dit helemaal geen advies. Het is zelfs belachelijk tegen iemand te zeggen wat diens handeling zal zijn, als deze noodzakelijk is.
Ik verduidelijk met het voorbeeld van Evans:

Stel dat ik iemand enorm getreiterd heb, en dat die persoon zo kwaad is dat die moet reageren: me slaan of zo iets. Wat is dan het nut van de uitspraak ‘nu moet je mij slaan’ of ‘nu word je zo kwaad dat je niet anders kan dan me aan te vallen’?
Die uitspraak is volkomen nutteloos, want evident. Meer zelfs, een dergelijke uitspraak is ronduit belachelijk.

Echter, moeten-uitspraken zijn in een andere context wél nuttig, namelijk in een informatieve context. Het kan interessant zijn voor mijn bewuste keuze in overweging te nemen dat ik in bepaalde toestanden op een bepaalde manier moet reageren.
Ik kan er rekening mee houden wanneer ik weet dat ik zo erg getreiterd ga worden door de school-pestkop (want dat doet hij altijd als hij me ziet) dat ik niet anders ga kunnen dat kwaad worden en hem aanvallen (wat uiteindelijk slecht voor me zal uitkomen, want hij kan karate en ik niet). Uit de wetenschap dat ik een bepaald iets (wraak nemen) moet doen in een bepaalde situatie, kan ik besluiten dat het de zinnigste keuze is de pestkop te ontwijken en ergens anders te gaan eten dan in de luchzaal, waar hij zit.

Mijn claim is nu dat de uitspraak dat iets moet geen argument kan vormen voor verplichting, maar dat de kennis van wat ik moet wel een rol kan spelen in wat ik ‘moet’.
De moeten van verplichtingen is altijd een ‘moeten’, een soort advies. Wanneer iemand verplicht wordt iets te doen, dan is dit van de vorm ‘doe x (niet)!’. Dit lijkt een moeten te zijn, want de uitspraak zelf laat geen keuze over. Maar de actor heeft wel een keuze: namelijk het bevel wel of niet opvolgen. Kenmerkend aan een oprecht bevel is dat de spreker, vaak impliciet, meent dat de actor zal besluiten dat het opvolgen van het bevel de voordeligste/minst nadelige keuze zal zijn en het bijgevolg ook zal opvolgen.
Ik zal het voorbeeld gebruiken uit mijn vorige paper (Why Should I be Moral? 2008)

Een moeder beveelt haar kind: ‘je mag niet snoepen voor het eten!’. Dit impliceert niet dat het kind het bevel moet opvolgen. Alleen: als hij het niet opvolgt gaat hij zonder eten naar bed en mag een week geen computer-spelletjes spelen. Dit laatste wil het kind niet, dus ‘moet’ het gehoorzamen, maar hij had ook kunnen kiezen om dit niet te doen.
Als het kind niet gestraft wil worden, dan ‘moet’ het gehoorzamen. Interessant om op te merken is dat het voor de moeder eigenlijk wel gemakkelijker is als het kind haar verbod interpreteert als zijnde een moeten.)
(Omgekeerd kan ook: als het kind beloond wil worden, dan ‘moet’ het gehoorzamen.)

En tot slot…
Een bevel moet niet opgevolgd worden, maar ‘moet’ dit meestal wel. De kern van wat ik wil zeggen is dat bevel noch plicht betekent dat je géén handelingskeuze rest. Dat ik iets ‘moet’ doen, wil niet zeggen dat het niet anders kan dan dat ik het doe. Net zo min wil dat niet zeggen dat er geen keuze is. Wel wil het zeggen dat hetgeen ik ‘moet’ de beste keuze onder de alternatieven is, en dat ik haar dus maar beter wel kies (al kan ik ook voor een irrationeel alternatief kiezen).

~~~

Wanneer we moreel verplicht zijn, is er ook sprake van ‘moeten’. Morele redenen zijn ook redenen die we in ons deliberatieprocess in overweging nemen. Ik kies ervoor geen kindjes te slaan (zijnde in de toestand dat ik er probleemloos mee weg kan komen) omdat ik dat moreel verwerpelijk vind. Kindjes niet slaan is voor mij de meest aanvaardbare/minst onaanvaardbare keuze. Ik ‘moet’ dus kindjes niet slaan; ik ‘mag’ geen kindjes slaan.
Bij morele handelingen is het kriterium mijns inziens niet ‘voordeligste of minst nadelige keuze’ maar ‘aanvaardbaarste of minst onaanvaardbare keuze’. De vorm blijft hetzelfde. Het is niet omdat ik geen kindjes ‘mag’ slaan, dat ik ze ook niet mag slaan, want ik kan er nog steeds voor kiezen dat wel te doen.

Geen opmerkingen: