zondag 21 februari 2021

Onwetendheid is zalig (22 mei 2011)

Hoe dichter bij de blok, hoe meer zin ik krijg te schrijven en na te denken over onbenulligheden als de zin van het leven. 

Vanzelfsprekend gaat het dan altijd over zaken die niet tot de leerstof of opdracht behoren. Zo-ook onderstaande. Hopelijk heb ook jij er iets aan. :)




We mogen iets enkel in vraag stellen als we een reden hebben om dat te doen. Dat is het directe tegendeel van een gangbare opvatting: dat we zaken pas mogen geloven en voor waar aannemen wanneer we daar voldoende en goede redenen voor hebben. 
Wandelend op de zeer dunne en grillige grens van de irrationaliteit betoog ik dus dat we overtuigingen en zaken waar we in geloven slechts aan onderzoek en kritische bevraging mogen onderwerpen, wanneer we goede redenen hebben om dat te doen.

Enkel als we ontevreden zijn, als we botsing tussen de wereld en onze gedachten over die wereld ervaren, ja, enkel dan is het aangewezen eens met een vlijmscherpe blik te kijken hoe de vork nu aan de steel zit. Eenmaal we niet meer botsen, eenmaal er geen spanning en ontevredenheid meer is, is het niet meer nodig verder te spitten. 
Het toetsend vermogen van de rede is als een snoeischaar in de tuin: we moeten het alleen maar gebruiken om onkruid weg te knippen. En we moeten ermee op onze tellen passen want het is evengoed in staat mooie bloemen in te ruilen voor een kale woestenij.

Ik zeg vaak dat ik wel een fan ben van prettige illusies. Denk hier eens over na. Eenmaal je een droombeeld, een illusie doorprikt hebt, komt die nooit meer terug. Probeer maar eens opnieuw te geloven in sinterklaas, de paashaas of enkele van die onschuldige leugentjes om bestwil die je ouders je wijsmaakten – prettige verhaaltjes, leuk om in te geloven. Voor altijd zoek! Met wortel en al uitgerukt.

Nu, oordeel zelf. Als het geloof ergens in op geen enkele manier moeilijkheden geeft, en ons bovendien vervult van gemoedsrust en optimisme – waarom dan in vredesnaam dat willen aan stukken scheuren, waarom het te lijf willen gaan met dat fileermes genaamd rede? 
Goed, het is misschien onwaar in een strikte zin, maar dat is dan ook alles. Een voorbeeld. Veel mensen hebben een ongegrond vertrouwen in hun eigen vaardigheden, een ongegrond vertrouwen in hun superioriteit, zonder dat zij daarom arrogant of betweterig zouden zijn. 
Hun opvattingen zijn vals, maar toch is het dankzij die opvattingen dat zij er in slagen plannen en hele projecten te voltooien waar zijn nooit of te nimmer in zouden slagen als zij een waarachtiger beeld van zichzelf gehad hadden.
Waarom zouden we zoiets doorprikken bij onszelf? Het houdt geen steek! En bij een ander? Ah, precies! Het ongegrond in vraag stellen van valse overtuigingen van anderen, ja, dat is bittere immoraliteit. Het feit dat ze vals zijn alleen is onvoldoende reden!
Aan de andere kant zijn er ook een hele rits dingen die we geloven die én vals zijn, én ons leven verzuren. Niet in de minste denk ik bij deze aan negatieve zelf- en mensbeelden, aan zinloos pessimistische veralgemeningen en pijnlijke stereotypen. Maar in feite geldt het voor elke valse opvatting die negatief getint is. 
Ik beschouw het als irrationele en intellectuele nalatigheid, en simpelweg als allesbehalve wijs, om dergelijk onkruid zelfs maar te tolereren in onze mentale tuin. Het is eveneens je reinste immoraliteit om onze medemens niet af te helpen van dergelijke gedachten. 
Ieder van ons kent denk ik wel iemand waarvan die vindt dat hij of zij een veel te negatief zelfbeeld heeft, ieder van ons heeft wel al eens machteloos nee moeten schudden tegen een verbitterde stem die te kennen gaf: 'ik ben het niet waard, ik ben slecht, ik ben nergens goed voor, de wereld is tegen me, ik ben lelijk, ik kan niets…' enzovoorts.

En dan is er nog die andere kwestie, een kwestie die ik zo min mogelijk wil beklemtonen omdat ze permanent een domper op het nadenken kan zetten. Het betreft het feit dat de wereld, zoals die aan ons voorkomt, gevuld is met dingen die wij eigenlijk liever niet zouden weten, dingen waarvan wij innig wensten dat we hen nooit hadden moeten aanschouwen, verhalen te erg om te horen. 
De mate waarin dit zo is, hangt denk ik af van persoon tot persoon. De ene vindt dat het allemaal nog wel meevalt, de andere ziet de laatste roos verzuipen in het tranendal. Maar allemaal zijn we het er over eens, denk ik, dát er dingen zijn die we liever niet geweten hadden.
Zo wil ik persoonlijk helemaal niet weten wat mijn tandarts allemaal gaat doen. Ik blijf liever in zalige onwetendheid, vertrouwend dat het zonder mijn medeweten allemaal wel goed komt.

Geen opmerkingen: