Scheldpartijen (of een bepaald type uitspraken met een beledigend karakter) nemen vrij vaak de vorm 'jij bent x' aan. En x staat voor een scheldwoord. Om een simpel voorbeeld te geven: 'Klootzak!' (Wat formeel er hetzelfde uit ziet als: 'jij bent een klootzak!')
Goed, misschien ben ik x. Maar zeg me, mijn beste, wat bedoel je specifiek met x? Wat zijn de kenmerken van personen of voorwerpen die vallen onder jouw definitie van x? Nu, in welke mate voldoe ik aan die kenmerken? (Minder relevant, maar ook wel interessant: wat betekent het voor een persoon - of object - om onder jouw definitie van x te vallen? )
Is het zo dat ik y, z en v, die noodzakelijke en voldoende voorwaarden voor x zijn, bezit? Zo ja, wat zijn jouw argumenten daarvoor? Hoe kan je op een zinnige manier verantwoorden dat ik in het bezit ben van die kenmerken?
Op dit punt gekomen zal ofwel blijken dat (1) ik niet voldoe aan de voorwaarde(n) om x te bezitten, en dus behoef ik er geen aanstoot aan nemen, want die mens voor mij is maar aan het raaskallen; (2) ik wel voldoe aan de kenmerken om x te bezitten, maar ook dit is niet bepaald een probleem, want hoe kan wat ik ben een scheldwoord voor me zijn? Als het me schokt dat ik x ben, dan wil dit zeggen dat ik eens dringend over mezelf zou moeten na denken. Het zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat ik lijd aan het (clichématige) 'niet met de waarheid over mezelf kunnen omgaan.' Of (3) dat de persoon in kwestie niet bedoelt wat die zegt, maar slechts tracht een appreciatie te verwoorden - in dit geval een negatieve. Maar ik stoor mij er niet aan dat iemand een negatieve mening over mij heeft - zo lang die er maar niet op een voor mij nefaste manier naar gaat handelen. Wie ben ik om mensen het niet toe te staan te voelen wat ze voelen tegenover een bepaald persoon of object?
woensdag 7 januari 2009
Ware feiten?
Verbaasd, vertwijfeld en compleet van de kaart geslagen, dat was ik.
Ooit, niet eens zo heel erg lang geleden - en nee, dit is geen sprookje -, zei een welbepaald persoon tegen me: '… maar dat zijn de ware feiten.'
Bijgevolg ging mijn sceptische rechterwenkbrauw omhoog. Wat een eigenaardige uitspraak, dacht ik.
Wat die feiten waren, en wat hun waarheidswaarde was kon me ogenblikkelijk niets meer schelen, maar die uitspraak zelf verblufte me.
'Ware feiten. Hm, ware feiten, zeg je? Bedoel je daarmee dat er ook onware feiten bestaan?'
Ik wist het niet, maar dat leek me belachelijk - ik bedoel maar: een feit is iets dat de meeste mensen, en ik ook, als zijnde waar beschouwen. Echter, toch kwam de bevestiging dat het om ware feiten ging. Een tautologie, op zijn minst, of een retorisch trucje anderzijds.
Vanzelfsprekend was de persoon in kwestie zélf behoorlijk verward, want ze was iets aan het vertellen, en plots, schijnbaar uit het niets, begin ik over iets waar ze zich niet eens van bewust was.
'Eh, wat?' weerklonk het.
'T'is maar een manier van spreken, hé.'
Misschien wel, reflecteer ik achteraf, maar is het echt nodig om méér te lijken te zeggen met je woorden dan je eigenlijk doet of bedoelt? Op zijn best is het een retorische truc, bedoeld om de boodschap te versterken (een beetje als een taalkundige hyperbool, maar toch nog anders).
En dat brengt me bij iets gelijkaardigs: je hoort vaak uitspraken als 'te veel snoep eten is niet goed voor je,' 'te weinig groenten eten is niet gezond,' 'ja graag, dank je, ik wil nog wat frieten, maar niet te veel' …. De lijst voorbeelden is eindeloos.
Natuurlijk wil je niet 'te veel' van iets, te veel van gelijk wat is niet goed, anders zei je niet dat het te veel was!
Het gaat opnieuw om een retorische truc. Het enige dat 'te' toe voegt, is dat er een grens bestaat, dat er een punt is waarop het (niet) hebben van datgene dat 'te' is, onaangenaam of zelfs schadelijk wordt. Het spreekt voor zich dat niemand eender wat wil dat te is.
Wanneer ik je extra frieten op schep, dan weet ik, zonder dat jij me dat gezegd hebt, dat jij niet te veel frieten wil, dat hoef je me dus niet te vertellen. Veel zinniger zou zijn een dosering te geven, zelfs al is die vaag - bijvoorbeeld: 'nog een klein beetje,' of 'nog een grote schep.'
Als die grens bestaat, dan is het evident dat je die niet wil overschrijden.
Neem nu de eerste helft van het eerste voorbeeld: 'te veel snoep eten.' Dat op zich zegt al dat er een grens is, dat het mogelijk is te veel snoep te eten. De toevoeging van het tweede deel (dat het slecht voor je is), is behoorlijk overbodig, zou je niet zeggen?
Als het 'te' kan zijn, spreekt het vanzelf dat het op een bepaald punt slecht (of onaangenaam) voor je is, en dat zou al voldoende reden moeten zijn om het niet te willen.
Het zinnigste dat ik leer uit het geheel, is dat de spreker tautologisch te werk gaat, en dat deze, misschien, een retorische truc gebruikt om overtuigender over te komen.
Mijn hele tirade kan vrij zinloos zijn, want ik ga niet ontkennen dat het gebruik van woorden met dezelfde betekenis ook poëtisch kan zijn, ik doe het zelf voortdurend*, maar moet ik dan aannemen dat ik almaar poëtisch aangesproken wordt?
Wie weet, t'is een vreemde wereld waar we in leven. :p
*De kritische lezer kan bovendien (terecht) opmerken dat ik zélf buitengewoon tautologisch begonnen ben, daar ben ik me terdege van bewust.
Ooit, niet eens zo heel erg lang geleden - en nee, dit is geen sprookje -, zei een welbepaald persoon tegen me: '… maar dat zijn de ware feiten.'
Bijgevolg ging mijn sceptische rechterwenkbrauw omhoog. Wat een eigenaardige uitspraak, dacht ik.
Wat die feiten waren, en wat hun waarheidswaarde was kon me ogenblikkelijk niets meer schelen, maar die uitspraak zelf verblufte me.
'Ware feiten. Hm, ware feiten, zeg je? Bedoel je daarmee dat er ook onware feiten bestaan?'
Ik wist het niet, maar dat leek me belachelijk - ik bedoel maar: een feit is iets dat de meeste mensen, en ik ook, als zijnde waar beschouwen. Echter, toch kwam de bevestiging dat het om ware feiten ging. Een tautologie, op zijn minst, of een retorisch trucje anderzijds.
Vanzelfsprekend was de persoon in kwestie zélf behoorlijk verward, want ze was iets aan het vertellen, en plots, schijnbaar uit het niets, begin ik over iets waar ze zich niet eens van bewust was.
'Eh, wat?' weerklonk het.
'T'is maar een manier van spreken, hé.'
Misschien wel, reflecteer ik achteraf, maar is het echt nodig om méér te lijken te zeggen met je woorden dan je eigenlijk doet of bedoelt? Op zijn best is het een retorische truc, bedoeld om de boodschap te versterken (een beetje als een taalkundige hyperbool, maar toch nog anders).
En dat brengt me bij iets gelijkaardigs: je hoort vaak uitspraken als 'te veel snoep eten is niet goed voor je,' 'te weinig groenten eten is niet gezond,' 'ja graag, dank je, ik wil nog wat frieten, maar niet te veel' …. De lijst voorbeelden is eindeloos.
Natuurlijk wil je niet 'te veel' van iets, te veel van gelijk wat is niet goed, anders zei je niet dat het te veel was!
Het gaat opnieuw om een retorische truc. Het enige dat 'te' toe voegt, is dat er een grens bestaat, dat er een punt is waarop het (niet) hebben van datgene dat 'te' is, onaangenaam of zelfs schadelijk wordt. Het spreekt voor zich dat niemand eender wat wil dat te is.
Wanneer ik je extra frieten op schep, dan weet ik, zonder dat jij me dat gezegd hebt, dat jij niet te veel frieten wil, dat hoef je me dus niet te vertellen. Veel zinniger zou zijn een dosering te geven, zelfs al is die vaag - bijvoorbeeld: 'nog een klein beetje,' of 'nog een grote schep.'
Als die grens bestaat, dan is het evident dat je die niet wil overschrijden.
Neem nu de eerste helft van het eerste voorbeeld: 'te veel snoep eten.' Dat op zich zegt al dat er een grens is, dat het mogelijk is te veel snoep te eten. De toevoeging van het tweede deel (dat het slecht voor je is), is behoorlijk overbodig, zou je niet zeggen?
Als het 'te' kan zijn, spreekt het vanzelf dat het op een bepaald punt slecht (of onaangenaam) voor je is, en dat zou al voldoende reden moeten zijn om het niet te willen.
Het zinnigste dat ik leer uit het geheel, is dat de spreker tautologisch te werk gaat, en dat deze, misschien, een retorische truc gebruikt om overtuigender over te komen.
Mijn hele tirade kan vrij zinloos zijn, want ik ga niet ontkennen dat het gebruik van woorden met dezelfde betekenis ook poëtisch kan zijn, ik doe het zelf voortdurend*, maar moet ik dan aannemen dat ik almaar poëtisch aangesproken wordt?
Wie weet, t'is een vreemde wereld waar we in leven. :p
*De kritische lezer kan bovendien (terecht) opmerken dat ik zélf buitengewoon tautologisch begonnen ben, daar ben ik me terdege van bewust.
zondag 4 januari 2009
Romantisch
Een vraag die me meer en meer begint te kriebelen dan de op en neer deinende staart van mijn kat is de volgende: hoe gebruiken mensen het woord 'romantisch', of wat bedoelen ze (impliciet) als ze dit woord gebruiken?
Het is me opgevallen dat mensen een andere betekenis aan het woord lijken toe te kennen dan dat ik doe, vandaar mijn interesse: wat bedoelen mensen wanneer ze zeggen dat iets romantisch is?
Ik ben vertrouwd met de stroming, de Romantiek, maar zelfs met een vage invulling van wat in die stroming de idealen zijn, wordt algauw duidelijk dat er niet meer hetzelfde met 'romantisch' bedoeld wordt - het is geen (directe) referentie naar de stroming.
Toch staat het er, denk ik, niet volkomen van los. Neem nu dat ik mijn invulling vereng, neem nu dat ik maar een onderdeel van de Romantiek neem: de grote aandacht voor het emotionele, in eender welke vorm (denk maar aan de Sehnsucht).
Is dat wat mensen heden ten dage bedoelen met romantisch? Het komt al dichter, maar lijkt toch niet helemaal correct. Romantisch is niet een woord dat als synoniem voor emotioneel, emotievol, of 'primair aandacht hebbende voor het emotionele' gebruikt wordt.
Het woordgebruik lijkt te slaan op positieve emoties, maar het gaat zelfs verder dan dat, het lijkt alsof het bijna om amoureuze emoties gaat. En hier moet ik voorzichtig zijn, want ik voel dat ik een stap te ver zou kunnen gaan, en bijgevolg een misinterpretatie maken.
Zoals ik het zie, wordt 'romantisch' gebruikt als: 'wat betrekking heeft op de positieve emoties die we voor iemand - meestal van het andere geslacht - hebben.'
Om een klassieker te nemen (ik zie dus echt niet wat daar 'romantisch' aan is, maar soit): een romantisch etentje bij kaarslicht. Dat is typisch iets dat mensen zeggen romantisch te zijn wanneer het plaatsvindt tussen twee geliefden (of iets soortgelijks). Het etentje zouden ze, denk ik, niet romantisch noemen moest er maar één iemand zitten, of moest het een etentje met je ouders zijn. Ik vraag me af of ze zelfs zouden zeggen dat het romantisch is, als er een derde persoon bij was.
Nog zo een klassieker is samenzijn onder het maanlicht. Deze kan ik al beter vatten (want het maanlicht roept écht positieve gevoelens bij mij op). Wanneer een groepje vrienden in het park, onder het maanlicht, samen is en samen een joint rookt, bier drinkt en grappen maakt, dan noemen we dat - denk ik - niet romantisch. Nochtans, wat is het verschil?
Ik ben van mening dat, in het hedendaagse taalgebruik, het te maken heeft met de combinatie van een positief gevoel over een bepaald iets (een tafereel, een plaats, een hemellichaam, …) met het gevoel van liefde dat je voor iemand anders voelt, op een moment van samenzijn. En, evident, dat positieve gevoel, voelen beide geliefden. Als een van de twee de maan maar een lelijk stuk licht reflecterend steen vindt, niet mooier dan een nachtlampje, dan denk ik dat we niet zouden zeggen dat het romantisch is.
Voel je vrij te zeggen dat ik in mijn interpretatie omtrent het gebruik van 'romantisch' fout zit, maar zeg dan wel waarom, want ik ben waarlijk nieuwsgierig naar de betekenis die men er tegenwoordig aan geeft.
Als een soort voetnoot wil ik ook nog het volgende opmerken: in mijn bespiegeling ben ik van een evidentie uitgegaan die misschien niet voor iedereen evident is. Ik ben de mening toebedeeld dat woorden geen betekenis hebben, maar een gebruik. Een stoel is wat wij een stoel noemen, maar dat is geen stoel. We geven zaken in de wereld en groepen van zaken in de wereld betekenis, maar die betekenis is niet eigen aan die zaken. Laat me verduidelijken: ik ben niet Bojan, ik heet Bojan, of men noemt mij Bojan. Het woord 'Bojan' wordt gebruikt om naar mij te refereren, maar het had evengoed anders kunnen zijn (men had ook 'Mieralunar' kunnen zeggen, zoals sommigen doen).
Concepten en betekenissen hangen niet daar ergens rond te zweven, we leggen hen op en kennen die toe aan de wereld.
Het is me opgevallen dat mensen een andere betekenis aan het woord lijken toe te kennen dan dat ik doe, vandaar mijn interesse: wat bedoelen mensen wanneer ze zeggen dat iets romantisch is?
Ik ben vertrouwd met de stroming, de Romantiek, maar zelfs met een vage invulling van wat in die stroming de idealen zijn, wordt algauw duidelijk dat er niet meer hetzelfde met 'romantisch' bedoeld wordt - het is geen (directe) referentie naar de stroming.
Toch staat het er, denk ik, niet volkomen van los. Neem nu dat ik mijn invulling vereng, neem nu dat ik maar een onderdeel van de Romantiek neem: de grote aandacht voor het emotionele, in eender welke vorm (denk maar aan de Sehnsucht).
Is dat wat mensen heden ten dage bedoelen met romantisch? Het komt al dichter, maar lijkt toch niet helemaal correct. Romantisch is niet een woord dat als synoniem voor emotioneel, emotievol, of 'primair aandacht hebbende voor het emotionele' gebruikt wordt.
Het woordgebruik lijkt te slaan op positieve emoties, maar het gaat zelfs verder dan dat, het lijkt alsof het bijna om amoureuze emoties gaat. En hier moet ik voorzichtig zijn, want ik voel dat ik een stap te ver zou kunnen gaan, en bijgevolg een misinterpretatie maken.
Zoals ik het zie, wordt 'romantisch' gebruikt als: 'wat betrekking heeft op de positieve emoties die we voor iemand - meestal van het andere geslacht - hebben.'
Om een klassieker te nemen (ik zie dus echt niet wat daar 'romantisch' aan is, maar soit): een romantisch etentje bij kaarslicht. Dat is typisch iets dat mensen zeggen romantisch te zijn wanneer het plaatsvindt tussen twee geliefden (of iets soortgelijks). Het etentje zouden ze, denk ik, niet romantisch noemen moest er maar één iemand zitten, of moest het een etentje met je ouders zijn. Ik vraag me af of ze zelfs zouden zeggen dat het romantisch is, als er een derde persoon bij was.
Nog zo een klassieker is samenzijn onder het maanlicht. Deze kan ik al beter vatten (want het maanlicht roept écht positieve gevoelens bij mij op). Wanneer een groepje vrienden in het park, onder het maanlicht, samen is en samen een joint rookt, bier drinkt en grappen maakt, dan noemen we dat - denk ik - niet romantisch. Nochtans, wat is het verschil?
Ik ben van mening dat, in het hedendaagse taalgebruik, het te maken heeft met de combinatie van een positief gevoel over een bepaald iets (een tafereel, een plaats, een hemellichaam, …) met het gevoel van liefde dat je voor iemand anders voelt, op een moment van samenzijn. En, evident, dat positieve gevoel, voelen beide geliefden. Als een van de twee de maan maar een lelijk stuk licht reflecterend steen vindt, niet mooier dan een nachtlampje, dan denk ik dat we niet zouden zeggen dat het romantisch is.
Voel je vrij te zeggen dat ik in mijn interpretatie omtrent het gebruik van 'romantisch' fout zit, maar zeg dan wel waarom, want ik ben waarlijk nieuwsgierig naar de betekenis die men er tegenwoordig aan geeft.
Als een soort voetnoot wil ik ook nog het volgende opmerken: in mijn bespiegeling ben ik van een evidentie uitgegaan die misschien niet voor iedereen evident is. Ik ben de mening toebedeeld dat woorden geen betekenis hebben, maar een gebruik. Een stoel is wat wij een stoel noemen, maar dat is geen stoel. We geven zaken in de wereld en groepen van zaken in de wereld betekenis, maar die betekenis is niet eigen aan die zaken. Laat me verduidelijken: ik ben niet Bojan, ik heet Bojan, of men noemt mij Bojan. Het woord 'Bojan' wordt gebruikt om naar mij te refereren, maar het had evengoed anders kunnen zijn (men had ook 'Mieralunar' kunnen zeggen, zoals sommigen doen).
Concepten en betekenissen hangen niet daar ergens rond te zweven, we leggen hen op en kennen die toe aan de wereld.