maandag 1 juli 2024

Vervelende taakjes de moeite maken - walgelijk, toch?

Je hoeft vervelende taakjes niet leuk te vinden. In feite: laat het je storen. Erger je!


Máár, sta waar mogelijk ook even stil bij hoe deze activiteit je helpt of verrijkt. Koppel ze aan je leven, aan je ervaring voor héél eventjes maar.

Bijvoorbeeld. Gisteren ruimde ik opgeknabbelde kak op. De hond had de kattenbak geplunderd, en zodoende zichzelf van een geurig maaltje voorzien.

Ik vond dat walgelijk! Nog steeds. Ik moet bijna kokhalzen terwijl ik dit schrijf. En ik vond het oneerlijk. Moest ik dit nu opruimen? Bah! Waarom? En ik ging net mijn tanden poetsen, verdomme!

Máár het was ook een ideale gelegenheid om een meditatietechniek te oefenen, een techniek die je in staat stelt om de impact van onprettige gewaarwordingen zoals walging af te remmen.

En er was sowieso niks meer aan te doen, de vieze daad was al geschied. Dus het opruimen deed ik voor een net huis. En om mezelf een schouderklopje te kunnen geven dat ik dit toch maar gedaan had.

Goed, goed, ik begrijp dat jij dit vast bizar vindt. En da’s ok. Dit is namelijk hoe ik deze vervelende ervaring verrijk. Jij vult het best voor jezelf in hoe jij lastige taakjes voor jezelf kan verrijken.

Mijn laatste tip is: geef aandacht aan wat je ervan leert, het voordeel dat het je geeft of waar dit toe bijdraagt. Belangrijk is dat je het koppelt aan wat voor jou waardevol voelt.

En ja, daarna mag je je naar hartenlust ergeren. Want vervelend blijft vervelend. Ik ga dat niet verbloemen. ;)

maandag 17 juni 2024

𝗠𝗶𝘀𝘃𝗲𝗿𝘀𝘁𝗮𝗻𝗱𝗲𝗻

Het valt me op hoe vaak wij elkaar verkeerd begrijpen, vooral wanneer we net wel denken goed door te hebben wat de ander wil zeggen.

Een persoonlijk voorbeeld.

𝗥𝗲𝗰𝗲𝗻𝘁 𝗯𝗼𝘂𝘄𝗱𝗲 𝗶𝗸 𝗺𝗲𝗲 𝗮𝗮𝗻 𝗲𝗲𝗻 𝘄𝗮𝗻𝗱𝗲𝗹𝘄𝗼𝗿𝗸𝘀𝗵𝗼𝗽. 𝗜𝗸 𝗱𝗮𝗰𝗵𝘁 𝗵𝗲𝘁 𝗰𝗼𝗻𝗰𝗲𝗽𝘁 𝘂𝗶𝘁, 𝗶𝗲𝗺𝗮𝗻𝗱 𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿𝘀 𝘃𝗲𝗿𝘇𝗼𝗿𝗴𝗱𝗲 𝗱𝗲 𝗽𝗹𝗮𝗻𝗻𝗶𝗻𝗴 𝗲𝗻 𝗻𝗼𝗴 𝗶𝗲𝗺𝗮𝗻𝗱 𝗱𝗲 𝘂𝗶𝘁𝘃𝗼𝗲𝗿𝗶𝗻𝗴. 𝗢𝗻𝘇𝗲 𝗰𝗼𝗺𝗺𝘂𝗻𝗶𝗰𝗮𝘁𝗶𝗲 𝘄𝗮𝘀 𝗯𝗲𝗵𝗼𝗼𝗿𝗹𝗶𝗷𝗸 𝗼𝗽𝗲𝗻, 𝗺𝗮𝗮𝗿 𝘁𝗼𝗰𝗵 𝗯𝗹𝗲𝗲𝗸 𝗮𝗰𝗵𝘁𝗲𝗿𝗮𝗳 𝗱𝗮𝘁 𝘄𝗲 𝗮𝗹𝗹𝗲 𝗱𝗿𝗶𝗲 𝗲𝗲𝗻 𝗮𝗻𝗱𝗲𝗿 𝗶𝗱𝗲𝗲 𝗵𝗮𝗱𝗱𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝗵𝗼𝗲 𝗱𝗲 𝘃𝗼𝗿𝗸 𝗮𝗮𝗻 𝗱𝗲 𝘀𝘁𝗲𝗲𝗹 𝘇𝗮𝘁.

Ik, bijvoorbeeld, was vooral één van mijn vele ideeën aan het uitgooien - want dat is wat ik doe als ik me nuttig wil maken: ideeën geven, brainstormen, 'sparren'. Da's mijn comfort zone.

De andere persoon dacht dat ík de drijvende kracht was, en dat zij mij kon volgen bij de uitvoering. Ze viel dan ook uit de lucht toen bleek dat ik niet van plan was een project te trekken, laat staan uit te voeren.

En de derde persoon dacht blijkbaar van het begin af aan dat ik een ondersteunende rol zou hebben terwijl de tweede persoon uitvoerde.

We hadden elkaar totaal niet goed begrepen. En da's oké!

𝗜𝗸 𝗱𝗲𝗻𝗸 𝗱𝗮𝘁 𝗺𝗲𝗻𝘀𝗲𝗻 𝗲𝗹𝗸𝗮𝗮𝗿 𝘃𝗮𝗮𝗸 𝘃𝗲𝗿𝗸𝗲𝗲𝗿𝗱 𝗯𝗲𝗴𝗿𝗶𝗷𝗽𝗲𝗻, 𝗺𝗮𝗮𝗿 𝘄𝗲 𝘀𝘁𝗮𝗮𝗻 𝗲𝗿 𝘀𝗶𝗺𝗽𝗲𝗹𝘄𝗲𝗴 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝗯𝗶𝗷 𝘀𝘁𝗶𝗹 𝘇𝗼 𝗹𝗮𝗻𝗴 𝗱𝗮𝘁 𝗲𝗿 𝗻𝗶𝗸𝘀 '𝗯𝗼𝘁𝘀𝘁', 𝘇𝗼 𝗹𝗮𝗻𝗴 𝗱𝗲 𝗺𝗶𝘀𝘃𝗲𝗿𝘀𝘁𝗮𝗻𝗱𝗲𝗻 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝘃𝗼𝗼𝗿 𝗴𝗿𝗼𝘁𝗲 𝗰𝗼𝗻𝗳𝗹𝗶𝗰𝘁𝗲𝗻 𝗼𝗳 𝗽𝗿𝗼𝗯𝗹𝗲𝗺𝗲𝗻 𝘇𝗼𝗿𝗴𝗲𝗻. 𝗪𝗲 𝗺𝗲𝗿𝗸𝗲𝗻 𝗱𝗲 𝘀𝘁𝗼𝗿𝗶𝗻𝗴 𝗻𝗶𝗲𝘁 𝗼𝗽.

Of misschien is dit slechts mijn visie - spreek me gerust tegen wanneer je het anders ziet. Want zo verminder je de storing: door te praten over wat je bedoelt, door een dialoog aan te gaan en te checken wat de ander wil zeggen.

Het is trouwens ook niet zo gek dat we elkaar vaak niet goed begrijpen. Want sta hier eens bij stil.

Wij leren wat woorden willen zeggen van elkaar: van onze vrienden, onze ouders en het internet. En natuurlijk op school. Zij geven ons de puzzelstukjes. Want woorden zijn puzzelstukjes die in elkaar klikken. En iedereen is het er min of meer over eens hoe die in elkaar klikken. Het laat ons toe met elkaar te praten.

Stel dat ik zeg: 𝘥𝘦 𝘬𝘢𝘵 𝘻𝘪𝘵 𝘰𝘱 𝘩𝘦𝘵 𝘢𝘢𝘯𝘳𝘦𝘤𝘩𝘵 𝘦𝘯 𝘥𝘢𝘵 𝘮𝘢𝘢𝘬𝘵 𝘮𝘪𝘫 𝘣𝘰𝘰𝘴.

𝗡𝘂 𝗵𝗲𝗯 𝗷𝗶𝗷 𝗲𝗲𝗻 𝗮𝗮𝗿𝗱𝗶𝗴 𝗶𝗱𝗲𝗲 𝘃𝗮𝗻 𝘄𝗮𝘁 𝗲𝗿 𝗴𝗮𝗮𝗻𝗱𝗲 𝗶𝘀, 𝗼𝗺𝗱𝗮𝘁 𝗷𝗲 𝗴𝗲𝗹𝗲𝗲𝗿𝗱 𝗵𝗲𝗯𝘁 𝗵𝗼𝗲 𝗱𝗶𝗲 𝘄𝗼𝗼𝗿𝗱𝗲𝗻 𝘀𝗮𝗺𝗲𝗻 𝗽𝗮𝘀𝘀𝗲𝗻, 𝗲𝗻 𝗼𝗺𝗱𝗮𝘁 𝗷𝗲 𝗷𝗲 𝗲𝗲𝗻 𝗯𝗲𝗲𝗹𝗱 𝗸𝗮𝗻 𝘃𝗼𝗿𝗺𝗲𝗻 𝘃𝗮𝗻 𝘄𝗮𝘁 𝗯𝗶𝗷𝘃𝗼𝗼𝗿𝗯𝗲𝗲𝗹𝗱 𝗲𝗲𝗻 𝗸𝗮𝘁 𝗶𝘀. 𝗝𝗲 𝘄𝗲𝗲𝘁 𝘄𝗮𝘁 𝗱𝗮𝘁 𝘄𝗼𝗼𝗿𝗱 𝘄𝗶𝗹 𝘇𝗲𝗴𝗴𝗲𝗻. 𝗢𝗳 𝗱𝗮𝘁 𝗱𝗲𝗻𝗸 𝗷𝗲 𝘁𝗼𝗰𝗵.

Want hier wordt het 𝘵𝘳𝘪𝘤𝘬𝘺. Hoewel we allemaal geleerd hebben dat een kat zo'n pluizig beest met vier poten is dat blaast en spint, is de kat waar je aan denkt wanneer ik 'kat' zeg vast niet hetzelfde. Zo denk ik spontaan aan mijn rost-met-witte kater, en misschien denkt mijn vriendin aan haar zwarte kat.

Hoe woorden ingevuld zijn is erg persoonlijk. Het is alsof we de puzzelstukjes inkleuren met onze levenservaring, met wat we meegemaakt hebben - met onze herinneringen, zeker als die emotioneel geladen zijn.

En daar wordt het nog veel 𝘵𝘳𝘪𝘤𝘬𝘪𝘦𝘳.

Herinner je je nog dat ik zei dat het me boos maakt, dat de kat op het aanrecht zit?

𝗪𝗲𝗹, 𝗱𝗲 𝗸𝗮𝗻𝘀 𝗶𝘀 𝗴𝗿𝗼𝗼𝘁 𝗱𝗮𝘁 𝗷𝗲 𝗶𝗻 𝗷𝗲 𝗵𝗼𝗼𝗳𝗱 𝗲𝗲𝗻 𝗸𝗹𝗲𝗶𝗻 𝘃𝗲𝗿𝗵𝗮𝗮𝗹𝘁𝗷𝗲 𝗵𝗮𝗱 𝗴𝗲𝗺𝗮𝗮𝗸𝘁 𝗼𝘃𝗲𝗿 𝗵𝗼𝗲 𝗵𝗲𝘁 𝗸𝗼𝗺𝘁 𝗱𝗮𝘁 𝗶𝗸 𝗯𝗼𝗼𝘀 𝘄𝗼𝗿𝗱 𝘄𝗮𝗻𝗻𝗲𝗲𝗿 𝗱𝗮𝘁 𝗯𝗲𝗲𝘀𝘁𝗷𝗲 𝗼𝗽 𝗵𝗲𝘁 𝗮𝗮𝗻𝗿𝗲𝗰𝗵𝘁 𝗸𝗿𝘂𝗶𝗽𝘁.

Misschien dacht je dat ik het onhygiënisch vind. Of dat ik graag heb dat de regels gevolgd worden. De kans is groot dat je een beeld vormt van mijn woede op basis van jouw ervaring - maar mensen verschillen. Zeker wanneer het gaat over emoties en motivatie, is het makkelijk te missen wat er leeft bij de ander.

Of misschien zat die kat in jouw fantasie aan haar gat te likken, en was dat het dat me kwaad maakte.

Of misschien iets totaal anders… en da's net mijn hele punt: het is zo bijzonder moeilijk elkaar goed te begrijpen. En da's oké, maar wel belangrijk om bij stil te staan.

En misschien, heel misschien, is het ook een goed idee eens te dubbelchecken bij de ander hoe die jouw woorden interpreteert.

Misschien. ;)

zaterdag 1 juni 2024

Jezelf aanvaarden doe je… zo?


Mezelf aanvaarden is iets dat ik altijd al moeilijk gevonden heb. Op emotioneel vlak, maar ook op praktisch vlak. Hoe the f*ck doe je dat? 

Want letterlijk tegen mezelf zeggen ‘ik aanvaard je’ schijnt niet zoveel uit te halen, noch positieve affirmaties formuleren over hoe goed ik het wel niet doe – want daar geloof ik geen zak van,
ergens in een niet-zo-stil hoekje van mijn geest.


Gisteren ontdekte ik hoe het wel werkt. Het gaat over een shift van wat je 𝘢𝘢𝘯 iets gaat doen, naar wat je er 𝘮𝘦𝘦 gaat doen. Abstract en obscuur, ik weet het. Daarom even een voorbeeld.

Dolend door mijn geest botste ik gisteren op enkele gitzwarte gedachten, gedachten zo donker dat ik hun aanwezigheid niet kon verdragen. Het viel me op dat telkens ik die gedachten aanraakte, mijn aandacht weer afketste en weg stuiterde als een springbal.

Eén keer, twee keer, drie keer. Nu stuiterde ik naar de jeuk op mijn neus. Dan vroeg ik me af wat otters eten. En tot slot voelde ik de druk in mijn voorhoofd.

‘Oké, oké goed’ zei ik tegen mezelf, en ik sprong met mijn aandacht naar de plek in mijn lichaam vanwaar al die weerstand kwam. Zoals eerder ketste het af, en als een kind riep ik: ‘nog een keer! Yes! Wiiiii!’ En hopla, ik deed dit nog drie keer.

In mijn geest was dit beschermingsmechanisme een soort mentale waterglijbaan geworden. Het was leuk! En al doende vond ik vrede met die gedachten. Ze zijn er nog steeds, ergens. Maar ik vond er vrede mee.

Toen ik uitgespeeld was met mijn mentale glijbaan, keek ik wat rustiger naar de weerstand. Het viel me op dat telkens ik raakte aan één kwetsbaar deeltje van mijn lichaam, er een reactie volgde op een andere plek. (Je moet weten: emoties zitten ook in je lichaam, niet louter in je geest.)

Bekken leidt tot druk in mijn solar plexus, solar plexus leidt tot druk in mijn voorhoofd, voorhoofd tot gespannen schouders, enzovoort. Spontaan kwam het beeld van een xylofoon in me op, mijn lichaam als xylofoon.

Hoe interessant! Als ik hier op let, gebeurt dat, als ik daar op let krijg je die klank. Wat een muziek kan ik wel niet maken met mezelf! Geweldig!

En ook dit gaf rust en vrede. De lichamelijke reacties zijn er nog steeds. Schouders, hoofd, plexus en bekken. Maar ik heb er vrede mee.

Hopelijk helpt dit relaas ook jou om iets meer vrede te vinden met jezelf, en, wie weet, om jezelf te aanvaarden. ❤️