donderdag 5 maart 2015

Denken, doen, samenleven

Mijn levensstrategie heeft een grote wending genomen. Ik ben altijd op zoek geweest naar een antwoord op de vraag: ‘hoe moet ik leven?’ Om die reden begon ik met filosofie, een oefening van de geest.

Mijn moeizame filosofische onderneming was een zoektocht naar, een oefening in en het verfijnen van een denkstijl. Een goede manier van leven heeft namelijk nood aan een passende manier van denken. Dat geloof ik nog steeds.

Maar het leven omvat meer dan denken alleen. We hebben ook een lichaam, we zijn fysieke wezens die zich doelen stellen, zaken willen verwezenlijken. Daarom verdient niet alleen het denken, maar ook bewegen en handelen aandacht. 
Een goede manier van leven heeft evenzeer nood aan een passende manier van handelen. Die kan niet enkel gevonden worden door na te denken.

En er is nog een derde dimensie. Niet alleen zijn we denkende wezens met een lichaam, maar we zijn ook sociale wezens. We functioneren bijna altijd in groepen, we gaan om met andere mensen. 
Dat wil zeggen dat een goede manier van leven ook nood heeft aan een passende manier van samenleven. Die kan niet enkel gevonden worden door na te denken en jezelf fysiek te vormen op je eentje. Er is interactie voor nodig.

Mijn geest is meer dan voldoende gevormd. De andere twee wil ik ook verder vormen.

vrijdag 23 januari 2015

De ethiek van de hulpverlener

Sommige mensen beschouwen het als hun taak, roeping of zelfs plicht anderen te helpen. Zo ken ik er heel wat persoonlijk. Erg aardige, bezorgde en gedreven mensen die alles zouden doen voor anderen. In die mate zelfs dat ze zichzelf vergeten.

Ik meen echter dat het van cruciaal belang is dat zij zichzelf niet vergeten, dat zij ook voor zichzelf zorgen. Niet alleen omdat ik bezorgd ben om hun persoonlijke welzijn, maar ook omdat goed voor jezelf zorgen en voldoende sterk staan voorwaarden zijn indien je anderen een dienst wil bewijzen.

Denk aan deze metafoor: wanneer je steunt op iemand die zelf niet stevig staat, vallen beide personen omver. Je moet in staat zijn om effectief iets nuttig te doen, voor je kan helpen.

Nee, ik meen dat indien je de rol van hulpverlener opneemt, het je morele plicht is te zorgen dat je in goede vorm bent. Net zoals het de plicht is van een kok te zorgen dat zijn kookgerief schoon is, en zijn ingrediënten vers zijn.

Toch koste wat het kost willen helpen wanneer je niet kan is gevaarlijk, je doet er meer schade dan goed mee.
Kan je niet helpen, dan is het eveneens je plicht af te zien van hulpverlening op dat moment, en indien mogelijk het uitstellen naar later of doorverwijzen naar een bekwame collega. Zorg eerst voor jezelf!

donderdag 15 januari 2015

Parrhesia: spreek, mijn vriend!

Parrhesia, of het vrije (franke) spreken zoals beoefend door de Cynici. Het is lang geleden dat ik dit concept nog eens onder de aandacht bracht, zeker bij die naam. 

Er zit iets van grote waarde in Parrhesia, iets dat ik zelfs impliciet geïnternaliseerd heb in mijn pentapharmacon. Namelijk het belang van te spreken, in plaats van te praten. Spreek over wat er op je hart ligt, zeg onverbloemd eerlijk wat je wil, hoe je je voelt en wat je denkt! 

Persoonlijk vind ik het een bevrijdend en heerlijk gevoel: om direct en eerlijk te kunnen zeggen wat ik voel, denk en wil, zeker als dat betrekking heeft op anderen, maar zonder veel rekening te houden met hoe ik op hen over kom. 
Het doel is iets van onszelf en onze relatie met de ander verbaal tot uitdrukking te brengen. Of dat nu beledigend of vleiend is: beide zaken doen er niet toe. We mikken niet op het vleien, noch het treffen van de ander. Enkel op het eerlijk tot uitdrukking brengen van iets wat in ons leeft. 

Zo bracht ik daarnet oprecht tot uitdrukking dat ik de schilders toch zal missen hier in de gang, na maanden hard werk. Wat me opviel, was dat ik dit niet zei om hen blij te maken of een goed gevoel te geven, maar omdat ik me echt zo voelde. Een prettige ervaring.