“De meest
huiveringwekkende van alle kwalen, is dan ook niet iets dat ons
aangaat, want wanneer wij er zijn, is de dood er niet, en wanneer de
dood er is, zijn wij er niet meer. De dood, kortom, is iets dat noch
de levenden noch de gestorvenen aangaat.” (Epicuros & Algra
2007, p. 45)
Wijze woorden van de
grote filosoof Epicuros, oprichter van het naar hem genoemde
epicurisme. Echter, me dunkt dat de wijze man, helaas, iets over het
hoofd gezien heeft. Zijn redenering gaat op voor zorgen over mijn
eigen dood, voor zo ver die mij aangaat. Want inderdaad, wanneer ik
dood ben, ben ik er niet meer om het te merken, en wanneer ik leef
merk ik niets van mijn eigen dood.
Toch is het onwaar dat de
dood “de levenden noch de gestorvenen aangaat”. Want terwijl ik
leef is de dood er wel degelijk! En
dat in de vorm van de dood van anderen. Het is onze relatie tot
anderen die Epicuros' poging teniet doet, Epicuros' poging ons van de
angst voor en pijn veroorzaakt door de dood te bevrijden en ons ertoe
te brengen noch bevreesd, noch vol rouw naar dit natuurfenomeen te
kijken.
Ik
ontkom tijdens mijn
leven niet aan de dood, want vrienden, familieleden en geliefden
zullen tijdens mijn leven sterven. Anderen gaan dood, en de enige
manier om aan de last en pijn hiervan te ontkomen, is me niets van
anderen aantrekken, geen vriendschapsbanden aan te gaan, niet te
geven om het wel en wee van andere levende wezens – als een soort
geïsoleerde bunker boven op de top van een berg alleen gaan leven.
Zo lang ik geef om anderen, kan de dood dankzij mijn liefde ingang
vinden in mijn leven, en me zo-doende treffen.
En
langs dezelfde weg kan mijn eigen
dood ook een invloed op me hebben. Ik weet dat ik zal sterven, en
hoewel dat mij vanuit epicuristisch standpunt niets doet, kan ik het
opnieuw niet laten te denken aan de mensen (en dieren) die om mij
geven. Hun liefde voor mij, maakt hen kwetsbaar voor de klap
veroorzaakt door mijn dood. Ik zal hen op die manier kwetsen.
De
enige manier om te ontsnappen aan de last van de dood is ervoor
zorgen dat je geen banden aangaat en niemand aan je hecht. Alleen, ik
denk dat geen enkele epicurist voor zo'n leven zou kiezen. Ikzelf ben
in ieder geval van mening dat zo'n leven letterlijk geen zinvol leven
zou zijn. Hoewel we anderen niet blindelings nadoen, zijn anderen wel
de voorwaarde voor onze zingeving en de bepaling van wie we zijn.
De
epicurist waarvan sprake is bovendien van mening dat we een
totaal-balans moeten maken van pijn en genoegen. En het plezier van
wederzijdse liefde en vriendschap, van het samenwerken en het beleven
van geweldige tijden weegt ruimschoots
op tegen de niet te ontkennen ellende van het verliezen van een
kameraad of geliefde. Echter, het epicuristische ideaal is dat van
een leven volledig bevrijd van pijn, verstaan onder het concept
ataraxia, totale
mentale gemoedsrust, onverstoord door zorgen en pijn. Dat ideaal is
een mooi doel, maar onhaalbaar. En daar zorgt de realiteit van de
dood voor.
Misschien
heb ik het epicurisme niet voldoende goed begrepen. Misschien hebben
zij wel een antwoord
op dit probleem. Ik ben in ieder geval geen epicurist, ongeacht mijn
diepe respect voor Epicuros.
Nee,
ik vind het gewoon erg jammer dat mijn kat binnenkort dood gaat…
2 opmerkingen:
http://www.youtube.com/watch?v=p2J7wSuFRl8&feature=BFa&list=PLB58D9DA35DD6F459
Een kleine eigen bijdrage:
Je kan mensen evenzeer kwetsen tijdens je leven met vermijdbare daden, ervaringen en gevoelens. Maar je dood is onvermijdelijk en des te sneller zij daar achter komen, des te minder hard ze die klap zullen ervaren. Dat je weet dat je levenseinde komt kan ook allerlei angst opwekken, daar lijkt je kat alvast van gespaard. Maar misschien lijdt ze onder het leven en gaat ze daarom binnenkort dood, daar dat een goede (eu) dood (thanatos) zou zijn in tegenstelling tot een lang en slecht leven. Wat onrealistische idealen betreft hebben katten misschien wel meer kans om ataraxia te bereiken dan mensen, tenminste zoals jij ze nu schetst. Bovendien zou Epicuros geen ruimte laten voor vriendschap als hij dacht dat zonder het goede te bereiken viel. Kortom, ik denk dat je epicurisme niet goed begrepen hebt. Natuurlijk is het jammer dat je kat binnenkort doodgaat. Maar de mate waarin het erg is, is heel gewoon. De mate waarin we ons daar met onze ratio boven kunnen stellen is uitzonderlijk en hoeft helemaal geen afbreuk te doen aan het genot van gezelschap dat jullie in de tussentijd aan elkaar kunnen beleven. Je afvragen of je kat met jou speelt of jij met de kat lijkt me al even zinloos als te vragen of jij haar dood erg zou vinden of zij de jouwe. Het rationeel inzicht leert ons dat we dingen niet te erg moeten vinden en moeten spelen, in de mate van het mogelijke. Die mogelijkheden bestaan zolang er leven is.
Bedankt voor je antwoord, Xavier. Ik denk dat ik versta welke boodschap je me wil geven. Namelijk dat de dingen gewoon zijn wat ze zijn, en dat het wel erg kan zijn, maar niet wereldschokkend erg. Juist?
Maar ik vraag me nog altijd af hoe epicuristen de waarde van vriendschap verzoenen met het credo dat de dood hen niet aangaat. Ik weet dat ze ook pleiten voor milde emoties - in die optiek bijvoorbeeld mild verdriet. Maar doet het toelaten van verdriet ataraxia niet teniet?
Mja, terwijl ik dit schrijf kan ik het niet laten te denken dat het waarschijnlijk vooral aankomt op de houding die je aanneemt tegenover de gebeurtenissen. Dat, en nu genieten, later, als het moment dat brengt, rouwen… Nu ja, ik ben maar wat luidop aan het denken. Bedankt nogmaals.
Een reactie posten