zondag 21 februari 2021

Verbaal stoom aflaten (17 aug. 2011)

Een zeer reële motivatie tot schrijven is niets meer en niets minder dan verbaal stoom aflaten. 

De reden waarom dit werkt, is omdat we zo deel hebben aan een kalmerend pseudo-sociaal proces en omdat schrijven ook een daad is. Namelijk: een taaldaad. En het stellen van daden gaat met energie gepaard. 

Daar bedoel ik niets spiritueel mee. Denk aan sport. Sport vergt energie. Via sport kan je stoom aflaten door energieker te sporten. 
Een keertje harder op de bal trappen, wat sneller lopen of simpelweg even de fysieke grens van je eigen kunnen benaderen. Weinigen zullen ontkennen dat deze dingen een ontspannende werking hebben. 

Welnu, hetzelfde geldt voor schrijven. Ook een taaldaad kan met een grotere vurigheid gebeuren. Je kan je literaire spieren net zo goed uitputten en even de grens van je eigen kunnen benaderen.

Levende wezens, Schopenhauer, afgeleid zijn (13 aug. 2011)

"Er is iets uniek aan het observeren van en zeker het omgaan met levende wezens"

Ik las gisteren in de biografie van Schopenhauer (door Safranski) dat deze meende dat planten hem iets te zeggen hadden. In feite is dat ook zo, hoewel ik het niet weet voor planten. 

Andere levende wezens geven me duidelijk iets terug, er is op zijn minst basale interactie. Leven 'zegt' iets. Dat het leeft waarschijnlijk, maar vermoedelijk nog veel meer: hoe het leeft en wat het wil.

Een levend wezen heeft een wil en vraagt om een bepaalde behandeling. Een dood object vraagt niets, maar heeft slechts een paar mogelijke gebruiken. 

Ik vermoed dat in die basale interactie iets waardevol voor ons zit, voor de observator: erkenning. Wij, als levende wezens, worden erkent omdat een ander levend wezen ons een vraag stelt. Het is maar mogelijk een vraag te stellen als deze aan iemand gesteld wordt. Het is onmogelijk, of althans volslagen zinledig, een vraag te stellen aan een ding. 

Hoewel… met die spraaktechnologie van vandaag de dag weet je natuurlijk nooit!     

Ik heb me laten afleiden… studietijd!

Proficiat en gefeliciteerd met uw verjaardag (29 jul. 2011)



Ik zou eigenlijk nu opnieuw aan het werk moeten zijn. Een half afgewerkte paper wetenschapsfilosofie fluistert me neuzelend van op de hoek van mijn tafel toe dat ik moet voort doen. 

Echter: ik heb geen zin!

En daarom besluit ik in heerlijk pessimistische stijl te lullen over wat het nu betekent om met je verjaardag gefeliciteerd te worden. 

Join me on my joyride! 

Ik weet niet hoe het met u zit, maar is het u al opgevallen dat mensen elkaar feliciteren met hun verjaardag? 

Dat is in feite buitengewoon vreemd. Want normaalgezien zeg ik proficiat tegen een medemens als ik vind dat hij of zij een respectabele of zelfs buitengewone prestatie geleverd heeft. 
Ja, als iemand in een recordtijd rond de blok loopt, als iemand er in slaagt de Kritik der Reinen Vernunft helder en begrijpelijk uit te leggen aan een leek in slechts vijftien minuutjes, inderdaad, als iemand na een hele middag hard werken mij een prachtig en heerlijk buffet voorlegt ter gelegenheid van mijn efemere persoontje - ja, in al die gevallen zal ik zeker geneigd zijn een gemeend en lovend 'proficiat' uit te spreken. 

U voelt me natuurlijk al komen. Hoe zit dat dan met de jarige? Wat heeft deze eenvoudige ziel verwezenlijkt dat zo geweldig is? Wat er feitelijk gebeurd is, is slechts het overgaan van de ene dag in de andere. En dan?

Maar laat me mild zijn en niet muggenziften: er is een periode van één jaar overgegaan in een volgende periode met hetzelfde interval. 
Het aandeel van de jarige daarin is dat hij een jaar lang er in geslaagd is op zijn minst te existeren. Want dat is toch wat we elkaar wensen? 

'Proficiat! U heeft weer een jaartje langer geëxisteerd! Petje af daarvoor!' 

Iemand feliciteren voor simpelweg het blijven bestaan overheen een bepaalde periode houdt mijns inziens geen steek. Het is gewoon belachelijk. Dat is: tenzij we een pessimistisch wereldbeeld aannemen. 

Enkel en alleen vanuit een diepgewortelde zwartgalligheid, ja, vanuit een intens geloof in een Hobbesiaanse natuurtoestand, is het mogelijk deze uitspraak een werkelijk zinnige waarde toe te kennen. Namelijk: 'Proficiat! U heeft het weer een jaartje langer overleefd! Petje af daarvoor!' 

Als de wereld één brok ellende is, als de wereld één groot jachtdomein der natuurlijke (en seksuele!) selectie is - ja, in dat geval denk ik dat het wel terecht is dat we elkaar een schouderklopje geven wanneer er weer zo'n tergend lange tijd voorbij gegaan is.

Ps: óf de wereld werkelijk zo'n hellegat is - en dus of het feliciteren zinnig is - staat open voor discussie. Ik denk er het mijne van. Maar ik ga me nu uiteraard niet uitlaten over wat ik er concreet over denk. :p