vrijdag 4 november 2016

Gebrek aan zekerheid en controle

Twee zaken die mijn existentiële angst enorm kunnen doen toenemen zijn onzekerheid (het onbekende) en machteloosheid (gebrek aan controle). Ze staan in wisselwerking.

De befaamde angst voor het onbekende ligt hem niet zo zeer in dat onbekende zelf, maar veeleer in het feit dat ik de leegte, de onzekerheid bewust of onbewust ga opvullen met mijn ergste nachtmerries, dat wil zeggen: met de vreselijkste zaken die ik meemaakte. Omdat ik onzeker ben over de toekomst, vrees ik dat er een ramp gaat gebeuren. Het is die verwachting die onzekerheid zo beangstigend kan maken.
De afwezigheid van controle speelt hierin mee: ik kan niet weten of ik controle zal hebben over het onbekende, ik heb er (nog) geen enkele grip op. Wetende uit ervaring echter dat situaties waarin ik geen controle heb danig kunnen mislopen, maakt dit me al snel bang. Want ik heb geen idee of ik controle zal hebben. Het onbekende kan dus een gevoel van machteloosheid (geen controle) aanspreken. 

Ook het gebrek aan controle is angstaanjagend, het gevoel hebben dat er vanalles gebeurt of gaat gebeuren waar ik geen grip op heb. Wanneer ik me machteloos voel, vrees ik dat bepaalde doemscenario’s zich zullen voordoen en dat ik niet de kracht zal hebben om me hier adequaat tegen te verweren.
Als ik dan ook nog eens onzeker ben over wat er allemaal komen gaat, kan de angst torenhoog worden. Onzekerheid en het onbekende spelen heel sterk in op dit gevoel van gebrek aan controle.

Afhankelijkheid is een factor die heel vaak sterk bijdraagt aan mijn gevoel van machteloosheid. Afhankelijkheid van anderen, van externe situaties of van de eigen prestaties.
Het gevoel van machteloosheid is sterker wanneer ik afhankelijk ben van onzekere en onvoorspelbare factoren. Onzekerheid is dan ook een vorm van machteloosheid.

Interessant is trouwens dat kennis een vorm van controle geeft: weten dat bepaalde zaken zich wel en andere zich niet zullen voordoen kan een geruststelling zijn, zeker als het gevreesde doemscenario niet aan de orde is. Dit is volgens mij trouwens één van de grote meerwaarden van rituelen, die toch een grote mate van voorspelbaarheid in zich meedragen.

Met gebrek aan controle en zekerheid in gedachten heb ik enkele persoonlijke strategieën bedacht om om te gaan met existentiële angst. Meer daarover de volgende keer!

Existentiële angst

Gisteren had ik het er over dat angst volgens mij situationeel is. Ook heb ik proberen uitleggen dat we die situaties soms verkeerd inschatten en dat onze angst om die reden een vergissing is. 

Vandaag ga ik dieper in op doodsangst. Maar voor ik dat doe wil ik nog enkele mogelijke misverstanden voorkomen over wat ik gisteren schreef. 

Niet alle angsten zijn een vergissing of onwenselijk. Soms is angst volkomen terecht. Ook niet alle angsten die onaangepast zijn aan de situatie zijn een vergissing – ik denk dan bijvoorbeeld aan angsten die zuiver neurologisch zijn.
Het is mij te doen om die angsten die wel een vergissing zijn. Mijn doel is niet om ze te doen verdwijnen, maar om ze handelbaar te maken. Ze in perspectief te plaatsen. Maar daar kom ik later nog toe. Terug naar het onderwerp. 

Net zoals de angst die ik gisteren beschreef, is doodsangst situationeel. Anders gezegd: men vreest niet de dood, maar het doodgaan, de situatie waarin men riskeert dood te gaan. Echter, doodsangst ervaren en ernaar handelen wanneer er bijvoorbeeld een roofdier op je af komt – of een veel te snel rijdende auto – is wenselijk. Het enige wat we hoeven te weten, is dat we dergelijke situaties best vermijden. Niet de dood zelf. 

Maar er bestaan ook van die momenten waarin we doodsangst ervaren zonder dat er sprake is van een levensbedreigende situatie. Dergelijke angst noem ik existentiële angst, iets waar ik persoonlijk veel last van heb. 
Existentiële angst is niet erg wenselijk. Dat spreekt eigenlijk voor zich: letterlijk doodsbang zijn zonder dat je leven op het spel staat is een onaangepaste reactie. Vrij contraproductief en heel onaangenaam! 

Dergelijke doodsangst is bij mij veroorzaakt door wat ik meegemaakt heb. Ik vrees in essentie niet zozeer mijn dood, maar eerder dat ik terecht ga komen in het soort situaties die ik als levensbedreigend ervaren heb. Bijvoorbeeld alleen zijn, machteloos zijn, verraden worden, geen keuze meer hebben of net hele pijnlijke keuzes moeten maken… 
Doodsangst is een natuurlijke respons op een situatie die levensbedreigend voelt. Dat gevoel respecteren we best. Maar aangezien existentiële angst situationeel is, doen we er best aan de situaties die ons zo bang maken eens onder de loep te nemen. 

Twee situaties die existentiële angst bij mij aanwakkeren zijn zich in onzekerheid bevinden (het onbekende) en machteloosheid (geen controle hebben). In mijn volgende bericht vertel ik daar meer over.

donderdag 3 november 2016

Angst is situationeel

Angst is situationeel, maar soms schatten we de situatie verkeerd in.

Vorige week voelde ik me niet goed. Ik twijfelde heel hard aan mezelf en was erg bang niet goed genoeg te zijn om zelfs maar een bescheiden lesvoorbereiding te schrijven. Het ging mislukken en ik zou me enorm belachelijk maken! Beter er zelfs niet aan beginnen.

Ik werd er me van bewust dat ik bang was en dat mijn angst vermoedelijk onterecht was. Bovendien was ze hinderlijk en onprettig. Maar gewoon tegen jezelf zeggen dat je angst onterecht is helpt niet. Maar wat moest ik dan doen?

Het begon allemaal met het persoonlijke inzicht dat angst meestal situationeel is. We zijn niet echt bang van de pijn, maar eerder voor de situaties waarvan we denken dat ze ons pijn doen.

Dat spreekt ook redelijk voor zich want het is zinniger bang te zijn voor snel rijdend verkeer, dan voor de pijn die we hebben wanneer we aangereden worden. Dat verkeer is namelijk de oorzaak van die pijn.
Pijn, tegenslag en ellende komen namelijk niet voor zonder oorzaak. En aangezien angst een emotie is die ons ertoe aanspoort bepaalde zaken te vermijden of niet te doen, is het zinniger bang te zijn voor de oorzaak, dan voor het gevolg.

Door ervaring en vanalles mee te maken leren we proefondervindelijk welk soort situaties pijn en ellende veroorzaken en welke niet. We leren op die manier waar we bang voor moeten zijn.

Maar soms vergissen we ons hierin en worden we nodeloos bang voor iets. We denken dan dat iets ons pijn zal doen, terwijl dit eigenlijk niet zo is. We leren situaties dus verkeerd inschatten.
Bijvoorbeeld kunnen we pech hebben met het soort situaties waarin we terecht komen. Zo kunnen alle professoren die we ontmoet hebben enorme klootzakken geweest zijn. We werden dus bang van professoren. Dit is echter duidelijk een vergissing, want sommige proffen zijn heel aardige mensen. Ik kan er zelfs van meespreken!

De kans op vergissingen wordt nog groter wanneer de angst echt extreem is, wanneer er sprake is van doodsangst. Onderzoek wijst uit dat éénmaal doodsangst voor iets ervaren al genoeg kan zijn om er je hele leven bang voor te zijn. We gaan die ene ervaring dan gaan veralgemenen.

Het zijn die vergissingen die ons het leven zwaar maken. Al die onnodige (doods)angsten! Dat inzien was het begin van mijn denkproces.

In het volgende blogbericht zal ik dieper ingaan op het onderwerp van onterechte doodsangst.

En tot dan: keep breathing my friends! :)