maandag 3 augustus 2015

Misbegrepen stress

Ik weet niet of het universeel is, maar iets dat me wel eens overkomt is een foute interpretatie van  mijn stress, een vergissing. 

Mijn lichaam en geest hebben namelijk geleerd om stress direct te associëren met sociale problemen. Als er druk op mij rust, heb ik automatisch en behoorlijk onbewust de neiging dat te interpreteren als een teken dat er dreiging van anderen uitgaat. 
Wat de vorm van die dreiging is varieert. Maar een constant gegeven daarin is dat het te maken heeft met mijn verhouding tot een, meestal niet concrete, ander.

Echter, stress is meer algemeen een bericht dat je vertelt dat er iets op til is dat jou aangaat, dat erg belangrijk voor je is. 
Dat bericht kan zowel gaan over het grijpen van een fantastische kans, als het afwenden van naderend onheil. Maar het hoeft helemaal niet iets te maken hebben met anderen, of mijn relatie met hen. Er bestaan ook andere redenen om nerveus te zijn.

Daarom is het belangrijk aandachtig en onderzoekend te zijn. Nagaan wat de werkelijke boodschap van je stress is. 
Zeker wanneer je merkt dat de stress meer en meer toeneemt, en je moeite begint te krijgen verder te werken aan wat je aan het doen was, kan het wel eens zijn dat je in de foute richting aan het kijken bent.

Ikzelf merk bijvoorbeeld soms dat ik nerveus ben voor het halen van een deadline, maar er emotioneel niet helemaal in slaag mijn stress daar aan te koppelen. Hoe meer ik dan probeer mijn werk af te krijgen, hoe trager het gaat en hoe verkrampter ik word. De stress neemt exponentieel toe!

Dat is eigenlijk best verstaanbaar, want een onderbewust deel van mijzelf probeert me te vertellen – wat zeg ik: het schreeuwt me toe! – dat er sociale problemen zijn, dat er dreiging uitgaat van andere mensen. 
Bovendien merkt dat onderbewuste dat ik er niets aan doe. Ik negeer de dreiging en blijf verder werken aan één of andere deadline, waardoor stress met waterval-snelheid overvloeit in paniek, en uiteindelijk doodsangst.

Het is dus best wel belangrijk aandacht te hebben voor wat je lichaam en emoties je te vertellen hebben, zeker als het over stress gaat. Want aanhoudende stress heeft de neiging een grens te overschrijden die je manier van denken compleet omgooit.

Deze tekst zou te lang worden, mocht ik hier op de kenmerken van die verandering en manieren van denken ingaan. Het volstaat te zeggen dat het fight or flight-instinct wakker schiet en dat de amygdala overuren draait.
Doorgaans zijn de ruwe reacties van dit diepgewortelde instinct niet de beste manier om om te gaan met hedendaagse situaties. Dus het is beter om het niet zo ver te laten komen.

Concreet moet ik dus voor mezelf verifiëren dat er niets dreigends is door iets met anderen te doen, met hen te praten, om te gaan. Of natuurlijk door er over te schrijven. :)

donderdag 23 juli 2015

Verliefde vlegel

Wie liefde voelt, of eerder, wie als een verloren schelp heen en weer wiegt op de getijden der verliefdheid, is nauwelijks vatbaar voor redelijke gedachten. In feite: dergelijke machtige halen van lust en liefde vallen niet te sturen, toch niet rechtstreeks.

In een metafoor zouden we de praktische rede – bezint eer ge begint – kunnen vergelijken met een sluiswachter die een ingenieus systeem van kanalen en poorten dirigeert om ons gedrag in een wenselijke richting te laten stromen.
Dat systeem van kanalen komt overeen met ons denkkader, onze wereldvisie en persoonlijke waarden. Bij sommige mensen is dit een natuurlijk gemeanderd complex van bochten en kronkels. Bij anderen is het een keurig staaltje architecturaal vernuft: een ordelijk, esthetisch en diep uitgegraven netwerk van kanalen.

Echter, hoe ingenieus en diep die gedachten ook zijn, ze doen er niet toe wanneer direct blootgesteld aan het zoete geweld der liefde.
Denk hierbij aan de zandforten die je als kind maakte op het strand. Als je de tijd kreeg bouwde je muren, een gracht en zelfs een afwateringssysteem.
Maar wat maakt dit alles uit wanneer de verliefdheid zo’n hoge golf is dat muren en grachten er door overspoeld en meegesleurd worden? De verliefdheid vaagt het allemaal gewoon weg.

Een belangrijk verschil met het zandkasteel is dat onze gedachten en redelijk vermogen doorgaans niet voorgoed weggevaagd zijn, maar slechts tijdelijk volledig ondergelopen.

Los van de verheven, prikkelende en euforische emoties die onze wereldvisie kleuren gedurende de verliefdheid, zie ik echter nog een mogelijke meerwaarde in het verliefd zijn. Twee eigenlijk!

Enerzijds toont de liefde ons tijdelijk een ander perspectief, stelt het ons open voor mogelijkheden waar we ons al lang geen vragen meer bij stellen. Voor de liefde proberen we zonder enige twijfel nieuwe ervaringen uit.
Denk maar aan die talloze keren dat je verliefd was en miraculeus bezield raakte voor de hobby’s en interesses van je geliefde. Zaken waar je op jezelf nooit veel om had gegeven, maar die je nu oprecht boeien – als dat ene fantastische wezentje om deze zaken geeft, dan moeten het toch wel belangrijke dingen zijn, nee? 
In ieder geval: de liefde kan ons losweken uit vastgeroeste gewoontes en overtuigingen. Zeg wel: kan, niet: zal.

Anderzijds zie ik verliefdheid ook als een evenwichtstest. Een test die nagaat hoe stabiel onze persoonlijkheid en ons wereldbeeld op dit moment zijn.
Een veel voorkomende manier om om te gaan met instabiliteit is net heel rigide vasthouden aan bepaalde routines en denkbeelden – in feite: het niet of maar minimaal toelaten van verandering en evolutie in je leven.
Die toestand van gespannen stase kan fundamenteel overhoop gegooid worden door de springtij – liefde zet aan tot beweging en transformeert ons wereldbeeld, al is het maar tijdelijk. Delen van ons denkkader of onze persoonlijkheid die te wankel op hun poten staan kunnen er door instorten.

Verliefdheid is een test om na te gaan hoe goed je om kan met verandering – een test om te zien of je kasteel gebouwd is uit zand of graniet.

vrijdag 17 juli 2015

De filosoof als goede gesprekspartner

Wat voor mij het filosofische debat tot een waardevolle oefening in een manier van (samen)leven maakt, is dat men hierbij de gesprekspartner moet respecteren, moet laten zijn, de kans geven zijn standpunt(en) onder woorden te brengen. 

Het doel van een filosofisch gesprek is niet winnen of je gelijk halen. Nee, het is luisteren naar de ander en zijn standpunten, en op een eerlijke manier onderzoeken hoe deze in elkaar zitten en hoe zij zich verhouden tegenover je eigen standpunten – een wederzijdse poging elkaar te begrijpen, te zien hoe wat de ander zegt past in jouw wereldbeeld en idealiter tot een oprechte consensus te komen. 

Waardevol is die aanvaardende en respectvolle zoektocht naar overeenkomst, eerder dan het al dan niet bereiken van die overeenkomst. 

Los van de intellectuele oefening leert men samenwerking en dat het helemaal niet erg is om van standpunt met iemand te verschillen, dat daar geen conflict uit moet voortvloeien. Bovendien is de ervaring dat iemand je respecteert, serieus neemt en probeert samen te werken ondanks verschillen erg aangenaam. 

Louter voor mezelf sprekende kan ik zelfs zeggen dat het erg bevrijdend en aangenaam voelt iemand platform te geven zonder er tegen in te gaan. Even het eigen standpunt aan de kant zetten en meegaan met wat de ander te vertellen heeft. 

En ook: loskomen van dat gevoel in de conversatie waarin je simpelweg wacht tot het jouw beurt is zonder echt aandacht te hebben voor wat je gesprekspartner te zeggen heeft – een filosofisch gesprek hoort geen machtsstrijd te zijn voor wie het langste aan het woord is.
Je staat met twee in de schijnwerpers, niet alleen. Het gaat over jullie gezamenlijke optreden, wat je er samen van kan maken, niet hoe jij individueel schittert.