dinsdag 28 januari 2014

Een open, vrije houding van zorg

Een meer specifiek ethos begint zich te kristalliseren uit mijn eerdere gedachten. Graag wil ik dit ethos met jullie delen.

Er is een open houding, die een soort aanvaarding met zich meebrengt. Er is geen uitkomst die niet mag gebeuren, geen gedachte of emotie die er niet mag zijn, geen reactie van anderen die vermeden moet worden. Alle mogelijkheden staan open.

Laat komen wat komen zal en zijn wat gekomen is.

Met die open houding hangt ook de totale afwezigheid van dwang of verplichting samen. Net zoals elk gedrag, elke gedachte of emotie, elke uitkomst open ligt, net zo is er geen enkel gedrag en geen enkele emotie die moet, die verplicht is, waar men niet onderuit kan. Je hebt altijd meer dan één mogelijkheid. Altijd.

Er is niets dat je moet doen, alles dat je kan doen.

Dankzij de openheid en afwezigheid van dwang, komt er ruimte voor de zorg voor jezelf.
Dit vind ik wat moeilijk om duidelijk te omschrijven, maar het komt in de eerste plaats neer op het aandacht hebben voor wat je zelf wil, waar je je goed bij voelt, wat je leuk vindt, wat je persoonlijke waarden zijn.
In de tweede plaats komt het neer op het actief proberen verwezenlijken van die zaken die je wil, leuk of belangrijk vindt en waar je je goed bij voelt. Steeds met in het achterhoofd de open, vrije houding, en steeds alert voor het wijzigen van je wil. Want waar je vandaag zin in hebt, daar heb je misschien morgen helemaal geen zin meer in. 

Een deel van de zorg voor jezelf wordt een zorg voor anderen, ofwel vriendelijkheid. Dit geldt dubbel voor anderen die je nauw aan het hart liggen. 
Vriendelijkheid, zoals ik het ervaar, omvat meer dan het aardig en steunend zijn naar je medemens toe, evident steeds rekening houdend met zowel de open, vrije houding als met wat je zelf wil. Tegen je zin vriendelijk zijn werkt niet.
Het omvat ook een meer psychologische component, namelijk voldoende positief denken over anderen, geloof en vertrouwen hebben in hun capaciteiten en hun goede wil.
Ik vind het interessant dat deze positieve attitude tegenover anderen niet per se eerst moet komen. Vaak volgt die vanzelf uit mijn eigen welgemeend vriendelijk gedrag.

vrijdag 3 januari 2014

De welgemeende vriendelijke daad

Een belangrijk aspect van het vriendschap of liefde voor iemand voelen, is dat diens goedvoelen en belangen ook een beetje jouw belangen worden. 
Iets wat ik echt enorm mooi vind aan de oprecht goed gemeende daad, is dat zij niets anders terug verwacht dan dat het goed gaat met die ander, dat hij blij en tevreden is. Niet tevreden met jou of met je goede daad (al is het wel leuk wanneer die geappreciëerd wordt), maar met zichzelf. Dat hij zich dus goed voelt.

donderdag 5 december 2013

Het pad van de Skepticus

Waarom skeptici de meest verwonderlijke wezentjes zijn? Wel, de echte skepticus – niet te verwarren met simpelweg wantrouwige mensen – is een wandelende paradox. 
Er is niets dat een skepticus liever wil dan de waarheid, zekerheid. En net door zijn zoekende drive, komt hij tot de conclusie dat er niets zeker is. Zijn twijfel is te sterk. De waarachtige skepticus kan niet eens zeker zijn over het bestaan van de buitenwereld (de wereld los van onze perceptie). 

Hij hoeft daarom niet verloren te zijn, in een praktische zin. Hij kan er gerust van uit gaan dat de kennis die hij tot zijn beschikking heeft 'de best mogelijke hypothesen' bevat en zal dankzij zijn skeptische, zoekende geest steeds open blijven staan voor wijziging van die hypothesen. 
Deze houding is, zoals je begrijpt, gelijkaardig aan de wetenschappelijke houding, maar reikt nog iets verder. 

Nog één van de paradoxen is dat skeptici erg ruimdenkend en onbevooroordeeld zijn: ze staan open voor alle mogelijkheden, zonder die daarom klakkeloos te aanvaarden. 
Dit is echter geen eigenschap van diepgaand moreel karakter en respect voor de standpunten van anderen – hoewel het natuurlijk wel mogelijk is dat de skepticus over een dergelijk karakter beschikt – maar net het gevolg van zijn zoektocht naar zekerheid, absolute en dus dogmatische zekerheid. Net doordat de skepticus merkt dat hij die zekerheid niet vindt, maar toch wel graag zou vinden, moet hij wel een open houding aannemen. 

Ikzelf heb toch voor enkele jaren het pad van de skepticus bewandeld, maar heb mijn onbetwijfelbare waarheid, mijn fundament toch gevonden en me neergelegd bij de betwijfelbaarheid van al het andere. Dat is genoeg voor me. 

En inderdaad, sinds ik tot een stilstand gekomen ben in mijn zoektocht naar fundamenten, ervaar ik wat meer rigiditeit in mijn houding, wat minder openheid voor standpunten van anderen.
Niet dat ik daarom geen respect heb voor hun standpunten, of mijn waarheid probeer op te dringen – integendeel! Ik versta dat ieder zijn weg moet volgen en dat men soms dezelfde weg bewandelt maar soms net niet.

Nee, hetgeen ik vooral ervaar is dat ik het standpunt van anderen minder overweeg als iets dat een waarheid voor mij zou kunnen zijn – op zijn best kijk ik naar wat dat standpunt me nog kan bijleren vanuit mijn eigen standpunt. 
Maar aan de andere kant: wie weet word ik oud, heeft het daar mee te maken. :) Dat is een besef dat me de laatste dagen wel wat kwelt: ouder worden.