woensdag 8 oktober 2014

Vaarwel pepe

Vorige week is mijn grootvader overleden. Dat liet me achter met sterke emotionele en existentiële verwarring, pijn en angst.

Vandaag wil ik jullie vertellen wat ik daardoor geleerd heb. Want er is geen mooiere en betere manier om iemand te eren, ook de doden, dan wat je van en door hem geleerd hebt te gebruiken om een mooier, leuker en beter leven te leiden.
Een goed leven leiden is in dit geval een eerbetoon aan mijn grootvader – en alle andere belangerijke personen in mijn leven, levend of dood.

Een eerste iets dat me opviel was hoe kort het leven is, en hoe prangend zeker de dood. Een beklijvend, verlammend gevoel. Toch in het begin, toen ik naar zijn dode lichaam keek – mijn eigen keuze, want ik vind dat je de dood moet kunnen en durven in de ogen kijken, bang of niet.

Ik werd doordrongen van mijn eigen sterfelijkheid, en nog veel belangrijker: van de sterfelijkheid van alles en iedereen waar ik van hou. Niet fijn.

Nu, in plaats van ter plekke te bevriezen, of je over te geven aan extreem escapisme, zoals ik helaas even deed, kan je deze ervaring ook aangrijpen om werk te maken van je leven. De tijd die je gegeven is, is kort. De tijd die je met je geliefden doorbrengt eveneens. Dat is niet erg. 

Integendeel: dat kan de waarde net vergroten! Geniet extra van wat je hebt. Haal er alles uit wat je kan, zowel op vlak van plezier als wijsheid. Zorg dat het de moeite is. Spendeer voldoende tijd aan wat je belangrijk vindt en vermijd wat niet belangrijk voor je is. Breng tijd door met wie je het kan vinden, van wie je houdt, wie je een beter persoon maakt – en reduceer de tijd die je doorbrengt met wie je niet ligt tot een noodzakelijk minimum.

Oh, en ook dit: wat ik concreet van mijn grootvader leerde was dat je angsten, onzekerheden en negatieve zelfbeelden je leven niet mag laten verzuren en verstrammen.
Doe wat je wil doen voor je de kans er niet meer toe hebt! Laat angst en de vrees voor een foute afloop je niet tegenhouden.
Het is eindeloos veel beter geprobeerd te hebben en gefaald, dan nooit zelfs maar de moed te vinden een poging te ondernemen. Wees ambitieus! Belemmer jezelf niet – dat zal de wereld wel voldoende voor jou doen. Daar hoef je je dus zelf geen zorgen over te maken.

Het zou een naïeve vergissing zijn om te beweren dat je de dood helemaal niet te vrezen hebt. Maar wat ik de laatste dagen wel ingezien heb, dankzij mijn grootvader, is dat de dood minder erg is dan het lijkt.
De dood is slechts zo erg en angstaanjagend als de mate waarin ze je doelen, verlangens en dromen in de weg staat. Daarom ook dat het zo belangrijk is te proberen je dromen te volgen, en wie weet realiseren.
Want wie dat doet, wie de moed heeft zijn leven ten volle te leiden, zal merken dat met het ouder worden de angst voor de dood zal verzachten en afnemen, minder intens worden. Nooit helemaal verdwijnen: want allemaal hebben we de wil tot leven, die evident gefnuikt wordt door de dood.
Dit inzicht geeft me rust. Ook wat andere zorgen betreft: het is maar erg in die mate dat het iets dat ik wil in de weg staat.


Morgen is de begrafenis. Ik heb al talloze begrafenissen meegemaakt, maar nog geen enkel huwelijk. Dat komt nog, hoop ik.
In ieder geval. Ik mis de moed morgen zelf een grafrede uit te spreken. Vandaar dat ik deze tekst nu schrijf. Schrijven gaat me beter af.

vrijdag 26 september 2014

Bespiegelingen der betekenisloosheid

Betekenisloosheid is één van die vervelende ervaringen waar de ene mens al wat sneller last van heeft dan de andere. Maar wat is het eigenlijk?

Het uit zich in talloze vormen. Meest bekend is het gevoel dat de wereld en het leven daarin gewoon zijn verloop heeft, maar nergens toe leidt. Mensen worden geboren, ploeteren wat rond, planten zich idealiter voort en gaan dan weer dood. That’s it! Het leidt nergens toe.

Eigenlijk is betekenisloosheid verwant aan verveling. Het is het gevoel dat de wereld om je heen, de activiteiten waarin je je bevindt – of specifieker: de mogelijkheden die deze bieden – niet voor jou zijn.
De wereld geeft je niet de kans die zaken te verwezenlijken of doen die jij wil, die jij belangrijk vindt of graag zou hebben. Betekenisloosheid is een funeste discrepantie tussen wereld en wil.

Sluimerend verdriet, verlies of een grote teleurstelling zijn uiterst vruchtbare bodem voor het wegvallen van zin en betekenis. Dit houdt ook steek. Hetgeen verdriet idealiter probeert te doen is je via een emotionele weg de veranderde wereld te laten aanvaarden en je in zekere mate te onthechten van wat je kwijt bent. Loslaten, zeg maar.

Zo lang je niet los gelaten hebt, en dus vast houdt aan datgene wat je wil maar niet meer kan, spreekt het voor zich dat de wereld betekenisloos is, dat hij niet voor jou is.

Vanzelfsprekend kan dit gevoel ook veroorzaakt zijn door negatieve kaders, waar ik eerder over schreef.

zaterdag 16 augustus 2014

Strategieën van het lichaam

Ik volg nog altijd de Hellenistische traditie, en zal dat vermoedelijk ook mijn hele leven blijven doen. Deze gaat er van uit dat veel gedachten, emoties en verlangens die ons kwellen en het leven moeilijker maken dan nodig vergissingen zijn.

Het zijn gedachten en verwachtingen over onszelf, anderen en de wereld. Foutieve opvattingen, vb over de eigen hulpeloosheid, genereren foutieve verlangens. Verlangens, op zich, zijn nooit verkeerd. Maar hun structurerend kader kan dit wel zijn.

De oorsprong van die emoties, verlangens en gedachten is verweven. Enerzijds is er onze biologische erfenis met allerlei zaken als woede, angst, verdriet, lust, alsook gevoelens van rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid.
Anderzijds is er ons zelf- mens- en wereldbeeld dat gegroeid is uit onze ervaringen, uit wat we meemaakten.

Een onscheidbare coctail van deze twee elementen zorgt er voor dat we allerlei gedachten, emoties en reacties hebben. Het geeft ons een bepaalde manier van handelen en in het leven staan, een bepaalde manier van reageren op wat er in en om ons heen gebeurt.

Gemakshalve noem ik dit strategieën van het lichaam. Die strategieën zijn niet verkeerd. En gegeven hoe ze gegroeid zijn, zijn ze zelfs zeer zinvol. En snel! Dat is een voordeel.
Alleen zijn ze niet erg nauwkeurig. Ze schieten liever een keer te veel in actie, wanneer het niet nodig is, dan eens niet te reageren terwijl het wel nodig is.

Daarom dat ik reeds lang Plato's befaamde metafoor aangepast heb naar: 'de rede is de blindegeleide hond van de passies'.
Ons aangeleerde wereldbeeld en bijhorende emoties zijn vaak een beetje blind – of ten minste: ze zien niet scherp en begaan veel vergissingen. Foute beoordelingen van de situatie en hoe daar op te reageren.

Wat het kritische verstand (of hoe je het ook wil noemen) als taak heeft, is de strategieën van het lichaam ernstig onder de loep nemen en hun gepastheid toetsen aan de concrete situatie.
Dit wil niet zeggen dat het verstand die strategieën verwerpt. Integendeel! Zij treedt eerder op als een soort adviseur die wijst op moeilijkheden en tegenstrijdigheden, en die informatie verschaft over de concrete situatie. Zo kan er een beter aangepaste strategie tot stand komen.

Mijn manier van 'positief denken' is een voorbeeld van hoe het verstand te werk kan gaan, al neem ik aan dat er nog andere mogelijkheden zijn.