zaterdag 14 september 2013

Het koude water der onafhankelijkheid

Het warme water om een bad te nemen was op vandaag. 

Aan de hand van dit kleine en onschuldige voorval wil ik graag illustreren dat afhankelijk zijn niet noodzakelijk van anderen af hangt. Op die manier is onafhankelijk – of vrij – zijn ook niet per se iets dat te maken heeft met vrij zijn van anderen. Je kan ook afhankelijk of vrij zijn van jezelf.

Dit klinkt nogal abstract. Laat het me uitleggen met het voorbeeld van het warme water. Toen ik daarnet een bad wilde pakken, verlangde ik naar een warm bad, hoewel mijn eigenlijke doel was me te wassen.
Plots merkte ik dat er geen warm water meer uit de kraan kwam. Dit irriteerde me enorm. Maar na enkele minuten ergernis begon ik er over na te denken. Het is ook helemaal niet erg me te wassen in koud water.
En ik ben momenteel dan ook net zo goed gewassen als ik anders was geweest.

Maar wanneer ik had vastgehouden aan de gedachte dat mijn water per se warm moet zijn, dan had dit mijn echte doel – me wassen – enorm gehinderd. 
Ofwel had ik koppig kunnen weigeren me te wassen tot er weer warm water was, of me helemaal niet kunnen wassen. Ofwel had ik enkele ketels water te koken kunnen zetten, maar op die manier zou ik een omweg nemen: het zou veel langer duren voor ik gewassen was. 
Op die manier was ik afhankelijk van mezelf en de situatie: de wens warm water te hebben bemoeilijkte mijn echte verlangen. Die wens maakte me een beetje meer onvrij.

Laat me een ander voorbeeld geven van hoe je verlangens wijzigen je onafhankelijker kan maken. Stel dat het laat op de avond is, en je hebt honger. Je weet dat je nog een portie diepvries-frieten en een stukje biefstuk liggen hebt.
Alleen, wanneer je naar deze lekkere maaltijd zoekt, blijkt ze weg te zijn: een huisgenoot heeft ze opgegeten. Wel zie je nog een portie rijst staan. 

Wanneer je nu zou vasthouden aan de gedachte dat je per se steak met frieten wilt, zal je honger er zeker niet eenvoudiger door gestild worden. Ofwel is het resultaat dat je niet eet, ofwel dat het een hele tijd duurt.
Nu, je honger uitstellen tot de volgende dag is een optie. Maar het lijkt me nogal dwaas om dat te doen terwijl je rijst hebt. 
Het is bedrieglijk eenvoudig, en behoorlijk common sense, maar een deel van het onafhankelijk zijn bestaat uit het aanpassen van je wensen aan de situatie. Dat geldt ook voor grotere doelen in je leven.

donderdag 12 september 2013

De overgevoelige, geprikkelde, onverdraagzame manier van met elkaar omgaan in onze samenleving doet me denken aan een koppel dat te lang samen opgesloten zit in dezelfde kleine hotelkamer gedurende een mislukte vakantie.
Ook zij zullen geïrriteerd raken over de onnozelste details, zoals de spreekwoordelijke dop op de tandpasta vergeten, of de toiletbril niet omlaag doen.

We zitten volgens mij te dicht op elkaar, en dat bedoel ik nauwelijks fysiek. We verlaten elkaars gezelschap minder en minder. Dankzij het bijna permanente online zijn is de ander altijd 'aanwezig'.

Op zich is dat niet slecht. We zijn sociale beestjes dus de aanwezigheid van anderen is geruststellend. Maar daar zijn twee kritieken op. Aan de ene kant is virtueel contact geen surrogaat voor echt contact. Aan de andere kant is het zo dat de meesten van ons ook even tijd voor zichzelf nodig hebben, eventjes niet op anderen hoeven letten en jezelf zijn.

En in combinatie met een groeiende achterdocht en resulterende controledwang wordt dit effect mogelijk nog sterker. 
Meer en meer van wat we doen wordt op een Big Brother-achtige wijze in het oog gehouden. Voorbeelden zat, van ingeplante chips, het traceren van personen via hun Iphone tot de recente PRISM-kwestie. En vul zelf maar verder in.

Aangezien we dus meer en meer in het oog gehouden worden, en er dankzij de groeiende achterdocht steeds meer regels, procedures en boetes komen om 'alles in goede banen te leiden', zou je kunnen zeggen dat er voortdurend op onze vingers gekeken wordt. Wie niet volgens het boekje handelt kan op elk moment berispt en beboet worden.

Nu, het is zeker deels iets persoonlijks, maar toch meen ik dat er nog mensen zullen zijn die vinden dat te veel regels en formaliteiten enorm beperkend kunnen zijn. Het belemmert de vrijheid, spontaniteit en creativiteit.
Dus als deze belemmering zich uitbreidt naar quasi alle sferen van ons leven, is het dan niet maar normaal dat we weinig momenten hebben om even onszelf te zijn? Is het dan niet maar normaal dat we snel geprikkeld raken?

woensdag 4 september 2013

Zingeving heeft zin voor iedereen

Iets wat me enigszins stoort is dat veel mensen zingeving gelijkstellen aan religie, om vervolgens te zeggen dat dit niets voor hun is. Maar dat hoeft toch niet zo te zijn?

Zingeving is wat het zelf zegt te zijn: het geven van zin. Wat motiveert ons in het leven? Wat maakt dat het voor ons de moeite waard is? 
Religie kan daar een antwoord op zijn. Maar het is slechts één van de mogelijkheden.
Om maar iets te zeggen: het pentapharmacon is mijn zingeving en mijn levensbeschouwing. En zij heeft niets met religie te maken. :)

Maar je verstaat mijn frustratie. Ik denk dat het iedereen aangaat stil te staan bij wat hetgeen je doet de moeite maakt. En ook bij waar je naartoe wil – want vaak zijn de dromen en idealen die we op de toekomst projecteren onze grootste zingevers.