dinsdag 16 april 2013

Mijn levensbeschouwing

Zingeving en vragen als 'wie ben ik?' of 'hoe moet ik leven'? gaan vaak terug op een metafysica. Dat wil zeggen: ze gaan terug op fundamentele opvattingen over waaruit de wereld bestaat, hoe die functioneert en hoe die tot stand gekomen is.
Ook wat iemand als de 'zin' van zijn leven beschouwt wordt altijd in zekere mate bepaalt door zijn metafysica. Daarom wil ik jullie vandaag even laten kennismaken met de metafysica van het pentapharmacon, en dus ook mijn levensbeschouwing.

Dit is mijn weg, zo zie ik de wereld. Wandel even mee en ik hoop dat jullie van het uitzicht zullen genieten. :)

Mieralunar

---

Evans spreekt over het denken in termen van concentrische cirkels als therapeutische vorm, als een meer visuele manier om Epictetus' onderscheid aan te duiden tussen dingen die binnen onze macht liggen en dingen die er buiten liggen. Deze benadering is interessant, zeer interessant, ja, zelfs zo interessant dat ze me toelaat na te denken over ontologie (metafysica).

Ik geloof dat de Wil als een energieke bouwstof in alles zit. Alles dat is, is Wil. En het is eigen aan de Wil om volgens een bepaald principe of patroon te werken. Zij moet zich in een bepaalde vorm manifesteren. Schopenhauer noemde deze Wil de Wil tot Leven. Darwin onderscheidde in levende wezens het principe van natuurlijke selectie.
Beide mannen hadden het bij het juiste eind. Alleen, ik denk dat we nog verder kunnen kijken. De Wil tot Leven is breder dan enkel levende wezens: zij doorstroomt ook zogenaamde anorganische materie. Ook natuurlijke selectie is in een bepaalde vorm van toepassing op alle materie, op alles dat bestaat. Het verschil is gewoon dat natuurlijke selectie zichtbaarder, sneller en effectiever is in levende wezens, maar daar kom ik dadelijk bij.

Tijdens het zoeken naar woorden werd me de vergelijking duidelijk. Net zoals artificiële selectie een specifieke uiting is van seksuele selectie, die op haar beurt een specifieke uiting is van natuurlijke selectie, net zo is natuurlijke selectie een uiting van nog een algemener principe: de Wil tot Samenhang.
Dit is eigenlijk een bedrieglijk eenvoudig en schijnbaar triviaal principe. Het spreekt voor zich dat zaken die geneigd zijn samen te hangen doorgaans ook langer bij elkaar blijven dan zaken die deze neiging niet vertonen.

Net zoals natuurlijke selectie zich op verschillende niveaus uit, zoals individuele- en groepsselectie, net zo uit de Wil tot Samenhang zich op diverse niveaus. In feite, alles dat samenhang vertoont is daar een uiting van.
En aangezien er een natuurlijke selectie is van dingen die samenhangen boven dingen die niet samenhangen, is het evident dat die eersten meer kans hebben om te blijven bestaan. Een zandkasteel zal minder lang blijven staan dan eentje van hout, dat op zijn beurt minder lang zal blijven staan dan eentje van steen en mortel.
Dus vindt er een selectie plaats in de richting van een sterkere samenhang. Op deze manier streeft de hele kosmos op alle niveaus tegelijk naar samenhang, naar harmonie. Dat net dit streven naar harmonie conflict teweeg brengt doet sterk denken aan Heracleitos' filosofie van de eenheid der tegendelen, maar dat is voor een andere keer.

Zoals ik al eerder schreef is het leven een voorbeeld van een extreem krachtige vorm van samenhang. Ik pretendeer niet 'de' definitie van leven te geven, maar voor mij is een levend organisme iets dat in staat is zijn omgeving actief te beïnvloeden in functie van de eigen samenhang.
Zo kom ik eindelijk bij die concentrische cirkels, of beter invloedssferen. Een levend organisme is in feite in staat om zijn samenhang uit te breiden naar zijn omgeving.

Mensen zijn daar een uitstekend voorbeeld van. Ik kijk rond me en zie een huiskamer, schrijfgerief, een computer, oven, een kraan met stromend water, een ijskast, glazen ramen om de wind buiten te houden, een kuisvrouw die alles op orde houdt – ja, kan ik eigenlijk anders dan me ontdoen van de indruk dat dit alles overduidelijk een ordening van mijn buitenwereld is in functie van mijn eigen samenhang, in functie van mijn eigen gemak en voordeel?
De wereld om me heen is grosso modo zo geordend dat zij me goed uit komt. Op een bepaalde manier heb ik de invloedssfeer van mijn Wil tot Samenhang opgelegd aan de omgeving.

Redelijkheid en bovenal zelfbewustzijn zijn daar de hoogste expressie van. Deze voormiddag voelde ik dat ik door te denken in termen van invloedssferen hier iets kon vinden en algauw kwam inderdaad de gedachte aan de Wil tot Samenhang in me op, en het beïnvloeden van de omgeving in functie van de eigen samenhang.
De rede is in staat dit bij excellentie te doen. Dat maakt mensen uniek. Maar zelfbewustzijn, reflectiviteit of hoe je het ook wil noemen, is daar nog een opvallend stapje hoger in.
Reflectie staat mensen toe ditmaal niet om de omgeving te veranderen in functie van de eigen samenhang, maar om zichzelf te vormen in functie van de eigen samenhang! Dit is echt wonderlijk! Wij kunnen door over onszelf na te denken en door verandering te brengen, eigenlijk onze eigen samenhang vergroten.

En bij deze is het sluitstuk van mijn filosofie rond! Want dat is exact wat ik doe, dat is exact wat het Pentapharmacon is! Het vormen van een manier van leven die gegeven hoe ik ben en hoe mijn omgeving is, me toelaat zo harmonieus mogelijk te zijn. Ik kan mezelf verbeteren en perfectioneren!

Dit besef, wat filosoferen eigenlijk is, wat het is dat ik dagelijks doe, vervult me met een enorme verwondering, een enorme liefde en een bijna grenzeloos respect. En met rust en tevredenheid. Ik weet dat wat ik doe goed is. Ik hou van alles.

maandag 15 april 2013

Rust

Rust. 
Er is niets dat je moet doen, alles dat je kan doen. 
Vrees niet te falen. 
Heb genoeg aan jezelf, maar wees blij met een ander.

vrijdag 29 maart 2013

Antieke levenskunst vandaag?

Zoals ik al eerder schreef ben ik al een geruime tijd bezig met existentiële vragen. Daarbij is de Hellenistische levensfilosofie een krachtige inspiratiebron voor mij geweest. Zo krachtig zelfs, dat ik meen dat mijn filosofie een erfgenaam, zo niet revitalisatie, van die traditie is.
De opzet van mijn masterproef (thesis) was dan ook inspiratie halen uit de Helleense filosofie om de psychologische en existentiële ongemakken waar onze Westerse samenleving vaak mee kampt te helpen sussen, evenals het gebrek aan persoonlijke zingeving bij velen.

Deze periode, volgend op de veroveringen van Alexander de Grote, werd gekenmerkt door enkele gelijkaardige kenmerken en problemen als de onze. Kernachtig gezegd verzwakte het gevoel van maatschappelijke eenheid in Alexanders rijk enorm, en leden veel mensen aan een identiteitscrisis. De cultuur kon mensen niet meer op een bevredigende manier zeggen wie zij waren en hoe ze moesten leven.
Filosofen van die tijd zochten naar oplossingen, geïnspireerd door Socrates. Deze traditie met ondermeer de Stoa, het Epicurisme, de Cynici en de Skeptici heet dan ook de 'Socratische traditie' (al staat Socrates zelf in een nog wijdere traditie: die van de wijze man).

Wegens die gelijkenissen dacht ik dat het een goed idee was te kijken naar wat deze filosofen deden om het probleem aan te pakken. Ik wou van hen leren, niet hen klakkeloos na-apen of hun oplossingen projecteren op de dag van vandaag - al moet ik toegeven dat veel van hun inzichten effectief ook waardevol zijn vandaag, maar daar kom ik dadelijk bij.
Dé oplossing, of eerder conclusie, waar ik toe kwam was eenvoudig gezegd, maar moeilijk gedaan: als onze cultuur niet bevredigend zegt wie wij zijn en wat we moeten doen, dan moeten we het zelf maar doen!

Inderdaad eenvoudig gezegd… Maar hoe doe je zo iets? Hoe bouw je zelf een identiteit op?
Eén van de zaken die ik geleerd heb in mijn masterproef, is dat die antieke filosofen hun filosofie gebruikten als een vormend instrument. Filosofie is een set werktuigen om jezelf en je manier van leven als een standbeeld te bewerken en uiteindelijk zelfs te perfectioneren - zij spraken over het vervolmaken van de ziel.
De conclusie was dus wederom eenvoudig: ik moest een set filosofische werktuigen vormen zodat ik aan mijn 'ziel' kon werken. Maar het moest wel op een zodanige manier gebeuren dat anderen er ook wat aan hadden. Wat mij betreft mogen ze mijn werktuigen gerust voor zichzelf aanpassen.

Geleid door inzichten van mijn antieke voorgangers en het werk van Pierre Hadot en Martha Nussbaum volgde ik mijn eigen ervaring en bouwde een filosofie. 
Het resultaat mag er zijn: een moderne invulling van een antieke manier van filosoferen. Het Pentapharmacon! :)

Sinds het indienen van mijn masterproef valt het me op dat blijkbaar nog mensen mijn inzicht delen. Ik zie vele anderen ook teruggrijpen naar die prachtige Griekse denkers. 
Ik zie een enorme boost van de levenskunst, een op de hellenistische oudheid gebaseerd project, in gang gezet door Michel Foucault. Ik zie tonnen Epicureïsche maatschappij-kritiek en anti-commerciele wenken naar het goede leven. Vooral in de cognitieve therapie zie ik een heropleving van Stoïcijnse inzichten en oefeningen van de geest. En recent zag ik in het station een man het Handboekje van Epictetus lezen.
Op zich is dit een goede beweging. En zeker dat laatste liet me breed glimlachen. Maar er zijn enkele kritieken.

Om te beginnen vind ik het onvolledig werk om als een ware postmodernist stukjes en beetjes van antieke filosofie bij de kraag te grijpen om ze te gebruiken als min of meer gepaste lapjes om de scheuren van ons cultureel kleed te dichten. 
In eerste instantie is dit goed, en juich ik dit toe. Bijvoorbeeld epicurisme en de stoa zijn effectief uitstekende instrumenten om respectievelijk zaken als bijvoorbeeld consumptiedrang en sociale angst aan te pakken. Maar hetgeen ik wil zeggen is dat we toe zijn aan vernieuwing. We hebben instrumenten nodig die aangepast zijn aan onze tijd. We moeten verder gaan en zelf een nieuwe filosofie uitwerken!

Een andere kritiek is negatiever van aard. Dat betreft de commerciële uitbuiting van antieke filosofieën en levenskunst. 
Verkopers zien dat er nood is aan een bepaald soort antwoorden - namelijk op existentiële en levensfilosofische kwesties. Zij zien eveneens dat vooral de traditie van levenskunst daar een geschikt én aantrekkelijk antwoord voor is, dus gaan ze boeken hierover verkopen en er reclame over maken. Zo zag ik bijvoorbeeld een artikel: zet uw leven op orde met deze stoïcijnse luister-cd. 

Het grootste probleem met deze bescheiden commercialisering is dat de gepresenteerde 'filosofie' of 'levenskunst' haar ziel verliest, dat wil zeggen: ze verliest net die ene geweldige troef als identiteit verlenend en zelfs zingevend geheel.
De reden hiervoor is simpel: het uiteindelijke doel van deze filosofie is niet langer iemand helpen zijn identiteit te vormen (een daad van liefde), maar winst maken (de ander als gebruiksmiddel zien). Op zijn best kan deze filosofie dienen als het lapje stof dat scheuren in het cultureel kleed dicht.
Een laatste gevaar van reclame is dat ze overdreven beloftes doet. Filosofie is geen wondermiddel dat alle ellende als bij toverslag uit je leven laat verdwijnen.