donderdag 28 februari 2013

De troost van de eindigheid

Ik ben sinds enkele dagen een boek aan het lezen over doodsangst en de omgang daarmee. Uit dat boek komt vrij overtuigend naar voor dat de overgrote meerderheid van onze echte zorgen gefundeerd zijn in het besef van onze eigen sterfelijkheid, en bijhorende existentiële angst die daaruit geboren wordt.

De schok die zo'n besef teweeg brengt wanneer het bewust onder ogen gekomen wordt kan een enorme positieve invloed op je leven hebben. Je wordt er een beter mens van. Je leert beter leven. 
Om die reden beoefenden de stoïcijnen dan ook dagelijks de kunst van het zich voorstellen dat het allerergste ook werkelijk ging gebeuren. Oefeningen in het sterven.

Maar wat ik niet helemaal kan bevatten is hoe dit alles te rijmen met een persoonlijke ervaring die ik vaker had. Ook daarnet. De gedachte aan mijn eindigheid is een enorme troost! 
Niet dat ik wil sterven, verre van! Maar wanneer ik overmand word door angst, verdriet, verveling of ongeduld werkt de gedachte dat het eindig is enorm kalmerend. Het gaat wel over. En dat is ook zo, argumenteer ik dan voor mezelf, want je gaat ten slotte dood. 

Dit klinkt nu wel heel donker, maar dat is het niet. De dood is slechts een troefkaart die de eindigheid van wat ik ook mag doormaken garandeert. 
Maar door daar aan te denken wordt ook mijn herinnering gewekt: in mijn herinnering was alles ook eindig. Rouw, angst, verveling, pijn, frustratie, woede. Er kwam altijd wel een moment waarop het stopte. Dus wat ik nu voel, dat moet toch ook ooit eens stoppen? 

Kalmeer maar, het gaat wel over.

zondag 24 februari 2013

Wat is filosofisch denken?

Sinds kort volg ik een cursus Socratisch ondervragen. Deze cursus heeft me vandaag geïnspireerd één aspect van het pentapharmacon met een grote helderheid uit te leggen.

Ik weet dat wat volgt enigszins abstract en technisch is, maar het is een goede toelichting op 'stel doelen'.

---

De kunst van het aanleren van filosofie zou aldus Nelson liggen in het er toe brengen van de student om zijn eigen rede (vermogen tot logisch denken) te koppelen aan concrete voorbeelden uit zijn eigen ervaring, zodat hij dankzij deze koppeling tot een oordeel komt. 
Dit vind ik een interessante combinatie. Het is ook exact wat er vervat zit in de eerste peiler van het pentapharmacon: namelijk rondkijken (zintuigen gebruiken) en de rede hierop betrekken (conclusies trekken en inconsistenties wegwerken). 

Twee gerelateerde aanvullingen echter. In het pentapharmacon kijkt men niet alleen om zich heen, maar ook in zichzelf: herinneringen, aanwezige opvattingen en wat nog veel belangrijker is: de eigen emotionele wereld. Ook daarop wordt de rede toegepast. Ten slotte zijn dit ook ervaringsgegevens: 'ik ben kwaad' is even feitelijk als 'ik zit op een stoel'.

Nu, in emoties zit steevast een curieus staartje verstopt, genaamd onze verlangens. Emoties bevatten altijd een component van verlangen of intentie.
Wat het pentapharmacon voorschrijft is niet alleen een betrekking van ervaring en rede op elkaar, maar eveneens een betrekking van de wil op beiden. De ware oefening in filosofie ligt dus voor mij in het koppelen van de eigen rede aan de eigen verlangens, gebruikmakend van de eigen ervaringen om zo tot een praktisch oordeel te komen.

woensdag 20 februari 2013

Verander je wereld

Een heel eenvoudig en evident principe waar ik net over struikelde is het volgende. Het is allemaal goed en wel om bijvoorbeeld in alle situaties onze rust en kalmte te kunnen bewaren, maar we moeten het onszelf ook niet moeilijker maken dan nodig is. Het is veel interessanter ons leven en de wereld om ons heen zo te organiseren dat het gemakkelijker is om kalm te blijven. 

Zo komt voor mij het principe van kalmte neer op zich niet gehaast of opgejaagd te voelen, dat wil zeggen, geen al te grote druk voelen om snel ergens anders te moeten zijn, maar integendeel ervaren dat ik nu nergens anders ben dan waar ik zou willen zijn
Dus zorg ik er simpelweg voor dat situaties die druk veroorzaken tot een minimum worden gereduceert, zonder daarom dingen op te moeten geven. 
Om maar voorbeelden te geven: vertrek op tijd, stel geen taken uit tenzij je daar héél goede redenen voor hebt, neem niet te veel hooi op je vork, gun jezelf tijd om te rusten, na te denken of te ontspannen, … 

Hetzelfde geldt eigenlijk voor eender welk ideaal dat we ons voor ogen kunnen stellen. Bijvoorbeeld als we genoeg willen hebben aan onszelf, dan proberen we ons leven zo te organiseren dat we zo weinig mogelijk afhankelijk zijn van anderen. 
Als we positief willen denken, dienen we de eigen omgeving zo positief mogelijk te maken. Want in alle eerlijkheid, het is eenvoudiger een mooie lekkere maaltijd positief te waarderen dan een hoopje verkoolde asse dat ooit doorging voor voedsel.