dinsdag 12 juni 2012

Macht versus effectieve macht


Het is weer eens zo'n dag waarop studeren me niet lukt - ditmaal doet de stress me de das om. Over mijn studievermogens en -zorgen ga ik nu niet uitweiden, maar deze blog toelichten - ja, dat kan ik nog wel voor jullie doen. :)

Hoewel ik het niet graag toegeef, ben ik behoorlijk beïnvloed door Nietzsche en Foucault. Het spreekt dus voor zich dat ik het vroeger of later eens over macht moest hebben.
In deze blog brainstorm ik een beetje over dat concept, en probeer het in te passen in het achterliggend kader van mijn persoonlijke filosofie.
Waarschijnlijk zitten er tal van onvolkomenheden, spellingsfouten en inconsequenties in, maar dat is niet erg. Het is slechts het proces van wat vrije reflectie.
Opmerkingen zijn welkom. Chips ook.

Groeten,

Mieralunar 

---

Een erfenis van Nietzsche waarschijnlijk, maar macht is een interessant concept. Macht begrepen als de totale inpact die een persoon (of groep) teweeg kan brengen. Hoe machtiger men is, hoe meer verandering men teweeg kan brengen. 
Een cruciale macht, is sociale macht. Dit is waarschijnlijk ook de reden dat mensen van alle tijden zo enorm geven om roem – tegenwoordig heet dit populair zijn. Zij die eeuwige roem zoeken, zoeken eigenlijk eeuwige macht.
Maar wat is sociale macht dan? Sociale macht bestaat uit de impact die iemand (of een groep) bij andere mensen teweeg kan brengen. Iemand die anderen kan bewegen, kan roeren en motiveren – dat is een sociaal machtige persoon.

Laat me dit concept nu proberen invoegen in mijn eigen filosofie: je macht is het verschil dat je kan maken. Het verschil bij jezelf, het verschil bij anderen en het verschil in de wereld. 
Dat eerste lijkt gelinkt te zijn aan het feit dat we onszelf kunnen bepalen, dat we keuzes kunnen maken, en onszelf kunnen veranderen, ja, zelfs bijleren. 
Het tweede is gelinkt aan wat we de ander kunnen laten doen, of net nalaten te doen; ook is het gelinkt aan wat we met iemands gemoed kunnen doen: we kunnen het opbeuren of net neerslachtig maken, we kunnen iemand motiveren, of net demotiveren… de mogelijkheden zijn enorm hier; en ook is het gelinkt aan de opvattingen die iemand heeft: we kunnen twijfel en zekerheid veroorzaken, we kunnen kennis laten herzien, verfijnen, toevoegen of net weghalen. 
Het derde heeft te maken met techniek, vaardigheden en fysieke impact: we kunnen zaken in de wereld bewegen, breken, tegenhouden; we kunnen kunstwerken scheppen en grondstoffen omvormen tot werktuigen.
Zo gesteld, komt iemands macht overeen met zijn capaciteiten.

Maar er is nog een cruciaal aspect aan mijn filosofie: de wil! Doelen, intenties, verlangens, behoeften. Wat maakt je macht uit, als die niet toereikend is voor het vervullen van je doelen, voor het bevredigen van je verlangens, voor het sussen van je wil?
Wat er toe doet is effectieve macht! Macht die we kunnen gebruiken, die ons helpt. Simpelweg verandering in de wereld brengen, zonder een bedoeling, is niet echt een interessante piste, vind ik.
Het is die effectieve macht waar ik me op zou willen focussen. Wat kan ik, wat zijn mijn vaardigheden en hoe kan ik mezelf daarmee helpen? En ook: wat kan de ander, en hoe kan dat in mijn voordeel of net nadeel uitdraaien?
Evident zijn de intenties van de ander hierbij ook van belang: hij kan me helpen, maar wil hij het ook? Of wil hij me net tegenwerken? Waarom zou hij dat doen? Enzovoorts.


Ik zou dit gekrabbel nog willen afsluiten met de opmerking dat het gebruiken van mijn sociale macht voor het vervullen van mijn doelen niet uitdraait op zuiver instrumentalisme. Met andere woorden: de anderen zuiver als middel zien, en niet als doel. Het welzijn, de wil en de verlangens van anderen zijn ook mijn doel, maar zeker niet mijn enige.
Ik geef om anderen en wil mijn effectieve macht ook gebruiken om goed te doen, om hen te helpen.

woensdag 6 juni 2012

Pentapharmacon

Vandaag breng ik mijn eigen filosofie in herinnering. Door actief na te denken over haar principes, haar peilers en de (levens)ervaring die er achter schuilt, stuur ik mijn manier van leven bij.


Er zijn twee redenen waarom ik dit wil delen.
Ik wil duidelijk maken dat er geen vaste volgorde is waarin het pentapharmacon gevolgd hoort te worden. Afhankelijk van het soort problemen, het soort zorgen of het soort hindernissen die je op je baan vindt, zal je focus neigen naar één of meerdere van de vijf peilers.
De andere reden is dat ik meen dat het goed voor me is zaken te delen met mensen - toch als het goedbedoeld is. :)

Vriendelijke groeten. 

Mieralunar

---

Het pentapharmacon is het hart van mijn filosofie. Zij is zowel de structuur, het instapje, een herinnering als de samenvatting van een bepaalde manier van leven – mijn manier van leven.

Stel doelen en bepaal dus wat je wil, wat je van plan bent.
Ga na waarom je bepaalde zaken niet doet of uitstelt.
Heb daarbij vooral aandacht voor het sociale, voor anderen.
Zorg er wel voor dat je genoeg hebt aan jezelf, dat je je niet afhankelijk en afwachtend opstelt.
En ten slotte vrees niet te falen: besef dat het niet erg is een doel niet van de eerste keer te bereiken, meer nog, dat het niet erg is mocht een doel uiteindelijk toch falen. So what? Besef eveneens dat het totaal niet erg is fouten te maken of te falen in het bijzijn van andere mensen. Je kan maar proberen er het beste van te maken…
Vermensen is gisselijk, zou je niet zeggen? :) 

zondag 27 mei 2012

Ken je ziel

Ach, mijn beste. Wat is het nut ook? Studeren lukt vandaag echt niet!
Hoe het ook weze, de antieken hadden gelijk; het is echt mooi, inzichtelijk en zelfs verlossend om de eigen ziel te kennen. 
De ziel is wat je echt wil, wat je reële passies, verlangens en intenties zijn. Dit is steeds een structuur – het gaat over een natuurlijkheid, een soort vanzelfsprekende voorkeur om een bepaald patroon in je handelen te bereiken en te blijven handhaven. 
Zoals Hadot het noemt: een manier van leven; of Wittgenstein: een levensvorm.

Ontdekken wat dit is en er positief invulling aan geven, is wat het leven betekenisvol maakt. Meer nog: dat is wat het leven aangenaam maakt en wat, indien we hierin slagen, het hoogste mogelijke geluk verwezenlijkt. 
Gelukkig zijn is onbelemmerd doen wat je wil doen – wat je écht wil doen.
Ik heb het dan niet over het bevredigen van noden en behoeften, ik heb het over leven en handelen op de manier die je wil.

Persoonlijk meen ik, als levensfilosoof, dat we moeten leven volgens wat we willen, wie we zijn – op voorwaarde dat we onszelf ontdaan hebben van ongegronde negatieve opvattingen en intenties. 
Om maar iets te zeggen: als onze ziel bestaat uit de nood en de behoefte van het overwinnen van anderen, over het zich boven anderen plaatsen, over het opleggen van onze wil, dan is het nodig dit positief te doen. We kunnen in een competitieve sport gaan. We kunnen anderen leiden. Maar wat we, zo meen ik, niet moeten doen, is anderen gaan overheersen, verdrukken. 
Wanneer we onszelf boven anderen plaatsen en het gezag opnemen, dienen we niet te vertrekken vanuit een veronderstelde zwakheid of onkunde bij de anderen, maar vanuit een welbegrepen inzicht in de eigen vaardigheid tot leiden, in combinatie – en dit is belangrijk! – met het besef dat dit iets is dat we graag doen, dat dit iets is waar we ons goed bij voelen.
In het volgen van onze ziel, is het nodig zowel aandacht te hebben voor ons eigen welzijn, als dat van anderen – positief te denken over en het goed menen met onszelf en met anderen. 
Ook een positieve attitude tegenover de wereld is hier op zijn plaats. Hoewel de wereld in vergelijking met het zelf en met de anderen in mijn optiek minder belangrijk is, moet ik toegeven dat zij erbij hoort en dat door haar erbij te betrekken, het mogelijk wordt me zelfs enigszins modieus op te stellen – ten slotte: is het niet zo vandaag de dag dat we aandacht moeten hebben voor de planeet, voor arme moeder aarde die wij zo ziek aan het maken zijn?
Echter, modieus zijn is totaal niet wat ik wil. Ik wil trouw zijn aan mijn eigen filosofie, en die stelt, in essentie, een positieve houding aan te nemen tegenover mezelf, tegenover anderen én tegenover de wereld. De wereld is dus een oprecht deel van mijn filosofie.

Wat is mijn ziel nu? Mijn ziel is mogen vertellen, mogen uitleggen en mogen onderwijzen: mijn grootste genoegen bestaat uit het delen van ervaringen met anderen; mijn grootste angst is dat niemand zal geven om mijn belangen, mijn noden, doelen en intenties – ja, om mij.
De reden waarom ik zo graag schrijf, is omdat dat voldoet aan een deel van dit verlangen. Het enige dat ik nu mis, mijn beste, is een publiek. 
Ik schrijf dan ook liever dan dat ik lees – zelfs mijn eigen werken.