Mijn leven slingert als het pendulum van een staande klok. Heen en terug. Van links naar rechts. Altijd hetzelfde.
Ik ben geketend aan de naald van het pendulum. Heen en terug. Mijn blik als een magneet gericht op de toekomst, heden en verleden. Heen en terug.
Bevend voor de pijn; krijsend onder de mutilatie; treurend om het verlies van weer een stuk vlees. Heen en terug.
Elke dag opnieuw boort die genadeloze koperen kop haar hongerige bek in mijn vlees. Pikkend, scheurend, pijnlijk. Heen en terug.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten