donderdag 20 februari 2014

Rede vs intuïtie?

Bij het lezen van een klassieke morele casus raakte ik even in verwarring. Het betrof het geval van een broer en zus die eenmalig, vrijblijvend seksueel contact hebben zonder negatieve gevolgen en met meerdere voorbehoedsmiddelen.

Zoals bedoelt schokte dit me eerst. Ik had hier een erg negatief en afkeurend gevoel bij en vond wat ze deden niet goed. Nu, geheel trouw aan mijn eigen filosofie, stelde ik me dus vervolgens de rationele vraag waarom ik dit niet goed vond – je hebt ten slotte goede redenen nodig voor negatieve opvattingen.
De conclusie was dat ik helemaal geen reden kon vinden, en dus paste ik mijn intuïtieve opvatting aan.

Ik vroeg me af hoe het kwam dat mijn rede een intuïtieve reactie overtrof. Niet dat zij die laatste blokkeerde. Het was meer alsof mijn rede de intuïtieve reactie suste en haar affectieve kracht deed wegebben. Eenvoudig gezegd: ik veranderde van gedacht.

Hoe kon dit? Bevat de rede dan toch waardegeladen kracht? Ik meen van niet.
Ik kon van gedachten veranderen omdat mijn filosofische principes niet strikt rationeel zijn. Ik heb namelijk de gewoonte mijn intuïties om te zetten in doordachte cognitieve en algemene principes.

Het komt er op neer dat ik kijk naar mezelf 'aan het werk'. Achteraf denk ik hier dan over na en tracht de vinger te leggen op de algemene lijn van mijn intuïties of ervaringen. 
Dit is zeker geen eenmalige procedure: het vergt vele zelf-waarnemingen, wat resulteert in een zoektocht naar algemene principes die passen bij elk van die zelf-waarnemingen.

Eenmaal een principe gevonden is, sta ik nog voor de opdracht dit in verband of confrontatie te brengen met andere gevonden principes. Nieuwe intuïties of ervaringen worden telkens geplaatst in dit kader van zelf-waarnemingen en gevonden principes, om zo een steeds algemener en consistenter geheel te verkrijgen – met name: mijn filosofie.

Het zou me dus eigenlijk niet mogen verbazen dat mijn filosofie een intuïtieve reactie kan bijsturen: hoewel rationeel gecementeerd, zijn de bouwstenen van mijn filosofie intuïties.

vrijdag 7 februari 2014

Verdriet en de emotionele kettingreactie

Ik weet niet of je al gemerkt hebt dat soms het ene verdriet het andere verdriet lijkt op te roepen. Alsof al je onverwerkte verlies en tegenslag zich plots tegelijk aan je opdringen. 

Hoe komt dit en wat hebben die verschillende zaken met elkaar te maken? 

Het antwoord zit hem in de aard van verdriet: ze is een effect, een emotie die optreedt wanneer verlies en tegenslag te hevig worden om direct cognitief te verwerken. Met andere woorden: wanneer het te veel en te hevig is om direct aan te kunnen. Verdriet helpt ons in feite dit in goede banen te leiden. 

Wanneer we vele onverwerkte tegenslagen en verliezen met ons meedragen zal verdriet natuurlijk makkelijker boven komen. 
Hoe meer er zit, hoe minder we kunnen verdragen, hoe sneller het verdriet in actie schiet. Op die manier kan één tegenslag de trigger zijn voor het verwerkingsproces van eerdere tegenslagen.

dinsdag 28 januari 2014

Een open, vrije houding van zorg

Een meer specifiek ethos begint zich te kristalliseren uit mijn eerdere gedachten. Graag wil ik dit ethos met jullie delen.

Er is een open houding, die een soort aanvaarding met zich meebrengt. Er is geen uitkomst die niet mag gebeuren, geen gedachte of emotie die er niet mag zijn, geen reactie van anderen die vermeden moet worden. Alle mogelijkheden staan open.

Laat komen wat komen zal en zijn wat gekomen is.

Met die open houding hangt ook de totale afwezigheid van dwang of verplichting samen. Net zoals elk gedrag, elke gedachte of emotie, elke uitkomst open ligt, net zo is er geen enkel gedrag en geen enkele emotie die moet, die verplicht is, waar men niet onderuit kan. Je hebt altijd meer dan één mogelijkheid. Altijd.

Er is niets dat je moet doen, alles dat je kan doen.

Dankzij de openheid en afwezigheid van dwang, komt er ruimte voor de zorg voor jezelf.
Dit vind ik wat moeilijk om duidelijk te omschrijven, maar het komt in de eerste plaats neer op het aandacht hebben voor wat je zelf wil, waar je je goed bij voelt, wat je leuk vindt, wat je persoonlijke waarden zijn.
In de tweede plaats komt het neer op het actief proberen verwezenlijken van die zaken die je wil, leuk of belangrijk vindt en waar je je goed bij voelt. Steeds met in het achterhoofd de open, vrije houding, en steeds alert voor het wijzigen van je wil. Want waar je vandaag zin in hebt, daar heb je misschien morgen helemaal geen zin meer in. 

Een deel van de zorg voor jezelf wordt een zorg voor anderen, ofwel vriendelijkheid. Dit geldt dubbel voor anderen die je nauw aan het hart liggen. 
Vriendelijkheid, zoals ik het ervaar, omvat meer dan het aardig en steunend zijn naar je medemens toe, evident steeds rekening houdend met zowel de open, vrije houding als met wat je zelf wil. Tegen je zin vriendelijk zijn werkt niet.
Het omvat ook een meer psychologische component, namelijk voldoende positief denken over anderen, geloof en vertrouwen hebben in hun capaciteiten en hun goede wil.
Ik vind het interessant dat deze positieve attitude tegenover anderen niet per se eerst moet komen. Vaak volgt die vanzelf uit mijn eigen welgemeend vriendelijk gedrag.