vrijdag 28 september 2012

Wandelstok

Wanneer ik ga wandelen neem ik mijn wandelstok steeds met me mee. Je moet weten: ik woon in hartje Gent, met andere woorden in de stad. Een behoorlijk excentrieke gewoonte van me dus.

Maar waarom doe ik dit? Wil ik anders zijn? Voel ik me dan veiliger? Is het een deel van mijn routine geworden? Het antwoord op deze vragen luidt driemaal: 'ja', maar toch is geen van hen de echte reden.
Nee, de echte reden hiervoor is eigenlijk filosofisch van aard en gericht naar de mensen om me heen. Als het ware, mijn wandelstok kan op diverse manieren gezien worden als een uitdaging en zelfs een filosofische oefening – dat laatste wil zeggen: een oefening in een bepaalde manier van leven en zich tot andere mensen te verhouden. Ik leg beide punten uit.
Het is een uitdaging omdat het een raadsel is. Mensen in dicht bebouwde steden gaan normaliter niet gewoon even wandelen met een stok die men eerder bij Gandalf verwacht. Het zoeken naar de reden hiervoor is net de uitdaging. Tot nu toe zijn de eerlijkste mensen hieromtrent die ik ontmoet heb kinderen. Enkele dagen geleden hoorde ik een klein meisje verwonderd vragen: 'mama, waarom heeft hij een stok?' Exact!
Het zet mensen aan het denken, het schrikt mensen heel even wakker uit hun normale manier van doen. Wie het ziet snapt het niet, en probeert er steek van te maken. En terwijl zij dit doen, gaan zij eigenlijk in een kritische, reflectieve fase – zij beginnen zelf te denken. Hierin begint dan ook de filosofische oefening.

Maar zij gaat verder. Er zit ook een meer ethische component aan. Het feit is dat mijn gedrag raar is, ongebruikelijk en letterlijk niet normaal: het wijkt vrij sterk af van de standaard norm gehandhaafd in onze samenleving. Veel mensen zijn geneigd wie zich anders gedraagt of er anders uit ziet op zijn minst met een scheef oog te bekijken. Vaak argwanend, afkerig, een beetje bang of in het ergste geval zelfs kwaad en onverdraagzaam.
Hoewel ik in de allergrootste oprechtheid kan toegeven dat ik mijn wandelstok nooit, maar dan ook nooit als een wapen beschouw – de gedachte die als dusdanig te gebruiken komt zelfs niet in me op – blijft het wel zo dat een stok gemakkelijker bedreigend overkomt en dus eerder een negatieve respons teweegbrengt. Al hoeft het niet. Ik heb al de meest vermakelijke reacties te horen gekregen van goedgemutste wandelaars die duidelijk nog nooit zo iets als mij gezien hadden.

Welnu, aangezien mijn filosofie een manier van positief denken over anderen inhoudt, beschouw ik mijn wandelstok als een uitnodiging daartoe. Het is iets dat anders is, verwondering oproept en soms zelfs negatieve impulsen. Mijn uitnodiging is positief te proberen denken over mij.
Ik bied een rare situatie aan en de oefening daarbij is om er iets positiefs van te maken. Het is niet omdat iets er eerst onbekend en een beetje afschrikwekkend uitziet, dat het dat daarom ook is. We moeten eerst nagaan of onze negatieve gedachten wel gegrond zijn. En ik kan u verzekeren, in mijn geval zijn ze ongegrond. Want hoewel ik een ochtendhumeur kan hebben, meen ik het steeds goed.

Ook mijn medewandelaars wens ik goed. En terecht! Die verlegen, ietwat stijve hoofdknikjes, die haastige of net warme glimlachen en de hartelijke groeten kunnen mijn dag goed maken. Ik wens hen hetzelfde toe. Wij kunnen elkaars dag maken.

Maar goed, genoeg gepraat.

Mieralunar