Ach,
mijn beste. Wat is het nut ook? Studeren lukt vandaag echt niet!
Hoe
het ook weze, de antieken hadden gelijk; het is echt mooi, inzichtelijk en zelfs verlossend om de eigen ziel te kennen.
De ziel is wat je echt wil,
wat je reële passies, verlangens en intenties zijn. Dit is steeds een structuur – het gaat
over een natuurlijkheid, een soort vanzelfsprekende voorkeur om een bepaald patroon in je
handelen te bereiken en te blijven handhaven.
Zoals Hadot het noemt: een manier van leven; of Wittgenstein: een levensvorm.
Ontdekken
wat dit is en er positief invulling aan geven, is wat het leven
betekenisvol maakt. Meer nog: dat is wat het leven aangenaam maakt en
wat, indien we hierin slagen, het hoogste mogelijke geluk
verwezenlijkt.
Gelukkig zijn is onbelemmerd doen wat je wil doen –
wat je écht wil doen.
Ik
heb het dan niet over het bevredigen van noden en behoeften, ik heb
het over leven en handelen op de manier die je wil.
Persoonlijk
meen ik, als levensfilosoof, dat we moeten leven volgens wat we
willen, wie we zijn – op voorwaarde dat we onszelf ontdaan hebben
van ongegronde negatieve opvattingen en intenties.
Om maar iets te
zeggen: als onze ziel bestaat uit de nood en de behoefte van het
overwinnen van anderen, over het zich boven anderen plaatsen, over
het opleggen van onze wil, dan is het nodig dit positief te doen. We
kunnen in een competitieve sport gaan. We kunnen anderen leiden.
Maar wat we, zo meen ik, niet moeten doen, is anderen gaan
overheersen, verdrukken.
Wanneer we onszelf boven anderen plaatsen en
het gezag opnemen, dienen we niet te vertrekken vanuit een
veronderstelde zwakheid of onkunde bij de anderen, maar vanuit een
welbegrepen inzicht in de eigen vaardigheid tot leiden, in combinatie
– en dit is belangrijk! – met het besef dat dit iets is dat we
graag doen, dat dit iets is waar we ons goed bij voelen.
In
het volgen van onze ziel, is het nodig zowel aandacht te hebben voor
ons eigen welzijn, als dat van anderen – positief te denken over en
het goed menen met onszelf en met anderen.
Ook een positieve attitude
tegenover de wereld is hier op zijn plaats. Hoewel de wereld in
vergelijking met het zelf en met de anderen in mijn optiek minder
belangrijk is, moet ik toegeven dat zij erbij hoort en dat door haar
erbij te betrekken, het mogelijk wordt me zelfs enigszins modieus op te
stellen – ten slotte: is het niet zo vandaag de dag dat we aandacht
moeten hebben voor de planeet, voor arme moeder aarde die wij zo ziek
aan het maken zijn?
Echter, modieus zijn is totaal niet wat ik wil. Ik wil trouw zijn aan mijn eigen filosofie, en die stelt, in essentie, een positieve houding aan te nemen tegenover mezelf, tegenover anderen én tegenover de wereld. De wereld is dus een oprecht deel van mijn filosofie.
Wat
is mijn ziel nu? Mijn ziel is mogen vertellen, mogen uitleggen en
mogen onderwijzen: mijn grootste genoegen bestaat uit het delen
van ervaringen met anderen; mijn grootste angst is dat niemand zal
geven om mijn belangen, mijn noden, doelen en intenties – ja, om mij.
De
reden waarom ik zo graag schrijf, is omdat dat voldoet aan een
deel van dit verlangen. Het enige dat ik nu mis, mijn beste, is
een publiek.
Ik schrijf dan ook liever dan dat ik lees – zelfs mijn eigen
werken.
2 opmerkingen:
Ik zou er nog aan toevoegen, dat je eigen ziel kennen en er vervolgens op een zowel voor jezelf als voor anderen (en de wereld) positieve manier naar leven, ruwweg overeenkomt met wat Foucault verstaat onder de 'zorg voor jezelf' (souci de soi).
Hihi, ik ben wil gerust een deel van je publiek zijn. ;)
Een reactie posten